Preekje op 28-05-2020, donderdag na de zevende zondag van Pasen

Preekje op 28-05-2020, donderdag na de zevende zondag van Pasen

In het evangelie van vandaag spreekt Jezus Christus een gebed uit. En er is één Iemand, die overal in dit gebed aanwezig en werkzaam is, maar zijn Naam wordt niet genoemd. Hij is onzichtbaar en mysterieus, krachtig en ontzagwekkend. Zijn taak is het om ons deel te laten nemen aan het leven van de heilige Drie-eenheid. En door de heilige evangeliën te inspireren, heeft Hij ervoor gezorgd dat Jezus’ woorden voor alle tijden bewaar het zijn gebleven. Het gaat natuurlijk om de heilige Geest.

Hij werkt meestal achter de schermen, onzichtbaar, maar krachtig als de wind. Hij gaat uit van de Vader en de Zoon. Hij schijnt het goddelijke leven aan iedereen, die zich tot God wendt. Vanuit de hemel gestuurd door de Vader en de Zoon is Hij altijd aan het werk, stelt Hij ons in staat om het goede nieuws met anderen te delen en om ons om te vormen tot zijn Kerk, het Lichaam van Christus.

In het gebed van Jezus Christus worden bijzonder twee werken van de Geest benadrukt: dat Hij ons, mensen, tot één lichaam wil en kan verenigen en dat Hij ons in staat stelt het geloof aan de wereld te verkondigen. Jezus wist, dat Hij moest gaan – sterven aan het Kruis – zodat de Geest kon komen, en Hij was daar blij mee. Jezus wist, dat er niets zou gebeuren als de Geest niet zou komen.

Als wij willen, dat in ons hart steeds opnieuw de wil van God wordt vervuld, ook in de wereld om ons heen, weten wij dan, dat dat niet kan zonder de heilige Geest! Daarom is het enorm belangrijk, dat wij Hem iedere dag even aanroepen. Laten wij Hem vragen, dat de inhoud van Jezus’ gebed werkelijkheid mag worden in ons eigen leven, in de Kerk en in de samenleving.

Aanbidden en verheerlijken wij de heilige Geest, samen met de Vader en de Zoon, heten wij Hem als eregast welkom in ons hart en in onze huizen. Verenigen wij ons met Jezus’ gebed en vragen wij de drie-ene God om ons te verenigen tot één volk. Dat de Geest ons mag leren om met liefde en nederigheid naar al onze broeders en zusters te kijken; dat Hij ons mag laten zien hoe wij de scheidingsmuren van achterdocht en vooroordelen kunnen afbreken.