Preekje op 14-05-2020, donderdag na de 5e zondag van Pasen
Mensen, die met kinderen en jongeren werken, doen weleens een soort spel om er achter te komen hoe ze over bepaalde zaken denken of wat ze allemaal wel of niet doen. De leiding gaat dan een aantal vragen stellen en als het antwoord “ja” is, dan moeten ze blijven staan, en is het “nee”, dan moeten ze gaan zitten.
Misschien dat Petrus en de andere apostelen ook wel zoiets hebben gedaan voorafgaand aan de keuze van de man, die de plaats van de apostel Judas moest innemen. Dat Petrus bijvoorbeeld vroeg wie er allemaal bij waren toen Jezus gedoopt werd? Wie waren er allemaal bij, toen Hij de 5000 te eten gaf? Was je erbij toen Jezus de blinde Bartimeüs genas? Was je één van de getuigen van de Verrijzenis van Onze Heer Jezus Christus? De ene vraag na de ander en uiteindelijk bleven er nog maar twee mannen staan: Barnabas en Mattias.
De apostelen voelden zich innerlijk nog te klein en te zwak om zelf een keuze te maken. Daarom spraken zij een gebed uit en door middel van loting lieten zij God aanwijzen wie Hij had gekozen. En het lot viel op Mattias.
Mattias moest de plaats innemen van Judas om samen met de andere apostelen te getuigen van alles wat Jezus gezegd en gedaan had, maar met name om een getuige van de Verrijzenis te zijn: dat Jezus Christus werkelijk had geleden, werkelijk was gestorven, en werkelijk uit de dood was opgestaan, verrezen.
We weten: de apostelen zijn de eerste bisschoppen. Wij, hier aanwezig, en jullie, die meevieren via de livestream, zijn geen bisschoppen. Maar God heeft ook ons geroepen om te getuigen.
Wij hebben toch al heel wat keren in ons leven ervaren, dat God in liefde en kracht met ons is. Wij zijn dankbaar vanwege de vele zegeningen, die wij hebben mogen ontvangen, maar ook dankbaar voor de genade van bijstand in tijden van grote moeilijkheden.
Vandaag, de feestdag van de heilige apostel Mattias, is een goede dag om aan onszelf te werken als getuige van de Heer. Laten wij in de loop van de dag een paar minuten nemen om onszelf te binnen te brengen hoe vaak de Heer ons heeft gezegend. Denken wij erover na hoe Hij in heel gewone situatie bij ons is, maar ook hoe Hij heeft ingegrepen, geholpen, in tijden van grote moeilijkheden. Denken wij aan de wonderen, die wij Hem hebben zien doen in de levens van andere mensen. Ongetwijfeld hebben wij allemaal een mooi verhaal om te vertellen.
We kunnen de Heer vragen of Hij wil, dat wij dit met een bepaald iemand delen en of Hij ons en die persoon dan met elkaar in contact kan brengen. En als dat dan gebeurt, gewoon uit ons hart vertellen, daar gaat de meeste draagt vanuit. Dan zullen ook wij echter apostelen van Gods liefde zijn.