Preekje op 25-06-2020, donderdag in de 12e week door het jaar 2
Vandaag horen wij in de eerste lezing uit het tweede Boek der Koningen over een jongeman, Jojakin, die op 18-jarige leeftijd koning wordt van Juda. Rijkdom en macht lagen binnen handbereik. Wat een uitdaging op zo’n jonge leeftijd.
Jojakin kwam in het turbulente tijd in Jeruzalem aan de macht. De regio dreigde verwoest te worden door Babylon. En inderdaad in minder dan vier maanden tijd werd Jeruzalem aangevallen en werd hij verbannen naar Babylon. Al zijn schatten werden in beslag genomen of vernietigd. Vele jaren heeft hij in de gevangenis doorgebracht voordat hij werd vrijgelaten.
Was Jojakin verrast door de onverwachte wending, die zijn leven nam? Hij had het in ieder geval niet moeten zijn. Al jarenlang had de profeet Jeremia een ramp voorspeld als Gods volk – inclusief Jojakin – zich niet tot de Heer, hun God, zou bekeren (Jeremia, 22, 20-30). Hij waarschuwde vooral, dat de zonden van de leiders de hele natie zouden vernietigen. Maar helaas, net als de koningen vóór hem weigerde Jojakin te luisteren.
Jojakin was natuurlijk nog maar heel jong toen hij Jeremia’s waarschuwingen hoorde. Misschien herinnert hij ons aan sommige tieners, die wij in onze eigen omgeving kennen of … hij doet ons denken aan hoe wijzelf op die leeftijd waren. Misschien dachten wij vroeger ook dat wij het advies van de volwassenen om ons heen en de raadgevingen van God niet nodig hadden. Misschien waren wij meer gefocust op materiële zaken dan op bidden en naar de Mis gaan. Misschien hebben wij net als Jojakin wel kwaad gedaan in de ogen van de Heer (2 Koningen 24, 9).
Mocht dit inderdaad ook op ons van toepassing zijn, laat het ons dan inspireren tot hoop voor de jonge mensen om ons heen. Elke nieuwe dag is ook voor hen een nieuwe kans om tot de Heer te komen en het geloof te verdiepen. Het is ons overkomen – het kan hen overkomen. God geeft zijn volk nooit op, en wij ook niet.
Pas achttien jaar na zijn gevangenneming werd Jojakin vrijgelaten en eervol behandeld door de nieuwe koning van Babylon (2 Koningen 25, 27-30). Wij weten niet hoe zijn leven toen verderging. Als iemand zo veel tijd heeft gehad om na te denken, zou het natuurlijk heel goed kunnen, dat hij zich tot de Heer heeft bekeerd. Onthouden wij dat bij God alle dingen mogelijk zijn!