Preekje op 30-04-2020, donderdag na de derde zondag van Pasen

Preekje op 30-04-2020, donderdag na de derde zondag van Pasen

Is het ons weleens overkomen, dat wij een maaltijd hebben moeten overslaan? En voelden wij dan meteen in ons lichaam en in onze hersenen een beetje stress? Misschien waren wij wat vermoeid, humeurig of licht in het hoofd? Wetenschappers vertellen ons, dat langdurig vasten niet erg verstandig is, omdat het op de korte en lange termijn gezondheidsproblemen kan veroorzaken. In feite hebben voedingsdeskundigen een overvloed aan boeken gepubliceerd om ons te helpen een gezond en evenwichtig dieet te kunnen volgen.

Wel, op de zelfde manier waarop voedingsdeskundigen zich bezighouden met onze lichamelijke gezondheid, is Jezus Christus bezig met onze geestelijke gezondheid. Daarom kwam Hij om zichzelf aan ons te geven als het Levende Brood.

Naast het spreken over de gave van de Eucharistie, spreekt het beeld van het Brood des Levens ook over Gods openbaring aan ons in Jezus Christus. Toen de Israëlieten door de woestijn naar het Beloofde Land trokken, gaf God hen het manna. Maar dat gaf alleen kracht aan hun fysieke lichamen, niet aan hun geest.

In het evangelie van vandaag vertelt Jezus Christus ons, dat God de Vader Hem stuurde als een soort leven voedsel, dat het aardse manna ver en ver overtreft. Jezus, de Messias, kwam om onze geesten te voeden en om het voor ons mogelijk te maken de hemel binnen te gaan. Hij regelde het zo, dat wij met elkaar voor altijd bij God kunnen leven. Hij belooft, dat iedereen die Hem ontvangt – allen die zijn openbaring omarmen – eens tot het eeuwige leven zal worden opgewekt.

Het goede nieuws is dat Jezus ons in de heilige Eucharistie hier en nu dit voedsel tot eeuwig leven geeft. Wij hoeven om eeuwig te leven niet te wachten tot het moment van sterven. Wij kunnen beginnen met het ervaren van de genade van de hemel door ons leven aan de Heer toe te wijden en Hem de gelegenheid te geven ons dagelijks leven te vullen met de zeven gaven van de heilige Geest.

Elke keer, dat wij zijn Lichaam eten en zijn Bloed drinken vieren wij onze verlossing en openbaart Hij nog meer zijn goedheid jegens ons. Elke keer, dat wij nadenken over zijn woorden in de Schriften en over de leer van de Kerk ervaren wij, dat Hij onze honger stilt en onze dorst lest.

Sluiten wij ons vandaag aan bij de apostel Petrus en geven wij ons in geloof over aan de Heer: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt” (Johannes 6, 68-69).