Preek op 10-01-2021, feest van de Doop van de Heer, jaar B, diaken Eelke Ligthart
Openingswoord
Dierbare medegelovigen, allemaal welkom, hier in de kerk en ook u allen die via life stream met ons bent verbonden.
Vandaag sluiten we de kerstperiode af met de viering van de Doop van de Heer in de Jordaan. Een afsluiting van een periode waarin God zich aan de mensen heeft geopenbaard. Eerst in het Kind Jezus in de stal van Betlehem, in die armzalige kribbe, daarna in de verschijning aan de drie Koningen en dan tot slot bij de Doop van Jezus in de Jordaan, waarbij een stem uit de hemel sprak:” Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde in u heb Ik welbehagen”. Drie momenten waarop wij ons kunnen afvragen of we God voldoende hebben toegelaten in ons leven. Is Hij opnieuw voor ons een bron van Licht, een ster die we willen volgen of gaat ons leven opnieuw zijn gangetje? Een goede viering toegewenst.
Preek
Dierbare medegelovigen, in die drie periodes is God zichtbaar geworden voor ons mensen. De vraag blijft natuurlijk is God voor ons werkelijk zichtbaar geworden. Kerstmis is toch immers ook een oproep aan ons allen tot Vrede, Gerechtigheid en Barmhartigheid. Ook daarin wordt God zichtbaar. Maar zijn wij door het Kerstfeest ook dichter bij God gebracht, als bron van inspiratie en kracht om samen verder te kunnen. Is dat licht van Christus voor ons weer geworden, Bron van leven, Hoop voor de toekomst? Ondanks de Corona tijd die mensen beperkt. Hopelijk is dat zo: Christus als bron van leven en Hoop voor onze toekomst.
Het moet niet een toekomst zijn waarin wij God verantwoordelijk stellen voor alles wat er in ons leven gebeurt met name al die zaken die niet zo gaan als we dat graag willen. Wij zijn hopelijk door de komst van Het Kind in de kribbe onze eigen verantwoordelijkheid beter gaan beseffen. Dat we zelf moeten werken aan vrede en Gerechtigheid en dat we daarvoor tot God moeten bidden om hulp en kracht. Als we dat niet doen leven we in een soort Godsverduistering, een afwachten van waar is onze God dan, zoals sommige mensen zich afvragen. We worden dan opgesloten in onze eigen machteloosheid.
Er zijn heel wat mensen, jongeren en ouderen, die zo’n Godverduistering beleven en toch op zoek zijn naar een God die ze een plaats willen geven in hun leven. Het is dus helemaal niet verwonderlijk dat in de Kerstnacht en Kerstmorgen, veel mensen de vieringen in onze kerk hebben gevolgd via life stream. Hopelijk jong en oud om dat kerstgevoel te krijgen en vast te kunne houden. Wij zoeken immers allemaal die God, waar we houvast bij hopen te vinden. En of we dat iedere week doen of misschien maar een paar keer per jaar, het is een Godsverlangen, het blijft een zoeken. Soms met een hele fijne zekerheid, een andere keer heb je het gevoel naast het pad van Christus te lopen, dan lijkt je geloof ongrijpbaar.
Je vraagt je wel eens af of er voldoende gevoeligheid voor mensen is binnen de kerk. Is er voldoende gevoel en aandacht voor het zoeken van mensen naar God. De mens, maar ook de kerk moet heel dicht staan bij die zoekende mens. Maar soms spreken we met teveel stemverheffing naar de zoekende mens. Dit in tegenstelling tot wat er in de profetie van Jesaja staat over Gods dienaar die zijn stem niet verheft. Door die stemverheffing wordt het levende verlangen naar God tot een gestold, een vast zittend verlangen gemaakt, wordt ons geknakt riet gebroken en de walmende vlaspit gedoofd.
Wordt het vragen naar wie God is, niet te snel afgestopt uit zorg om de rechte leer?
Het zoeken en verlangen naar Jezus is al meer dan 2000 jaar oud. Niet macht over iemand anders, maar dienstbaarheid en oprechtheid naar die ander, heeft Jezus ons voorgeleefd. Ook paus Franciscus spreek bijna wekelijks over dienstbaarheid en nederigheid. De afgelopen weken en maanden hebben we dat mogen ervaren in al die mensen in onze parochie, die gevraagd en ongevraagd deze parochie tot een echte geloofsgemeenschap hebben behouden en uitgebouwd binnen allerlei lastige Corona maatregelen. De Geest van God die over Jezus neerdaalde als een duif, is ook hier zichtbaar in de harten van vele mensen.
Ook wij moeten met onze vragen en verlangens een plek hebben hier in deze geloofsgemeenschap. Dan moet het mogelijk zijn, om al die anderen met hun vragen en zoeken naar God, beter te kunnen helpen, dan zoals het nu soms gebeurt met snelle en abrupte antwoorden. Er moet meer ruimte zijn voor het zoeken van mensen naar God.
Kan het anders, als het gaat over zoeken en verlangen naar God? Wij besluiten vandaag het feest van Gods verschijning aan ons. Zijn Licht schijnt naar ons toe in Jezus. Het is geen verblindend licht, geen dwingend licht. Het is een Licht dat warm is, gevoelig en uitnodigend.
God is een God voor zoekenden en een God voor mensen die het soms zeker weten. Het verlangen van mensen naar God is net zo oprecht in een zoekende mens, dan in een mens die leeft vanuit de zekerheid van zijn geloof. Het gaat erom dat verlangen te bewaren en te behoeden in onszelf en te eerbiedigen in anderen. Misschien moeten we, soms opnieuw, leren bidden, stil worden in onszelf.
Ik geloof dat waar liefde is in mensen, en daar waar liefde is voor mensen, God aanwezig is.
Laten we proberen om soms even stil te zijn, om God te kunnen ontmoeten. Amen.