11 november: Heilige Martinus

De heilige Martinus – Sint Maarten

Deze heilige wordt elk jaar op veel plaatsen gevierd. Daarom is het misschien goed dat we wat meer van hem weten.

Martinus is de zoon van een officier. Zijn vader dient in het leger van de keizer van Rome. De geboorteplaats van Martinus ligt in Hongarije. Wanneer Martinus wat groter is geworden, wordt hij zelf ook soldaat. Hij trekt door veel landen. Hij komt in Frankrijk, in Duitsland en natuurlijk ook in Italië. Mar- tinus heeft dan al veel van Jezus gehoord. Wanneer hij ongeveer twintig jaar is, leert hij een heel beroemde bisschop kennen. Dat is bisschop Hilarius van Poitiers. Martinus blijft een hele tijd bij deze bisschop. Wanneer hij tweeëntwintig jaar oud is, wordt Martinus gedoopt. Hij wil nu soldaat van Jezus worden. Daarom gaat hij weg uit het leger van de keizer. Hij wil graag overal de mensen over Jezus vertellen. Maar eerst gaat hij naar huis, om zijn moeder ook in Jezus te leren geloven. In die tijd zijn er mensen die heel anders over Jezus denken dan Martinus. Deze mensen jagen hem weg. Na heel wat zwerven en bidden, komt Martinus weer bij de oude bisschop Hilarius terecht.

Dan gebeurt er iets wat Martinus helemaal niet wil. Hij wordt door de mensen van Tours uitgekozen om hun bisschop te worden. Martinus wil echter monnik zijn. Hij verstopt zich in een ganzenstal. De ganzen verraden hem en zo vinden de mensen Martinus. Ze nemen hem nu gewoon mee naar Tours. Daar zal hij hun bisschop zijn. Martinus is een heel goede bisschop. Hij gaat overal preken. Hij bouwt kerken. Hij laat overal parochies ontstaan. En hij sticht ook een heel groot klooster. Zelf leeft de bisschop heel arm en eenvoudig. Hij blijft ook als bisschop leven als monnik. Op een van zijn missiereizen sterft Martinus. Het is 8 november van het jaar 397. Op 11 november wordt hij in Tours begraven. Martinus is de patroon van Frankrijk geweest.

We kennen over Martinus nog een heel mooi verhaal. Hij is dan nog soldaat van de keizer.Op een dag komen ze een stad binnen rijden. Hoog op het paard zit Martinus als er een man naar hem toekomt. Deze man draagt alleen maar lompen. Hij vraagt Martinus om een aalmoes. De jonge soldaat heeft geen geld bij zich. Hij wil toch wel helpen. Dan neemt hij zijn zwaard. Met een stevige houw, slaat hij zijn mantel middendoor. Hij geeft de helft aan de bedelaar. De andere soldaten lachen Martinus uit. Hoe kun je nu je prachtige mantel delen met een bedelaar. Martinus trekt zich daar niets van aan. Wanneer hij ’s nachts in bed ligt, droomt hij. En wat ziet hij in zijn droom? Je raadt het nooit. Hij ziet Jezus. En wat heeft Jezus aan? Precies, de helft van de mantel die Martinus aan de bedelaar heeft gegeven. Jezus zegt ook iets. Luister maar: “Martinus, die nog niet is gedoopt, heeft mij gekleed.” Wat Martinus voor die arme man heeft gedaan, heeft hij voor Jezus gedaan. Door deze gebeurtenis heeft Martinus misschien begrepen dat hij helemaal bij Jezus hoort.

Je begrijpt nu ook, waarom we Martinus vaak afbeelden als een soldaat op een paard, die zijn mantel in twee stukken snijdt.

Je kunt nu ook begrijpen waarom we op het feest van Sint Maarten vaak een gans slachten. Dat doet ons denken aan de ganzen die Martinus hebben verraden, toen Hij zich in hun hok had verborgen.

We vieren het feest van Sint Martinus op 11 November.

Heilige Martinus, u hebt veel van de arme mensen gehouden. Leer ons vandaag ook goed te zijn voor de mensen die arm zijn. Dan zullen we Jezus ook blij maken. Laat ons niet alleen aan onszelf denken. Dan mogen wij straks ook bij Jezus voor altijd gelukkig zijn. Amen.