Preek op 05-04-2020, Palmzondag, jaar A, pastoor Frank Domen
Openingswoord
Broeders en zusters, welkom, ook de gelovigen, die via livestream met ons meevieren, fijn, dat jullie met ons verbonden zijn. Wij zijn hier in de kerk met ons vijven. Jullie zijn met veel meer. Heel apart. Zo’n Goede Week, zo’n Pasen, heeft niemand van ons ooit meegemaakt.
Wij staan aan het begin van de Goede Week. Normaal gesproken ook een drukke week. Wij hebben dan voor de feestdagen nog veel voorbereidingen te treffen. Maar door het coronavirus is alles anders. Geen grootse maaltijden, geen uitgebreide familiebezoeken. Bij sommige mensen heerst spanning, angst, bij velen, die al een dierbare hebben verloren, groot verdriet.
Ook de komende week gaat er Iemand sterven. Gelukkig vieren wij op het einde ook zijn verrijzenis en daarmee mogen wij ook de hoop op onze verrijzenis weer versterken.
Wat doen wij als een familielid of vriend komt te sterven? Eigenlijk niet veel. Wij zitten aan het sterfbed, houden een hand vast, zeggen af en toe wat lieve woordjes, huilen soms, samen. Maar in deze coronatijd kan dat in de tehuizen niet eens. Sommige mensen sterven zonder de aanwezigheid van hun dierbaren.
De Goede Week is eigenlijk sowieso een week om niet veel te doen. Dat gaat nu min of meer vanzelf. Het zou mooi zijn als wij de extra tijd, die wij hebben niet alleen gebruiken om bijvoorbeeld het huis eens extra goed schoon te maken, maar ook om eens wat extra met onze gedachte bij Jezus Christus te zijn. Bij Maria, die met haar Zoon meelijdt.
Zien wij, dat dat alles gebeurt omwille van ons, om voor ons de weg naar het eeuwig leven te openen. Het eeuwige leven, dat door het doopsel al in deze wereld begint. Zien wij de liefde van Jezus en Maria. Geven wij God en mensen heel veel liefde terug, speciaal deze week.
Zoals de Joden vroeger Jezus feestelijk binnenhaalden in de hoofdstad Jeruzalem, zo willen wij Hem onthalen in onze geloofsgemeenschappen, in onze gezinnen, in heel Nederland, in ons hart vooral.
Maar zijn wij niet als de toenmalige Joden, die zich binnen enkele dagen lieten ompraten. “Hosanna” werd “Kruisig Hem!” Vragen wij, dat wij God en elkaar altijd trouw mogen blijven.
Zegening van de Palmtakken
Evangelie van de Intocht
Preek
De Goede Week is de voornaamste week in de Kerk. Een week vol gebeurtenissen. Een week waarin het lijden van onze Heer centraal staat. Zijn glorievolle intocht in Jeruzalem vieren wij vandaag. Jezus werd als Koning begroet. Met palmtakken. Ook wij krijgen zo’n palmtak om thuis aan het kruisbeeld te bevestigen.
Vandaag na deze Mis uur zetten we in de hal van de kerk en bij de voordeur van de pastorie Paaskaarsjes met een palmtakje eraan. Om te beginnen graag één per gezin meenemen.
Wij denken aan die feestelijke intocht, maar ook en toch vooral aan zijn lijden.
De profetieën van Jesaja zullen in deze week werkelijkheid worden. Gods Zoon zal door de mensen verworpen worden. Dat horen we vandaag in het lijdensverhaal.
Dat verhaal is iedere keer opnieuw een indrukwekkend gebeuren. Wij horen wederom hoe Jezus na het Laatste Avondmaal, waarin Hij zichzelf aan ons gaf om steeds onder ons aanwezig te zijn, overgeleverd wordt om het Kruis op zijn schouders te nemen en om gekruisigd te worden.
Het Kruis dat Hij te dragen had, en waaraan Hij stierf, werd het teken van ons heil. Want door de dood aan het Kruis kon Jezus verrijzen om voor ons de toegang tot de hemel weer mogelijk te maken. Vandaar ook dat we zijn Kruisweg bidden. Ook wij hebben met dat Kruis te maken.
Wij zijn ons bewust van wat Jezus voor ons gedaan heeft. We zijn Hem er ook dankbaar voor, maar als ook ons kruis begint te drukken, onze pijnen, zorgen en angsten, ons verdriet, onze eenzaamheid, dan zijn wij niet altijd bereid het verder te dragen.
Om dat echter wel te kunnen worden wij in deze week uitgenodigd om alle genadegaven van de Heer te overwegen, te ontvangen.
En daar hebben wij nu volop gelegenheid toe. Door het coronavirus is er heel veel wat wij niet meer kunnen en mogen doen. Het is eigenlijk een woestijnervaring. Een geluk bij een ongeluk. We worden teruggeworpen op wat wezenlijk is in het leven. En wij, gelovigen, zeggen dan natuurlijk: wezenlijk is de liefde tot God en de medemens. En de rest is bijzaak, gaat allemaal voorbij.
Als mensen een hele tijd thuis zo wat boven op elkaar zitten, blijkt ook hoe zwak wij soms zijn. We worden geconfronteerd met onszelf, met elkaar. Daar kunnen we met de genade van deze Goede Week iets aan proberen te doen.
Wij kunnen ons door Jezus Christus laten verlossen. Dan kunnen wij – al zijn de meesten van ons niet lijfelijk in de kerk aanwezig – misschien intenser dan voorgaande jaren het hoogfeest van de verrijzenis vieren, het feest van de opstanding uit zonde en dood.
Denken wij deze komende week méér dan anders na over het goede en het kwade, dat wij in ons eigen leven doen.
Danken wij voor het goede. Vragen wij, dat het goede in ons steeds sterker mag worden, dat het mag groeien, zoals al wat leeft groeit.
Vragen wij vergeving voor wat in ons leven kwaad is. Zien wij hoe Jezus Christus lijdt onder ons kwaad, hoe mensen om ons heen lijden onder ons ongeduld, ons egoïsme of wat dan ook.
Pasen, beste medegelovigen, is het hoogtepunt van het kerkelijke leven. Laten wij ons daar in deze lijdensweek goed op voorbereiden … door in gedachte bij de lijdende Jezus te zijn, bij mensen, die lijden onder het virus, die zwoegen onder het virus – alle doktoren en medische personeel, alle mensen, die werken in de zorg. Velen van die lijdenden kunnen wij nu even niet opzoeken, maar een telefoontje of een kaartje, dat kan altijd. Jezus deed wat Hij kon. Hij gaf zich tot het uiterste. Doen ook wij wat we kunnen. Amen.