Preekje op 15-06-2020, maandag in de 11e week door het jaar 2

Preekje op 15-06-2020, maandag in de 11e week door het jaar 2

Vandaag zegt Jezus Christus in het evangelie, dat een mentaliteit van “oog om oog, tand om tand” niet bij ons, christenen, past. Wil Hij daarmee zeggen, dat wij ons niet mogen verdedigen tegen iemand, die ons kwaad wil doen? Moeten wij gevaarlijke situaties niet proberen te vermijden? Dat kan niet de bedoeling zijn.

Jezus Christus heeft het over de verleiding om wraak te nemen, om moedwillig kwaad met kwaad te vergelden. Het is een mentaliteit, die wij vandaag de dag helaas maar al te vaak zien.

Een familielid maakt een kwetsende opmerking, en de beledigde partij neemt wraak door met een nare uitspraak te reageren of door een lelijke e-mail te sturen.

Op grotere schaal kan dit escaleren in een complete oorlog. Het kan beginnen met één kogel van de ene partij en even later vliegen de kogels en de raketten over en weer.

Het is soms verleidelijk om wraak te willen nemen, maar Jezus Christus roept ons op om dat verlangen los te laten, evenals de woede waardoor wij dan worden gedreven waarom? Omdat Hij weet, dat het kwade nooit het kwade kan overwinnen. Omdat Hij weet, dat de klap, die wij teruggeven onze pijn niet kan genezen.

Jezus’ oproep om geen weerstand te bieden aan het kwade was niet alleen een kwestie van woorden, Hij heeft het ook zijn hele leven lang voorgeleefd. Wij weten, dat Hij vaak valselijk is beschuldigd, omdat men Hem wilde veroordelen, maar Hij haalde niet uit tegen de mensen, die Hem vervolgden en ter dood wilden brengen.

Wij weten, dat het heel menselijk is om kwaad met kwaad te willen vergelden. Daarom hebben wij Jezus’ hulp nodig om aan deze verleiding te kunnen weerstaan. Als wij in verbondenheid met de Heer door het leven gaan en ons zijn voorbeeld geregeld in herinnering brengen, kunnen wij deze weg gaan: anderen verdragen, de andere wang toekeren en van harte vergeven.

Een volgende keer, dat wij in de verleiding komen om iets kwaads terug te doen, vragen wij dan de Heer om ons de kracht te geven een kind van de vrede te zijn. Als iemand grof in de mond is tegen ons, proberen wij dan te vergeven en los te laten. Mocht er sprake zijn van een langdurige vete of een diepe pijn in ons leven, nemen wij dan de tijd om erover te bidden. Vragen wij de Heer dat wij op den duur mogen vergeven.

Deze goede weg is lang niet altijd gemakkelijk en wij kunnen haar meestal niet vanzelf volgen, maar met Jezus’ hulp kunnen wij het kwade met het goede overwinnen.