Preek op 20-09-2020, 25e zondag door het jaar A, diaken Eelke Ligthart

Preek op 20-09-2020, 25e zondag door het jaar A, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

Allemaal van harte welkom, ook de mensen die via life-stream met ons zijn verbonden. We vieren de eucharistie op de 25e Zond. d.h. Jaar.

Dierbare medegelovigen, broeders en zusters, vandaag lezen we in het evangelie een parabel die “uit het leven gegrepen” lijkt, maar waar ook iets ongewoons mee aan de hand is. Het bevat een contrast of een verrassend element, iets dat de toehoorder raakt en aan het denken zet. De parabel van de werkers van het elfde uur is daarvan een goed voorbeeld.

Sommige mannen hebben een hele dag in een wijngaard gewerkt, anderen een halve dag en nog anderen slechts één uur. En toch krijgen ze op het eind van de dag allemaal hetzelfde loon. Bij de eerste arbeiders, en wellicht ook bij velen van ons, geeft dit een gevoel van onrechtvaardigheid.

Is er een soort shocktherapie nodig om ons te laten inzien dat de grootte vanGods genade niet helemaal samenvalt met wat wij onder rechtvaardigheid verstaan? Aanleiding genoeg om daarover eens serieus na te denken.

Preek

Dierbare medegelovigen, Als je dagelijks de TV beelden bekijkt die op je afkomen, of leest over vluchtelingen, moeten we het dan wel over uitbetaling van salarissen hebben?   Afgelopen week verdronken er opnieuw mensen  in de Middellandse zee. Een bootje zonder motor werd de zee op gesleept en losgelaten.  Wie bedenkt zoiets? Je vraagt je af of mensen nog wel weten wat echte vrede is. En dan kom je naar de kerk en krijg je het evangelie van die baas in de wijngaard, die niets anders doet dan mensen tegen zich in het harnas jagen door ze allemaal hetzelfde loon te betalen, of ze nu de hele dag of een enkel uur hebben gewerkt.

Beelden van oorlog en onrecht, twee zaken die schreeuwen ten hemel, ze zijn ten hemelschreiend. En de hemel lijkt niet te antwoorden en wij hier op aarde beantwoorden zeker niet aan wat God van ons vraagt  daar ergens in de hemel.

En toch kan de vrede in die wijngaard beginnen.
Vijf letters om dat kleine woordje vrede te vormen. Het wordt gebruikt voor de grote dingen in onze wereld, tussen grote en kleine landen. Wij weten maar al tegoed wat die gezagsdragers, die wereldleiders moeten doen. Zij moeten  wapens neerleggen, grondgebieden teruggeven enz. Maar die grote jongens staan met hun eigen belangen tegenover elkaar, misschien zijn ze wel opgevoed met alleen maar strijd om macht, en eigen belang, mensen van het meer en nog meer.

Wat zou er bij hen gebeuren als het welzijn van de mens op de eerste plaats zou komen te staan? Wij weten maar al te goed wat die ander had moeten doen, zeker als er iets is fout gegaan. Maar is dat al niet het verkeerde begin van vrede, om te zeggen wat die ander fout doet? Het denken van mensen dat ze beter zijn, meer waard zijn, dan de ander?

In de parabel die Jezus vandaag vertelt, zijn er ook mensen, die menen zekere privileges te hebben. Het verschil in lengte van werktijden, de hitte van de dag gedragen t.o.v. hen die slechts een uur hebben gewerkt en dan de gelijke beloning die de Heer van de wijngaard heeft bedacht voor ieder van hen, dat geeft wrijving en gemopper tegen de Heer van de wijngaard.
Die wijngaardenier die zegt dan: “Mag ik soms met het mijne niet doen wat ik wil, of zijn jullie kwaad omdat Ik goed ben?

Een gedachte die kostbaar is. Een gedachte die niet vaak leeft bij ons. Het lijkt een gedachte uit een andere wereld. Maar alles wat je hebt of bent, heb je van God gekregen. Aan Hem hebben we eigenlijk alles te danken. En het is die God die alle mensen gelukkig wil maken en gelukkig wil zien. Het is bijna onbegrijpelijk dat Hij het ons heeft mogelijk gemaakt om elkaar gelukkig te maken. Je zou denken Hij kent ons toch. Hij weet hoe onverantwoord wij vaak met elkaar omgaan. Het meest geweldige van die wijngaardenier is, ondanks de moeite die je kunt hebben met deze parabel, dat Hij voor iedereen brood op de plank wil, ongeacht of ze kort of lang hebben gewerkt.

Hij let meer op het welzijn van de mensen dan op de beloning. Want aan die mensen heeft hij het te danken dat zijn druivenoogst op tijd binnen is. Hij heeft het gered. En met die gedachte wil Hij een bijdrage leveren aan dat beetje geluk van die werkers. Hij wordt daarom een beetje boos op degenen die alleen aan zichzelf denken.

Zo’n parabel is ook nu weer erg actueel. Ook nu telt ons land weer veel werklozen, mensen die geen werk kunnen vinden. Helaas ook mensen die niet willen werken. Velen krijgen niet de kans om aan het arbeidsproces deel te nemen. Datzelfde geldt ook voor vluchtelingen uit al die landen waar geen vrede is maar gewelddadige oorlogen worden gevoerd om de macht.

Als wij de bedoelingen van die wijngaardenier niet oppakken in ons eigen leven, dan trekken wij Gods gerechtigheid scheef en is die bedoelde vrede vaak ver te zoeken. Vrede onder de mensen, elkaar het licht in de ogen gunnen, begint bij die uitbetaling in de wijngaard, begint op school, begint in het verzorgingshuis, begint hier in de kerk, zo klein, iedere dag. Als we het voorbeeld van die wijngaardenier hebben we gehoord en begrepen, dan moet het mogelijk zijn om dat plan van God met zijn genade voor iedereen iedere dag een beetje meer om te zetten in ons eigen leven.

Volgens Paulus kan het, zoals hij zegt in de tweede lezing: “Alleen, Gij moet een leven leiden, dat het evangelie van Christus waardig is”. Amen.