Preekje op 27-04-2020, maandag na de 3e zondag van Pasen

Preekje op 27-04-2020, maandag na de 3e zondag van Pasen

Één van de dingen, waar wij, mensen, heel goed in zijn, is het stellen van vragen. Wij stellen op een dag heel veel vragen: “Hoe gaat het met je? Wat ben je aan het doen? Wanneer kom je thuis? Wat eten wij vanavond?” De vragen stromen uit onze mond. Maar het zijn niet alleen de alledaagse kwesties, die vragen bij ons kunnen oproepen. Wanneer wij bijvoorbeeld aan iemand worden voorgesteld, bestaat het grootste deel van het gesprek uit een geven-en-nemen van vragen en antwoorden, zodat wij van elkaar een beeld kunnen krijgen.

In het evangelieverhaal van vandaag worden tussen Jezus en de aanwezige mensen over en weer vragen gesteld en antwoorden gegeven. Jezus Christus maakt van deze gelegenheid gebruik om de mensen te helpen Hem beter te leren kennen.

De mensen beginnen het gesprek met een ietwat onbelangrijke vraag: “Rabbi, wanneer zijt Gij hier gekomen?” Jezus spreekt liever over belangrijker zaken en begint erover, dat de mensen niet moeten werken – dat betekent: niet allereerst moeten werken – voor het voedsel dat vergaat, maar voor het voedsel dat blijft ten eeuwigen leven. En dan vertelt Hij er meteen bij, dat zij dit werk alleen maar met de hulp van de Mensenzoon kunnen volbrengen, dat zij in Hem moeten geloven.

Stellen wij ons even voor, dat Jezus Christus hen over dit onderwerp nog vóór de wonderbare broodvermenigvuldiging had aangesproken: dat het “werk van God” is het in Hem geloven. Zonder dat zichtbare wonder zouden zij niet in staat zijn geweest om te begrijpen wat Hij bedoelde. Maar nu gebruikt Hij dus het fysieke teken van de broodvermenigvuldiging, evenals hun verlangen om meer van dit brood te ontvangen. Hij wil hen duidelijk maken wat het betekent om door God geestelijk gevoed te worden.

Het is duidelijk, dat Jezus Christus het stellen van vragen heel goed vindt, want wie vragen stelt, dringt stapje voor stapje dieper door in de waarheid, ook in Gods Waarheid.

Maar Hij geeft niet altijd de antwoorden waarop wij hopen. Soms antwoordt Hij door op zijn beurt een vraag te stellen. En af en toe zwijgt Hij om een raadselachtige reden.

Maar hoe zijn reactie ook is, zijn strategie is altijd hetzelfde: Hij maakt ons hongerig naar meer; Hij daagt ons uit om Hem en zijn genade te blijven zoeken. Hij heeft toch ook beloofd, dat degenen die vragen en zoeken en aankloppen tevredengesteld zullen worden! Hoe meer wij zoeken hoe meer wij zullen vinden! Laten wij dus nooit stoppen met het zoeken van de Heer!

Wij vieren vandaag een nederlandse heilige: Petrus Canisius, priester en kerkleraar.

Peter Kanis werd in 1521 te Nijmegen geboren en trad, na zijn studies te Keulen, in bij de jezuïeten. Na zijn priesterwijding in 1546 was hij werkzaam in de Duits sprekende landen van Europa, waar hij door woord en geschrift met inzet van geheel zijn persoon het katholieke geloof verdedigde. Onder zijn vele werken neemt zijn grote katechismus de voornaamste plaats in. Hij stierf op 21 december 1597 te Fribourg in Zwitserland, vanwaar een deel van zijn relieken naar Nijmegen is overgebracht. In 1925 werd hij door paus Pius XI heilig verklaard en tot kerkleraar uitgeroepen.