Preekje op 01-05-2020, vrijdag na de derde zondag van Pasen
Proberen wij ons even voor te stellen, dat wij op straat een vreemdeling passeren, die echter abrupt stopt om met ons te praten. Wij proberen hem te negeren en voorbij te lopen als hij plotseling onze naam noemt. Verbaasd draaien wij ons om en vragen hoe hij onze naam kent. Hij antwoordt met een naam, die ons bekend in de oren klinkt. Wij nemen het onbekende gezicht van dichtbij onder de loep om hem vervolgens te herkennen als een oude klasgenoot. Die heldere, vertrouwde ogen, hoe konden wij het niet gezien hebben!?
Binnen enkele seconden is het gezicht van de vreemdeling in onze geest veranderd in het gezicht van een dierbare oude vriend. De schellen zijn van onze ogen gevallen en wij herkennen de persoon in die toch nog onbekende buitenkant. Mooie herinneringen aan een goede vriendschap komen weer in ons naar boven wanneer onze geest de stap maakt van een algehele onverschilligheid tot een actieve interesse in de persoon voor ons.
De eerste lezing van vandaag laat ons twee mensen zien van wie het hart ook geopend wordt voor de ander. Eerst zien we Saulus, die een vendetta voert tegen de christenen. Mannen en vrouwen sleept hij geboeid naar de gevangenis. Hij is verblind door een haat jegens de Heer.
Maar dan, onderweg naar Damascus, vallen hem opeens de schellen van de ogen. Hij ziet het licht. Zijn hart wordt geopend, zowel voor Jezus Christus als voor zijn volgelingen. Als gevolg daarvan neemt zijn leven een dramatische positieve wending en wordt hij een van de grootste apostelen van de Kerk.
Dan is er ook nog Ananias. Hij is bang voor Saulus. Hij heeft gehoord waartoe deze onderweg is naar Damascus. Maar als het Woord Gods tot Hem wordt gericht, gaat hij met vertrouwen bij Saulus op bezoek. En Lucas, die de Handelingen van de Apostelen heeft geschreven, geeft ons een ontroerend inzicht in deze veranderende levens. Wanneer Ananias bij Saulus binnenkomt spreekt hij hem aan met “Saul, broeder.” Er is bij Ananias helemaal geen sprake van veroordeling of angst. Zoals Jezus Christus openstaat voor ieder van ons, zo staat Ananias nu ook open voor Saul die vanaf nu een nieuw leven gaat leiden: Saulus wordt Paulus.
Misschien kunnen wij bij onszelf nagaan of er ook in ons leven, in onze omgeving, mensen zijn tegenover de wie wij ons koeltjes gedragen. Dus niet alleen vreemdelingen op straat, maar mensen die wij bijvoorbeeld kennen van het werk of van de sport, maar met wie wij nauwelijks of zelfs geen contact hebben. Een volgende keer, dat wij die persoon tegengekomen, proberen wij dan naar hem of haar te kijken met de ogen van Jezus Christus. God weet hoe ook die persoon onderweg is naar het goede. God kijkt met heel veel liefde en hoop. Proberen ook wij zo te kijken, voor die persoon te bidden. Misschien kunnen wij weer een volgende keer naar hem of haar te knikken of zelfs even gedag te zeggen. Wie weet hoe belangrijk jullie voor elkaar gaan worden!