Preek op 03-05-2020, 4e zondag van Pasen, jaar A, diaken Eelke Ligthart
Openingswoord
Dierbare medegelovigen, van harte welkom bij de viering van de H. Eucharistie op de 4e Zondag van Pasen, ook en vooral de mensen die via internet met ons zijn verbonden.
In het evangelie van deze zondag laat ons een beeld zien van Jezus als herder.
Daarmee wordt de relatie van Jezus met zijn volgelingen zichtbaar gemaakt: het gaat om een persoonlijke relatie. Zoals een herder ieder schaap bij namen kent, zo spreekt Jezus ieder van ons persoonlijk aan.
Het gaat ook om een liefdevolle relatie: immers een goede herder heeft hart voor elk van zijn schapen, niemand uitgezonderd. De herder, Jezus gunt ons het leven en wel in overvloed.
“Luister naar mijn stem”! zo houdt Hij ons, speciaal vandaag voor op deze roepingen zondag. Moge de viering van vandaag ons inspireren en ons er toe aanzetten om zelf goede herders te zijn voor elkaar.
Preek
Op Roepingenzondag gaat het bijna altijd over de herder en zijn schapen. Een beeld uit een agrarische context, zoals die gangbaar was ten tijde van Jezus. Maar mensen van de eenentwintigste eeuw weten over het algemeen weinig over het boerenleven op het platteland. De meeste jonge mensen leven in een wereld van computers en internet. Sociale media nemen een belangrijke plaats in hun onderlinge contacten en beelden van schapen met herders spreken hen weinig of niet aan.
Onze Nederlandse taal is ook niet altijd zo positief over het schaap. Schaapachtig is bepaald geen positieve waardering over iemand. En het beeld van een kudde schapen doet denken aan mensen die weinig eigen initiatief ontplooien. En als er iets is dat in onze dagen belangrijk is, dan is het wel de nadruk op ieders eigenheid.
Schapen volgen trouw de herder, hoe hij ook loopt en waar hij ook gaat. In onze dagen bepalen mensen graag zelf wat ze willen en in welke richting ze wensen te gaan. Alhoewel, we worden in deze tijd van het coronavirus behoorlijk beperkt in ons doen en laten Het is voor ons dan ook een moeizame opgave de beelden uit de Schrift op een actuele manier in ons op te nemen. Maar laten we een poging in die richting wagen.
Van harte sta ik achter het idee dat iedere mens een eigen persoonlijkheid is. Je identiteit is een kostbaar gegeven: je bent een mens met een eigen gezicht en een eigen ziel. Zoals jouw naam klinkt, klinkt niemands naam. Zonder die eigen identiteit ben je nergens, naamloos, een mens zonder gezicht. En het is jouw opdracht trouw te zijn aan jezelf en jezelf verder te ontplooien. Doe het in Gods naam.
Trouw zijn aan jezelf – het is niet altijd even gemakkelijk. Er is immers veel dat ons van onszelf kan vervreemden. Dat proces van vervreemding geschiedt niet van de ene dag op de andere, maar vindt geleidelijk plaats. Langzaam ga je op in de grauwe massa van trouwe, en misschien weinig inspirerende mensen. Je maakt geen eigen keuzes meer, maar volgt blindelings de herder die je voorgaat.
Een goede herder zorgt dat zijn schapen in staat zijn voor zichzelf op te komen. Goede herders inspireren ons meer en meer onszelf te zijn of te blijven, zoals we dat zien in onze huidige paus Franciscus.
Hij is niet bang om te breken met wat de traditie al lange tijd voorschrijft. Hij is en blijft zichzelf en mensen ervaren dat als verfrissend. De herder Jezus geeft ons het voorbeeld om trouw te zijn aan wie je bent en steeds meer te worden wie je bent, want iedere mens is zo intens de moeite waard, zeker in de ogen van Jezus onze schepper.
In de afgelopen weken hoorden we in de handelingen van de Apostelen het verhaal van de genezing van een lamme door Petrus.
Niet zomaar wordt vandaag het beeld getekend van een lamme mens. Want lam zijn houdt in, dat er geen beweging in die mens zit…Dat hij afhankelijk is van wat een ander zegt of doet.
Het is de roeping van ieder mens een bijdrage te leveren aan het weer in beweging brengen van zoveel verlamde mensen om ons heen, zeker in deze tijd waar de wereld stil lijkt staan. Daarvoor heeft iedere mens zijn eigen talenten en gaven ontvangen. Als je die alleen gebruikt ten eigen bate, zal het je nooit gelukkig maken.
Pas als je jezelf wilt geven aan anderen zul je je gelukkig voelen. De kern van alle geluk is verbondenheid. Maar verbondenheid ontstaat niet zomaar, is niet hetzelfde als kuddegeest, daarvoor is ontvankelijkheid nodig….open willen staan voor de ander…. Je zult je in de ander moeten durven verplaatsen. Wie is hij, wat beweegt hem, wat hoopt hij, wat bemint hij? Zonder ontvankelijkheid geen geluk.
Het is onze roeping om onze medemens vol begrip tegemoet te treden en aandacht te schenken. Weliswaar op een ander manier dan we gewend zijn. Paus Franciscus zei het eens zo: ‘Een herder moet niet boven de schapen staan, maar tussen hen in. Hij moet naar de schapen ruiken.’
De Goede Herder die het evangelie ons tot voorbeeld stelt is de mens die het welzijn van zijn schapen voortdurend ter harte gaat. Vervuld van de kracht van Jezus kon ook Petrus verlamde mensen weer nieuwe energie geven. Waarom zouden wij dat niet kunnen? Veel sterkte in deze moeilijke tijd, maar met onze goede herder, die ons blijft roepen, moet het kunnen. Amen.