Preekje op 07-05-2020, donderdag na de 4e zondag van Pasen

Preekje op 07-05-2020, donderdag na de 4e zondag van Pasen

Hebben wij weleens zo’n dag gehad, dat wij wakker werden en vastbesloten waren vandaag in de wereld een verschil te maken door helemaal voor Jezus Christus te leven? We staan op, popelen om een boodschapper van Gods liefde te zijn.

Tegen de avond echter zijn wij alleen achtergebleven met ons enthousiasme. We zitten verbouwereerd voor ons uit te kijken, verbaasd over wat er allemaal is gebeurd en ook niet is gebeurd.

We hebben echt ons best gedaan om als een ambassadeur van en voor Jezus Christus te leven. We wilden echt, dat de mensen zouden ontdekken, dat Hij de bron van onze vreugde is.

Maar op de dag terugkijkend, voelen wij dat er iets ontbrak. Het was alsof al onze inspanningen ontoereikend waren, niet voldoende overtuigend, niet trouw en zelfs te weinig liefdevol.

Broeders en zusters, dagen als deze horen er bij. En als ze komen, laten we ze dan toch proberen te zien als een gave van God. Het is op dit soort dagen, dat God ons eraan kan herinneren, dat al onze eigen, menselijke inspanningen ontoereikend zijn.

Petrus en de andere apostelen moesten zich door Jezus Christus de voeten laten wassen. Zo begint het evangelie van vandaag. En wij moeten dat ook laten doen. Wij kunnen alleen de nodige genade vinden om andere mensen te kunnen dienen als wij ons eerst zelf door Hem laten dienen.

Stellen wij ons voor, dat wij onderaan een lange trap staan; Jezus staat bovenaan de trap. Wij zien zijn glorie, de liefde, die uit zijn goddelijke Hart stroomt en dat maakt dat wij graag bij Hem willen zijn.

We beginnen aan de weg naar boven, maar iedere keer als wij een paar stappen hebben gezet, vallen wij weer terug.

Na een aantal mislukte pogingen voelen wij ons ietwat gefrustreerd en vragen wij Hem ons te helpen. In een oogwenk daalt Jezus Christus af naar de laagste trede, pakt ons op en draagt ons in één keer naar de top.

De dag van vandaag hoeft niet één van die dagen te zijn, die eindigen in frustratie en teleurstelling. In plaats daarvan treden wij in gebed binnen in Gods heilige aanwezigheid.

Laten wij ons door Hem de voeten wassen. Accepteren wij de bevrijdende waarheid, dat wij nooit uit onszelf een boodschapper van Gods liefde zullen worden. God heeft dat ook nooit zo gewild, nooit van ons verwacht.

Eerst roept Hij ons en dan zendt Hij ons. Het initiatief en de toerusting om dit heilig dienstwerk goed te kunnen doen ligt geheel bij Hem. Wij mogen een vat zijn van zijn aanwezigheid, van zijn licht, zijn genade.

Sluiten wij even onze ogen en openen wij ons hart. Realiseren wij ons, dat Hij werkelijk bij ons is. En gaan wij dan samen op weg.