Preek op 05-01-2020, hoogfeest van Openbaring des Heren, jaar A, pastoor Frank Domen
Openingswoord
Beste medegelovigen, van harte welkom. In veel huizen en winkels is de kerstversiering alweer weg, maar niet in de kerk. Want er komen nog een paar grote feesten.
Vandaag het hoogfeest van Openbaring des Heren. Voor de christenen in het oosten is dit het eigenlijke Kerstfeest.
Dit feest vraagt naar onze houding, onze instelling op onze levensweg. En naar wat het doel is van ons eigen leven. Laten ook wij ons net als de drie Wijzen uit het oosten door een ster leiden? Is het dezelfde hemelse ster of hebben wij misschien een andere of zelfs meerdere sterren? Zijn er zaken in ons leven, die een heel grote – misschien zelfs een té grote – invloed op ons leven hebben, zo groot dat het ten koste van onze verhouding met God en medemens!?
Vragen wij God en elkaar dan om vergeving; vragen wij om wijsheid: dat wij net als de Wijzen steeds opnieuw mogen ontdekken hoe wij met ons leven het beste verder kunnen gaan.
Openingsgebed
Laat ons bidden. Heer onze God, over alle grenzen heen hebt Gij uw heerlijkheid geopenbaard. De Wijzen uit het oosten hebben uw ster gezien, de volken der aarde hebben uw licht aanschouwd. Wij vragen U: laat uw Zoon onze leidsman zijn op onze pelgrimstocht naar U. Laat allen, die nog niet geloven, uitzien naar uw licht en de weg vinden naar uw koninkrijk. Door onze … Amen.
Crèche
Kinderwoorddienst
Preek
Broeders en zusters, de Wijzen uit het oosten verlieten hun land om de nieuwgeboren Koning van de joden te bezoeken en om Hem hun bijzondere geschenken aan te bieden.
We hebben onlangs met een aantal mensen weer een bedevaart-vliegreis naar Medjugorje geboekt. Maandag 8 juni gaan we op weg en op zaterdag 13 juni zijn we alweer terug. Als ik het niet zou zeggen, zouden de meeste mensen niet eens merken, dat we weg zijn geweest.
Maar die drie Wijzen zijn weken of zelfs maanden onderweg geweest. Op tv zien we geregeld beelden van mensen, die de grootst mogelijke moeite moeten doen om van het ene land naar het andere te kunnen reizen. Soms spelen er zich onderweg grote drama’s af. Het verloopt niet allemaal even soepel. En dan kunnen wij tegenwoordig nog een reisverzekering afsluiten. Zij niet, nu niet, toen niet.
Het kan dus weleens flink tegenzitten. Je moet beslist een positieve en misschien zelfs wel een avontuurlijke levenshouding hebben om naar een ander land op reis te gaan. Wij moeten bereid zijn nieuwe mensen te leren kennen, nieuwe wetten en gewoontes, de taal willen leren. Als mensen niet daartoe bereid zijn, kunnen ze er eigenlijk beter niet aan beginnen. Maar ja, soms kunnen ze niet anders vanwege bijvoorbeeld een oorlog.
Er zijn katholieke organisaties, die jongeren uitzenden om in arme landen te gaan helpen. Die jongeren lopen natuurlijk ook tegen van alles aan. Bijvoorbeeld het gemis van een stukje luxe en comfort. Hun smartphone hoeven ze niet te missen, maar of je je lievelingskostje krijgt en iedere dag een heerlijk verfrissende douche kunt nemen, dat is maar de vraag. Zij doen dit toch uit liefde voor God en om de betreffende mensen te kunnen helpen. Zo’n uitzending is natuurlijk een mooie en rijke ervaring. Mensen veranderen er ook zelf door, komen verrijkt terug.
Geldt dit alles niet ook voor ons!? Hoe staan wij in het leven? Hoeveel doen wij voor God en medemens? Zijn wij bereid iets van onszelf prijs te geven om God te eren en onze medemensen te verrijken? Zijn wij in de loop van de afgelopen jaren – geestelijk – rijkere mensen geworden? Of zijn wij – afgezien van het feit, dat we tien jaar ouder zijn geworden – innerlijk nog dezelfde mensen als tien jaar geleden?
