Preekje op 15-05-2020, vrijdag na de 5e zondag van Pasen
Wij weten allemaal wel hoe belangrijk het kan zijn om goede vrienden te hebben. Het is fijn om met vrienden er even tussenuit te kunnen gaan, even wat anders doen, leuke dingen doen, en ook en vooral in tijden van kleine en grote noden kunnen echte vrienden van grote betekenis zijn.
Vandaag doet Jezus Christus in het evangelie een uitspraak, die ons hart van vreugde kan doen slaan: “Ik noem u geen dienaars meer, want de dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar u heb Ik vrienden genoemd, want Ik heb u alles meegedeeld wat ik van de Vader heb gehoord”.
Wat ontzettend fijn om dit te horen! Jezus Christus noemt ons zijn vrienden. Wij zijn geen slaven of werknemers. Wij zijn geen onderwerp van al dan niet vervelende verplichtingen. Wij zijn vrienden van de Heer. Er is een wederzijds vertrouwen, echte genegenheid tussen Hem en ons. De Zoon van God heeft ons gekozen. Wij hebben een plekje in zijn goddelijk Hart, zodat wij vruchten voor zijn Koninkrijk kunnen voortbrengen, vruchten, die in eeuwigheid blijven.
Alles in deze wereld gaat voorbij, maar wat wij voor Jezus Christus en zijn Koninkrijk doen – en dus ook voor onze medemensen, want die horen bij dat Koninkrijk – komt uiteindelijk terecht bij de hemelse Vader. Door Jezus Christus hebben wij beschikking over alle hemelse middelen. Alles wat Hij van de Vader weet en heeft ontvangen, deelt Hij met ons. Dat is het wat een blijvend effect geeft aan ons bidden en werken. Jezus Christus heeft toestemming van zijn en onze Vader om ons te geven wat wij in zijn Naam vragen.
In Jezus’ tijd en helaas tot op de dag van vandaag zijn er slaven, die schreeuwen om hulp en er zijn lang niet altijd mensen, die hen horen. Laten wij voor al die onbekenden bidden. Maar wij mogen delen in een liefdevolle samenwerking tussen de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
De enige voorwaarde, die Jezus Christus stelt, is dat wij van elkaar houden en voor elkaar zorgen, zoals Hij dat voor ons heeft gedaan en nog steeds doet.
Nu, de kans is groot dat niemand van ons ooit letterlijk zijn leven voor iemand anders zal hoeven te geven, maar dat is uiteraard geen probleem. Wij allemaal hebben meer dan voldoende mogelijkheden om iedere dag opnieuw in zelfopofferende liefde te beoefenen.
Wij kunnen ‘sterven’ door waar mogelijk onze eigen ideeën of argumenten los te laten. We kunnen ‘sterven’ door een ander te laten kiezen naar welk tv-programma er wordt gekeken of door tijd te nemen om de nieuwe buren te leren kennen. Kinderen kunnen het doen door even niet met hun smartphone bezig te zijn en voor hun ouders de afwas te gaan doen. Misschien kunnen wij iemand bezoeken, die alleen woont of een maaltijd koken voor een zieke buurvrouw of voor iemand, die pas een kindje heeft gekregen. Er is geen gebrek aan mogelijkheden om mensen te helpen.
Het goede nieuws is, dat – als wij ervoor openstaan – God ons alle kracht, vriendelijkheid, zelfbeheersing en geduld zal geven, die wij nodig hebben om op de juiste manier aan deze oproep gehoor te kunnen geven. Wij zijn de vrienden van de Heer en Hij is een zeer een zeer gulle God.
Vanmorgen kon wij op het RTL Ontbijtnieuws horen hoe in Amerika een rijke klant zo blij was, dat hij weer naar de kapper kon, dat hij degene, die Hem knipte een fooi gaf van $ 2500; de manager kreeg $ 1000 en alle andere werknemers $ 100. Welnu, hoe mooi ook … Gods gaven zijn nog veel royaler en sowieso van veel belangrijker aard.