Preek op 04-04-2021, Eerste Paasdag, jaar B, pastoor Frank Domen

Preek op 04-04-2021, Eerste Paasdag, jaar B, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, allemaal van harte welkom op deze eerste dag van het grote Paasfeest.

Helemaal aan het begin van het Johannesevangelie staat geschreven, dat Jezus als een Licht in de duisternis is gekomen. Hij, de Zoon van God, vol van de heilige Geest van God, is in de wereld, in ons leven, gekomen om al wat duister is te overwinnen.

Dertig jaar lang heeft Hij bij zijn Moeder Maria, in de verborgenheid geleefd en gewerkt. Aansluitend is Hij drie jaar lang door Israël rondgetrokken om overal de Blijde Boodschap van het evangelie te verkondigen. De machthebbers waren daar niet blij mee en brachten Hem om het leven.

Maar vandaag en de komende vijftig dagen vieren wij, dat God Jezus Christus, als eerste van ons allen, uit de dood heeft doen opstaan. Het Licht heeft de duisternis overwonnen. God en het goede hebben tegen alle menselijke verwachting in toch het laatste woord.

Wij hebben dat Licht eigenlijk al ontvangen, namelijk op de dag van ons doopsel, en wij zijn hier in dit Godshuis gekomen om God daarvoor te danken en om nog meer van dat Licht te vragen, om nieuwe, goddelijke energie op te doen, om ons te laten sterken en bemoedigen, zodat wij ons eigen leven beter aan kunnen en er ook meer voor anderen kunnen zijn.

Het Paasvuur, dat wij gisteravond in deze kerk hebben ontstoken, is een zichtbaar teken voor onszelf en het zegt: kijk maar, het Licht van de Heer schijnt in de duisternis.

Houden wij ons eraan vast. Het is ook een zichtbaar teken naar God toe: door het vuur te ontsteken geven wij blijk van ons geloof in het Verrijzenislicht van zijn Zoon.

Moge in deze tijd van Pasen naar Pinksteren het vuur van de Geest met hernieuwde kracht over ons komen. Moge God een vast baken zijn aan wie wij ons kunnen vasthouden in de goede en de kwade dagen van ons leven totdat eens de dag komt, dat wij voorgoed in het hemelse Licht zullen worden opgenomen. Dan zal alle kwaad voorgoed verleden zijn.

Openingsgebed

Laat ons bidden. God, almachtige Vader, dit is de dag waarop Gij uw Zoon uit de doden hebt opgewekt. Gij hebt Hem gezalfd met de heilige Geest en verheven boven al wat leeft. Wij vragen U: bevestig ons geloof in de verrezen Heer, wek ons op uit zonde en dood. Dat wij ons niet vastklampen aan wat voorbijgaat, maar uitzien naar uw heerlijkheid. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die … Amen.

Preek

Wie kan voor ons de steen wegrollen?

Broeders en zusters, stenen kunnen ons het leven behoorlijk lastig maken. Lichamelijk of geestelijk, en ook moreel.

Kwesties of gebeurtenissen kunnen als stenen op ons hart liggen, bijvoorbeeld de angst, dat wij tegen onze taak niet zijn opgewassen, wij maken ons zorgen om onze kinderen, wij voelen ons onzeker over de toekomst van ons huwelijk. Soms zijn het net zware stenen, die op ons hart drukken. Het kan een ongeneeslijke ziekte betreffen, een karakterfout, verbittering inzake een bepaalde kwestie, een schuld of een schuldgevoel, het kan om innerlijke eenzaamheid gaan, om de angst voor corona.

Deze stenen maken ons het leven moeilijk, ze verzuren ons leven. Ze liggen soms zo zwaar op ons als stenen op een graf. Figuurlijk gesproken zijn er ook kerkhoven in onszelf en op die innerlijke grafstenen lezen wij niet “Rust zacht, lieve opa” of “Rust in vrede, lieve moeder” maar “ik ben ontgoocheld,” of “ik heb geen moed meer,” of “ik twijfel,” “ik ben bang.”

