Nu Sint Jozef van de engel heeft gehoord, dat hij voor Maria en het Kind moet zorgen, zal hij dat ook goed doen. En dat is ook nodig. We hebben al gezien, hoe Jozef gezocht heeft naar een kamer in een herberg. Dat was in Betlehem. Hij doet veel moeite, om voor Maria een bed te vinden. We weten dat de herbergen helemaal vol waren. Maar Jozef geeft de moed niet’ op. Tenslotte vindt hij een plekje, dat tenminste droog is. Het is niet mooi. Het is maar een stal. Maar Maria kan hier in elk geval rusten. Dan wordt het Kind geboren. Er komen mensen naar het Kindje kijken. Eerst de herders, dan heel voorname mensen. Dat zijn wijzen uit het oosten. Ze hebben in de sterren gelezen, dat er een koning geboren is. Daarom gaan ze het Kind zoeken in het paleis van de koning. Maar daar is het Kind niet. Ze horen daar, dat ze in Betlehem moeten zijn. Daar vinden ze het Kind en Zijn moeder Maria. De wijze mannen hebben aan de koning in Jeruzalem beloofd, te vertellen waar ze het Kind gevonden hebben. Een engel komt hen waarschuwen, dat ze dit niet moeten doen. Koning Herodes doet alsof hij het Kind hulde wil brengen. Hij denkt iets heel anders. Dat Kind moet uit de weg geruimd worden. Anders gaat het straks op zijn troon zitten. Wanneer de wijzen niet naar Herodes teruggaan, is de koning woedend. Hij weet niet dat een engel zijn boze plannen aan de wijzen heeft verteld. Herodes laat het er niet bij zitten. Hij roept zijn soldaten bij elkaar. Deze soldaten krijgen een heel erge taak. Ze moeten naar Betlehem gaan. Daar moeten ze alle jongetjes onder de twee jaar doden. Dan zal dat Kind er zeker ook bij zijn. In elk huis in Betlehem huilen moeders en vaders. De soldaten hebben hun jongetjes doodgemaakt. Nu kan Herodes weer rustig slapen. Herodes weet weer niet, wat er gebeurd is. Het Kind dat hij wilde doden, is niet dood. Sint Jozef is gewaarschuwd. Een engel heeft hem verteld, dat de koning Jezus wil doden. Sint Jozef doet precies wat de engel hem opdraagt. Midden in de nacht staat hij op. Hij maakt Maria wakker. Ze draaien het Kind in warme doeken. Dan gaan ze op weg. Ze vluchten naar Egypte. Daar heeft koning Herodes niets te vertellen. In Egypte is het Kind veilig.
In de Bijbel wordt deze geschiedenis maar met een paar woorden verteld. Er staat niet bij hoe bezorgd Sint Jozef was. Wat denk je zelf? Zou Sint Jozef bezorgd geweest zijn? Natuurlijk. Hij moet immers goed voor Maria en het Kind zorgen. En nu wil iemand dit Kind doodmaken. Geen wonder dat Sint Jozef bezorgd was. Hij denkt dan ook niet aan de lastige reis die hij moet gaan maken. Hij denkt er niet aan, dat hij uit zijn huis weg moet. Dat is natuurlijk heel vervelend. Sint Jozef praat niet veel. Hij gaat. Hoe lastig het ook is, hij zal zorgen dat er niets met het Kind gebeurt.
Zo blijft het heilig gezin in Egypte, totdat een engel aan Jozef komt vertellen, dat ze naar huis terug kunnen gaan. Herodes is dood. Sint Jozef blijft goed opletten. Hij merkt dat de nieuwe koning ook niet te vertrouwen is. Daarom gaat Sint Jozef met Maria en Jezus naar een andere streek. Ze gaan wonen in Nazaret. Dat ligt in een streek die Galilea heet. In Nazaret leeft het gezin heel onopvallend. Je merkt er niet dat Jezus een heel bijzondere jongen is. Hij is als alle andere kinderen. Wel valt het de mensen op, dat Hij een heel fijne jongen is. Veel mensen houden van Jezus. Natuurlijk Maria en Jozef het meest.
Daarom hebben Maria en Jozef ook nog een keer erg in angst gezeten over Jezus. Dat was toen Jezus voor de eerste keer mee mocht naar de tempel in Jeruzalem. Wanneer de mensen weer samen naar huis gaan, merken Jozef en Maria dat Jezus niet bij de groep is. Zonder aan de gevaren te denken van rovers en wilde dieren, gaan Jozef en Maria de weg terug. Ze zoeken overal, ze vragen of iemand hun Kind gezien heeft. Dan vinden ze Hem in de tempel. Jezus praat met de geleerde men- sen van de tempel. Sint Jozef zegt niet veel. Hij is allang blij, dat het Kind weer bij hen is. Zo is Jezus opgegroeid in een fijn gezin. Sint Jozef heeft voor Jezus gezorgd zoals een echte vader. En als Jezus groot is, hoor je over Sint Jozef niets meer. Sint Jozef wil niet opvallen. Hij zorgt, maar als zijn werk gedaan is, dan gaat hij stil naar een plekje, waar ze hem niet zien.
Wij vieren het feest van Sint Jozef op 19 maart. Op 1 mei vieren we het feest van Sint Jozef Arbeider.
Sint Jozef zorgt niet alleen voor Jezus. Hij zorgt ook voor ons. Hij beschermt heel bijzonder de Kerk. We noemen dat: Sint Jozef is de patroon van de Kerk. Sint Jozef beschermt ook bijzonder de mensen, die gaan sterven. Ook van hen is hij de patroon. Je mag dus vaak aan Sint Jozef denken en hem vragen, voor je te zorgen. Je kunt dat gemakkelijk doen door een kort gebedje. Bijvoorbeeld: SINT JOZEF ZORG.