Preekje op 21-04-2020, dinsdag na de 2e zondag van Pasen

Preekje op 21-04-2020, dinsdag na de 2e zondag van Pasen

Het is prachtig om in de eerste lezing te horen hoe de eerste christenen voor elkaar zorgden. God had hen niet alleen een grote liefde voor Hem gegeven, maar ook voor elkaar.

De rijkere leden van de geloofsgemeenschap, mensen als Barnabas, deelden hun bezittingen met de mensen, die het niet zo goed of helemaal niet goed hadden. Deze rijkere mensen beschouwden het als een genade van God, dat zij dit goede werk móchten doen in plaats van alles voor zichzelf te houden. Zo maakten zij niet alleen de armere mensen blij, maar ook zichzelf en natuurlijk ook God.

Jullie hebben vast nog nooit gehoord van de zalige Frederic Ozanam. Nou, ik gisteren ook nog niet. Hij is een min of meer hedendaags voorbeeld van iemand, die, net als de vroege christenen, verder keek dan zichzelf en zich inzette voor de mensen om hem heen.

Wij hebben nu last van het coronavirus, van de Corona-epidemie, maar in zijn tijd stierven de mensen met duizenden door een cholera-epidemie, in Parijs in 1832. En nog veel meer mensen werden berooid achtergelaten.

Ozanam, een jonge universiteitsstudent, werd getroffen door de hopeloze staat waarin de families verkeerden, die door de ziekte hun kostwinner hadden verloren. En hij werd ook getroffen door de opmerking van een medestudent, die zei: “In vroegere tijden bewerkte het Christendom wonderen, maar wat doet het nu voor de mensheid!? En jij die trots bent op je katholiciteit, wat doe jij voor de armen!?

In reactie daarop verzamelde Ozanam een aantal vrienden en begon te doen wat hij kon om het lijden, dat hij in de sloppenwijken van de stad zag, te verlichten.

Uiteindelijk groeide er een nieuwe organisatie, de Sociëteit van de heilige Vincentius a Paolo, uit zijn werk en verspreidde zich. In de loop van de jaren gingen miljoenen vrijwilligers kansarme mensen over de hele wereld helpen.

Zij doen aan een huisbezoek, huisvestingshulp, helpen mensen aan een baan, aan voedsel, zorgen voor medicijnen van ouderen en bidden met mensen. Zo tonen zij op talloze concrete manieren de liefde van Jezus Christus.

Broeders en zusters, de meesten van ons leven niet in zo’n hechte gemeenschap als de eerste christenen waar iedereen alles gemeenschappelijk bezat. Evenmin is bijna niemand van ons in staat om als Barnabas zijn huis te verkopen en weg te schenken aan de lokale parochie en dan nog steeds in staat zijn om te zorgen voor zichzelf en zijn gezin.

Maar God roept ons wel op om iets te doen: om naar vermogen getuige te zijn van Jezus Christus door daden van vrijgevigheid en liefdevolle dienstbaarheid. Vragen wij dus de heilige Geest onze ogen te openen voor de noden om ons heen. Zelfs het delen van een klein beetje van onze middelen, van een klein deel van onze tijd en aandacht, kan voor iemand een groot verschil betekenen!