In het jaar 284 wordt een soldaat keizer van Rome. Hij heet Diocletianus. Hij haat de christenen. Hij heeft bijvoorbeeld de heilige Agnes laten doden en de heilige Sebastianus en de heilige Tarcisius en nog veel meer christenen.
In Klein-Azië is op dat moment Callistus de landvoogd. Hij heeft een lieve vrouw, maar ze kunnen geen kinderen krijgen. Ze hebben het al aan alle Romeinse goden gevraagd, maar niets heeft geholpen. Hun arts zegt: “Bid eens tot de God van de christenen”. En het gebeurt: ze krijgen een dochter. Philomena zal ze heten. De ouders zijn God zo dankbaar, dat ze zich op dezelfde dag als Philomena laten dopen.
Philomena wordt een heel mooi meisje, maar vooral houdt ze veel van God. Op een dag moet ze met haar ouders naar de keizer. Deze wrede keizer is meteen verliefd op Philomena en wil met haar trouwen. Maar het meisje heeft beloofd, alleen van God te zijn. De keizer belooft eerst van alles, dan gaat hij dreigen. Hij lijkt wel tegen een muur te praten. Dan gaan de ouders Philomena ook overhalen. Maar ook dat baat niet. Philomena wil alleen helemaal van God zijn. Dat heeft ze beloofd. Bovendien wil ze niet met die wrede keizer trouwen, die de christenen zoveel kwaad heeft gedaan. De keizer wordt nu zo kwaad, dat hij Philomena in een vies donker hol laat opsluiten. Philomena is nu heel bang, maar ze vraagt God om hulp. De keizer komt de volgende dag weer naar haar toe. Maar wanneer hij Philomena dreigend vastpakt, lijkt ze wel van gloeiend staal. Zo helpt God haar.
Bij een feest besluit de keizer, dat Philomena zal sterven. Ze zal eerst gegeseld worden, net als Jezus. Bijna dood gooien ze haar daarna weer in de gevangenis. De volgende morgen zit Philomena helemaal gezond ter ere van God te zingen. Engelen hebben haar beter gemaakt. Diocletianus beveelt nu, dat Philomena midden in de nacht in de Tiber verdronken zal worden. Ook nu is Philomena bang, maar ze vraagt Jezus om hulp. Een plons, dan verdwijnt het meisje met het zware anker om de nek in het water. Maar wat is dat? Opeens zien de soldaten het meisje levend uit het water komen. Ze is helemaal in het licht. Zo vlug als ze kunnen roeien ze naar de stad terug en vertellen de commandant wat er is gebeurd. Er komt een heel legertje soldaten om haar te vangen, maar ze durven niet. Pas als Philomena zegt, dat ze vrijwillig mee zal gaan, durven ze haar vast te binden. De keizer krijgt het nu toch wel benauwd. Hij heeft ook akelig gedroomd over al de mensen die hij liet sterven. Hij laat Philomena nu buiten Rome aan een boom binden. Soldaten schieten als wilden hun pijlen naar het meisje. Wanneer ze alle pijlen hebben geschoten, trekken ze die er weer uit en beginnen opnieuw te schieten. Je begrijpt, hoeveel pijn Philomena heeft gehad. Als ze haar losmaken, denkt iedereen dat ze dood is. Een paar soldaten blijven bij haar. Als ze even weggaan, vinden ze later Philomena weer helemaal gezond. Nu gaat de keizer zelf naar haar toe. Hij probeert het nog één keer. Maar Philomena lacht hem uit en dreigt hem zelfs, dat Jezus zal winnen. De keizer wordt nu zo kwaad, dat hij besluit, haar met gloeiende pijlen te laten doodschieten. Maar de pijlen raken Philomena niet. Ze draaien om en doden de soldaten. De mensen die staan te kijken zijn heel erg geschrokken. Veel mensen gaan in God geloven. Nu is de keizer zo razend, dat hij besluit haar te laten onthoofden. “Laat Jezus je nu ook maar helpen, dan zal ik in Hem geloven!”, roept hij spottend uit.
Philomena wordt naar het blok gebracht. De bijl vliegt door de lucht. Nog één keer opent het dappere meisje haar ogen. Dan is ze dood. Het is 10 augustus van het jaar 302. Het is precies drie uur in de middag. Zou dat toevallig zijn?
Drie jaar later treedt de keizer af en komt er een keizer die de christenen hun vrijheid geeft. Hij heet Constantijn.
We vieren het feest van de heilige Philomena op 11 augustus.
Heilige Philomena, u bent heel dapper geweest en hebt veel pijn moeten lijden voor Jezus. Help ons, dapper te zijn als Jezus dat van ons vraagt. En leer ons ook, zoveel van Jezus te houden. Amen.