Preekje op 26-05-2020, dinsdag na de 7e zondag van Pasen

Preekje op 26-05-2020, dinsdag na de 7e zondag van Pasen

Je ziet weleens, dat mensen op een tribune alle aandacht op zichzelf proberen te richten. Sommige atleten doen dat ook na een grote wedstrijd. En soms zie je ook politieke leiders, die graag op de foto gaan en lange toespraken houden om te benadrukken, dat zij verbonden zijn met de verschillende aanwezige belangengroepen.

Maar soms zien we ook, dat hoe meer die mensen in de schijnwerpers willen staan, hoe minder geloofwaardig en interessant ze worden.

Wat Jezus Christus in de evangelielezing van vandaag doet is eigenlijk het tegenovergestelde. Als Hij bidt: “Verheerlijk uw Zoon”, dan vraagt Hij niet om zijn eigen eer en glorie. Want in de volgende regel zegt Hij: “Opdat de Zoon U verheerlijke”.

In alles wat Hij deed, wilde Jezus de volmaakte weerspiegeling zijn van de heerlijkheid van zijn hemelse Vader. Hij was niet geïnteresseerd in eer en de roem. Als dat wel zo was, zou Hij niet vrijwillig aan het kruis zijn gegaan. En toch is Hij de beroemdste Persoon, die ooit heeft geleefd. Zijn nederigheid, liefde, genade en onbaatzuchtigheid zijn in de wereld niet onopgemerkt gebleven.

Zoals altijd zit er ook in deze evangelielezing weer een les voor ons. Wij kunnen genade mislopen door prestatiegericht te zijn. Het is daarom beter de Heer in ons dagelijks leven te verwelkomen.

Als mensen iets bereiken, dat als belangrijk wordt erkend, kunnen zij zich belangrijk voelen. Voelen zij zich niet zo, dan kunnen zij zich ondergewaardeerd voelen, minder waard dan iemand anders.

Maar God is onze ware heerlijkheid, zoals dat was voor Jezus Christus. Onze heerlijkheid ligt niet in wat wij bereiken of in de erkenning van onze trouw. Er is voor ons eigenlijk maar één groot voorrecht, en dat is dat wij de Heer hebben mogen leren kennen, dat wij door Hem geliefd zijn en dat Hij bezig is om in zijn Hemelhuis voor ons een plaatsje te bereiden.

Hoe ziet de dag van vandaag er voor ons uit? Waarschijnlijk hebben wij een aantal zeer routinematige taken uit te voeren, zaken die wij al talloze malen hebben gedaan en waarvoor we misschien nog maar weinig erkenning ontvangen: het bereiden van een maaltijd of het op tijd betalen van de rekeningen, stofzuigen en de ramen lappen.

Vragen wij Jezus Christus om ook bij dit soort werkzaamheden aanwezig te zijn. Doen wij het als het ware samen met Hem. Maken wij er een gebed van. Weten wij, dat als wij onzichtbaar lijken voor de mensen om ons heen, dat Jezus Christus ons dan wel ziet. Weten wij, dat wij Hem verheerlijken door onze liefde en trouw. En dat Hij op zijn beurt dan weer de hemelse Vader kan verheerlijken.

Vandaag vieren wij de gedachtenis van de heilige Filippus Neri.

Hij werd in 1515 te Florence geboren. Op latere leeftijd vertrok hij naar Rome en trok zich het lot aan van de jeugd aldaar. Zijn beleving van het evangelie beperkte zich echter niet hiertoe. In zijn bezorgdheid voor zieke armen richtte hij een vereniging op die zich met ziekenbezoek belastte. Priester gewijd in 1551, stichtte hij het oratorium waarin geestelijke lezing, zang en liefdewerken tot de religieuze opdracht behoorden. Filippus was een man van uitzonderlijke naastenliefde en evangelische eenvoud en diende God met grote blijmoedigheid. Hij stierf in 1595.