“Wie zal de steen voor ons van de ingang van het graf wegrollen?” vroegen de vrouwen zich af op de eerste Paasdag. En er zijn veel mensen, die zich dat afvragen, omdat het leven voor hen soms meer last dan vreugde is, meer twijfel dan hoop.

Toen de vrouwen opkeken, bemerkten zij, dat de steen reeds was weggerold, al was hij zeer groot. Hem, die zij bij de doden zochten, was bij de levenden: “Schrik niet – sprak een jongeman in een wit gewaad, een engel natuurlijk – gij zoekt Jezus, de Nazareeër die gekruisigd is. Hij is verrezen, Hij is niet hier.”

En daar, broeders en zusters, begint Pasen. Daar, waar wij ons reeds bij de feiten hebben neergelegd, “helaas is deze kwestie nu eenmaal zo,” denken we dan, daar worden met Pasen voor ons nieuwe mogelijkheden geopend. Daar worden stenen weggehaald. Omdat Jezus weer leeft – weer ademhaalt – mogen en kunnen ook wij herademen.

Dat gebeurt natuurlijk niet altijd in een handomdraai, zoals dat ook niet het geval was voor de vrouwen, die op weg naar het graf waren. Ze begonnen niet meteen bij het graf allerlei prachtige paasliederen te zingen. Integendeel, ze waren erg geschrokken van het lege graf, van de engel en diens woorden en zo heeft het nog even geduurd voordat het voor hen werkelijk Pasen werd. Pasen is geen toverwoord. Het is een weg, een weg die soms heel lang kan zijn, soms zelfs een leven lang.

Vrouwen zetten voor ons de eerste stap. Zij blijven niet buiten bij het graf staan, zij gaan naar binnen.

Wie Pasen wil ervaren moet bereid zijn in het graf van zijn leven binnen te treden. Leven begint waar ik fouten kan toegeven en zwakheden kan aanvaarden, want wie aanvaardt kan in vrede en vreugde leven. Leven begint waar ik voor mezelf en voor anderen kan zien, dat het goede in ons sterker is dan het kwade.

En deze aanvaarding kan ons tot een tweede stap brengen: wij treden het graf van ons leven binnen om opstanding, verrijzenis, te ervaren. Wij mogen niet in het graf blijven zitten. De engel sprak tot de vrouwen: “Gaat aan zijn leerlingen en aan Petrus zeggen: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult ge Hem zien, zoals Hij gezegd heeft.” Pasen richt onze blik voorwaarts over het graf heen.

Soms zijn er in ons leven meerdere stenen, die zo zwaar wegen, omdat wij onze oude wonden likken en ze maar niet willen loslaten. “Die ene daar heeft me één keer bedrogen en nu is het voorgoed uit.” Of “Ik heb het een keer geprobeerd, geen tweede keer meer.”

Pasen, broeders en zusters, doorbreekt deze levenshouding. Opstanding betekent opstand tegen alle hindernissen, die het leven begrenzen of vernietigen. Ik hoef me door mijn eigen fouten en gebreken of door die van anderen niet meer klein te laten maken. Mijn leven kan veel vrijer en blijer worden als ik maar een beetje meer vertrouwen zou hebben in de mogelijkheden – in Gods mogelijkheden vooral – als ik uit mijn graf wil komen.

Zo staat op deze Paasmorgen niet meer het graf centraal, maar de uitnodiging om naar Galilea te gaan om daar de Verrezene te zoeken.

Galilea is niet zo zeer een streeknaam, het is veel meer het land van het leven, van de hoop, waar Jezus woorden van vrede en verzoening sprak, waar Hij zieken genas, vertwijfelden oprichtte en zondaars heeft vergeven, waar Hij met zijn apostelen gegeten heeft en hun nieuwe moed gaf om hun netten uit te werpen.

Met Pasen heeft Jezus de mogelijkheid geschapen om uit het graf weg te trekken naar de volheid van het leven. Zeker, stenen kunnen het leven lastig maken, maar sinds Pasen niet meer, want Hij is verrezen en wij met Hem. Ik wens jullie allen van harte Zalig Pasen!