Preekje op 11-05-2020, maandag na de 5e zondag van Pasen

Preekje op 11-05-2020, maandag na de 5e zondag van Pasen

Vandaag komen wij Paulus en Barnabas tegen in Lystra. Zij genezen een verlamde man en nu denken de inwoners, dat de goden in mensengedaante tot hen zijn gekomen. De mensen kijken dus heel erg op tegen Paulus en Barnabas.

Vandaag de dag zou er voor ons een andere verleiding kunnen zijn: dat wij – priesters en diakens en leken – neerkijken op hen, die soms totaal geen besef hebben van de geestelijke dimensie van het leven. Er is een bekoring om te vergeten dat zij onze broeders en zusters zijn, door God even geliefd, en evenveel respect en eer waard als de grootste heilige.

Het is waar, dat tegenwoordig veel mensen onverschillig of zelfs vijandig lijken jegens God en de Kerk. Zij vergelijken religie met bijgeloof, opium voor het volk, het zou mensen tegenhouden om zichzelf volkomen te ontwikkelen. Zij zien christenen als vreugdeloze robots, die doen wat hen gezegd wordt in plaats van dat zij voor zichzelf denken.

Maar de laatste pausen hebben heel mooi geschreven en gesproken over hoe God wil dat wij leven.

Zij hebben ons verteld, dat echt mens-zijn betekent, dat wij in het licht van Gods openbaring elk facet van ons persoonlijke leven moeten proberen te ontwikkelen.

Wij als christenen hoeven onze levensvragen, onze gevoelens en verlangens niet te onderdrukken, zo van: dat is allemaal aards en dus niet belangrijk.

Integendeel, met de talenten, de gaven, die wij van God hebben ontvangen, moeten wij iets doen. Wij ontwikkelen ze in de geest van Gods creatieve en verlossende liefde.

Onze onverschrokken vragen aan God en het leven kunnen ons ertoe brengen om nader te onderzoeken hoe God onze wereld heeft geschapen.

Onze verontwaardiging over bestaand onrecht motiveert ons op te komen voor de machtelozen en de rechtelozen.

Onze verwondering over de schoonheid van Gods schepping kan onze eigen creativiteit helpen ontwikkelen.

Zoals Paulus het volk van Lystra vertelt, God heeft overal sporen van zichzelf achtergelaten, vooral in ons, mensen, omdat wij geschapen zijn naar zijn beeld en gelijkenis.

ls wij effectieve evangelisten willen zijn, moeten wij de mensen om ons heen waarderen. Als wij hen als onze familie kunnen zien, zullen wij meer bereid zijn om naast hen te gaan staan, te bevestigen wat er goed in hen is, en hen helpen ontdekken, dat God nog veel meer goeds voor hen in petto heeft.

Overwegen wij vandaag deze woorden van paus Franciscus, die het volgende heeft gezegd: “Het is hoognodig, dat wij nieuwe manieren vinden om ervoor te zorgen, dat Gods genade het hart van elke man vrouw kan raken en hen naar Hem kan leiden. Wij zijn allemaal eenvoudige, maar toch belangrijke instrumenten in zijn Vaderhand. Wij hebben de gave van het geloof niet ontvangen om deze verborgen te houden, maar om haar te verspreiden, zodat het een steeds groter aantal van onze broeders en zusters op hun levensreis kan verlichten”.

Paus Franciscus sprak deze woorden op 17 mei 2013 tot de deelnemers aan de vergaderingen van de Pauselijke Missionaire Verenigingen.

Danken wij God ervoor, dat over het hij ons naar zijn beeld en gelijkenis heeft geschapen. Vragen wij, dat Hij ons helpt zijn beeld in iedere medemens te koesteren.