De drie Wijzen uit het oosten hadden hun hart voor God en voor de waarheid geopend. Zij deden dat, na het zien van een bijzondere ster, misschien wel een ‘supernova’. Dat is het verschijnsel waarbij een ster op spectaculaire wijze explodeert. De uitbarsting is herkenbaar aan de enorme hoeveelheid extra licht, die hierbij wordt uitgestraald.
In de traditie van de Wijzen was aan de verschijning van een dergelijke ster de gedachte verbonden, dat er ergens ter wereld een nieuwe koning moest zijn geboren. Wel, zij waren geen joden. Zij kenden evenmin de profetie van het Oude Testament, dat er uit David ooit een koning zou worden geboren, die in eeuwigheid zou regeren. Zij lieten echter have en goed achter om te zoeken en te vinden. En zij vonden Hem. Zij deden wat je normaal bij een baby niet zal doen: neerknielen en aanbidden, koninklijke en priesterlijke geschenken aanbieden: goud, wierook en mirre.
Wij maken het gelukkig ook in onze tijd mee: dat mensen, die niet geloven of een ander geloof hebben, openstaan voor de zin van het leven en die – geleid door die hemelse ster – God en de Kerk leren kennen. Sommigen van hen worden uiteindelijk zelfs priester of religieus. Ook zij zijn ‘wijzen’ – met een kleine letter w – die zijn gaan zoeken en hebben gevonden.
Hoe anders is koning Herodes. Via de joodse hogepriesters en schriftgeleerden weet hij eigenlijk alles wat hij moet weten: wie de Christus is en waar Hij zal worden geboren. Maar hij wordt er bang van, voelt zich door het Kind bedreigd en wil uit alle macht zijn leven en zijn positie in deze wereld veilig stellen. Hij gaat niet zelf naar Bethlehem. Eerst stuurt hij de Wijzen erop uit, daarna zijn soldaten om aan deze hele kwestie een bloedig einde te maken.
We zien in het evangelie van vandaag dus twee verschillende wegen. Die van Herodes. Hij gaat niet op reis, niet op zoek, hij sluit zich op in zijn paleis, in zijn leven. Alles wat nieuw is, ziet hij als een bedreiging. En we weten uit historisch onderzoek, dat dit in zijn leven een vast patroon is geworden: iedereen, die een bedreiging voor hem vormde, moest weg. Zo heeft hij een spoor van dood en verderf achter zich gelaten.
De Wijzen echter stelden zich kwetsbaar op door naar buiten te gaan, met een minimale bescherming, het onbekende tegemoet. In het evangelie worden zij ‘Wijzen’ genoemd, maar in de kunst – ook in onze stalletjes – worden zij afgebeeld als koningen. Omdat de profeet Jesaja in de eerste lezing voorspelt, dat er koningen zullen afkomen op de luister van de dageraad. Die dageraad is Jezus Christus. Zijn verrijzenislicht keert het menselijk leven helemaal ondersteboven.
Zij zullen ook koninklijke geschenken meenemen. En door hun nederige houding gedragen zij zich ook op een koninklijke manier. In alle kunstwerken worden zij afgebeeld als mensen van verschillende rassen. In sommige zien wij de Wijzen ook als mensen van verschillende leeftijden: de ene is jong, de volgende van middelbare leeftijd en de laatste is een oude man.
Dit alles betekent: die drie, dat zijn wij allen: mensen van alle leeftijden, van alle rassen en talen. Zoals zij op weg zijn gegaan, zo zijn ook wij in dit leven met elkaar onderweg om de Heer en zijn eeuwig leven te zoeken. Alles in deze wereld gaat voorbij, óók alle ellende gelukkig, alleen de Heer en wij, mensen van geloof, en ook de mensen van goede wil, wij blijven.
Vroeger heette dit feest ‘Driekoningen’, maar al sinds heel wat jaren wordt het genoemd ‘Openbaring des Heren’. Het is niet onze verdienste, dat wij God hebben leren kennen, dat wij ‘kerkfamilie’ van elkaar zijn, nee, Hij heeft zichzelf aan ons bekendgemaakt, zich geopenbaard. Hij heeft de eerste stappen gezet. Laten wij daarom in- en intens dankbaar zijn voor zijn toenadering. Zonder Christus, zonder christenen, zou onze aarde reddeloos verloren zijn.
Na hun bezoek aan het kerstkind gingen de Wijzen verder op hun levensweg. En wij, hoe gaan wij verder, en waarheen? Amen.