Preek op 08-11-2020, 32e zondag door het jaar A, pastoor Frank Domen
Openingswoord
Broeders en zusters, welkom, hier in het Huis van God. God is tegenwoordig in ieder huis waar mensen wonen, maar deze kerk is zijn eigen Huis. Een soort buitenverblijf van de hemel. Hemel en aarde zijn hier op een bijzondere wijze met elkaar verbonden. Meer dan op andere plaatsen kunnen wij hier goddelijke gaven ontvangen.
Wat God ons vandaag wil geven is wijsheid. En de eerste lezing zegt ons, dat de wijsheid gemakkelijk gevonden kan worden door wie haar zoeken. De schrijver zegt, dat als je een beetje vroeg opstaat, dat je haar dan – bij wijze van spreken natuurlijk – al zittend voor je deur aantreft. Als je je echt inspant om wijsheid te vinden, dan zul je spoedig vrij van zorgen zijn. Niet dat er zich dan geen problemen meer zullen voordoen, dat zou wel al te gemakkelijk zijn, maar je weet beter hoe je er mee kunt omgaan. Je laat je innerlijke vrede niet meer verstoren door wat er om je heen gebeurt.
Nu hebben wij allemaal ons weleens laten leiden door een stukje onwijsheid, door stemmingen bijvoorbeeld, een slecht humeur, in plaats van door de goddelijke wijsheid. Vragen wij vergeving. Dan zal God in deze viering ons weer bij de hand nemen, zodat wij onze levensweg door deze wereld naar Hem toe samen kunnen vervolgen.
Openingsgebed
Laat ons bidden. Almachtige eeuwige God, Gij hebt ons het geloof geschonken dat door zijn licht de duisternis verdrijft en ons in staat stelt de toekomst met vertrouwen tegemoet te gaan. Bevestig onze hoop als onze waakzaamheid verflauwt. Wakker in ons het vuur aan van de liefde die zichzelf niet zoekt en zo de ware wijsheid vindt. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon… . Amen.
Kinderwoorddienst om 16.00 uur
Preek
Het evangelie gaat over een bruiloft. Maar zij is een symbool voor de meest bijzondere bruiloft, die er is: de huwelijksverbintenis tussen God en de mens, en deze verbintenis wordt definitief gesloten op het moment, dat wij de hemel, het eeuwig leven, binnengaan.
De joden hadden – of hebben nog steeds – een eigen huwelijksritueel. Na de viering van een eerste huwelijksceremonie bleef de vrouw nog enkele maanden in het huis van haar ouders. Pas daarna ging de bruidegom naar het huis van zijn vrouw waar dan een tweede huwelijksritueel plaatsvond, feestelijker en plechtiger. Vanuit het huis van de bruid trok men naar het nieuwe huis.
In het huis van de bruid waren ook meerdere ongehuwde bruidsmeisjes. In dit evangelie zijn het er tien. Zij wachtten, samen met de bruid, op de komst van de bruidegom. Deze meisjes vergezelden de bruid en nadat zij met de bruid en andere gasten het huis waren binnengegaan, ging de deur dicht en begon het feest.
Bij zo’n bruiloft kun je natuurlijk op verschillende aspecten de nadruk leggen, maar in zijn verhaal stelt Jezus Christus de komst van de bruidegom centraal en vooral ook de houding van de bruidsmeisjes. De bruidegom is een symbool voor Jezus Christus, die sowieso komt op het einde van ieder mensenleven, maar ook op het einde van de wereldgeschiedenis, dat is de Dag van het Laatste Oordeel. De bruidsmeisjes verwijzen naar de mensheid. Staan de mensen klaar om de Bruidegom, Jezus Christus, te ontvangen? Hebben zij voldoende olie, dat wil zeggen gebeden en goede werken, om de zaal van het bruiloftsmaal, de hemel, te mogen binnengaan?
Zou Jezus Christus – als Hij vandaag zou komen – tevreden zijn over onze wereld? Er zijn veel mensen, ook in onze parochie, die goed zijn voor hun medemensen. Er zijn veel mensen, die daarnaast God ook de Hem verschuldigde eer brengen, mensen, die zelfs veel extra dingen doen voor God.
Maar we zien ook veel mensen, die de Tien Geboden van God met voeten treden. En dat lijkt alleen maar erger te worden. Er zijn vele regeringen, die tot wet verheffen wat God verboden heeft.
Ik denk, dat God, kijkend naar onze wereld, een heel dubbel gevoel heeft: Hij ziet uiterst goed én uiterst slecht. Het is maar de vraag welk kamp op God de sterkste invloed heeft!? Heeft onze maatschappij als geheel en hebben mensen individueel voldoende olie in hun lampje!?
Stel dat het morgen onze beurt is om uit deze wereld heen te gaan, vragen wij ons weleens af hoe wij dan door God ontvangen zullen worden!? Waar gaat het verlangen van ons hart het meeste naar uit, naar de dingen van deze wereld of naar de dingen van Gods wereld!?
Let wel, als wij thuis of op school of op het werk onze bezigheden verrichten, kunnen wij dat ook bewust doen ter ere van God en tot welzijn van onze medemensen! De vraag is met welke intentie wij onze bezigheden verrichten !? Alleen maar om er zelf beter van te worden, rijker? Of doen wij het ter ere van God en tot welzijn van allen!?
Er heeft in de 16e eeuw een heilige geleefd, Ignatius van Loyola, die was in zijn jonge jaren alles behalve heilig. Hij hield erg veel van vechten en in zijn vrije tijd las hij graag ridderromannetjes. Maar op een goede dag, een dag van grote verandering, van innerlijke vernieuwing, raakte hij op het slagveld gewond. Hij belandde op een ziekbed in een naburig klooster. Daar hadden zij uiteraard geen ridderromans. Hij kreeg heiligenlevens te lezen. In het begin wilde hij er niet aan, maar uit pure verveling begon hij toch maar. En hij voelde zich sterk aangetrokken tot die manier van leven. De heiligen trokken er niet moordend op uit om landen en bezittingen te veroveren, maar zij deden zichzelf geweld aan. Zij veroverden de harten van hun medemensen door altijd maar klaar te staan voor God en voor anderen, door zelfs hun vijanden lief te hebben.
Als hij zo een tijdje had gelezen, kwamen toch weer de gedachten aan zijn oude ridderleven naar boven. En na verloop van tijd viel het hem op dat als hij over de levens van de heiligen nadacht, hij zich daarna heel blij voelde, terwijl als hij over zijn ridderavonturen nadacht, hij zich daarna heel droevig en leeg voelde. Later ging hij dat verschijnsel noemen ‘de onderscheiding der geesten’.
Daar, lieve mensen, zouden ook wij op moeten letten. Als wij ons een tijdje hebben ingezet voor God en medemens, voelen wij ons gelukkiger dan wanneer wij een hele tijd voor onszelf zijn bezig geweest. Proberen wij het een tijdje uit: je wordt gelukkiger door te geven en te helpen dan door te nemen en anderen te laten zitten.
Als wij zo willen leven, consequent, moeten wij daar natuurlijk wel de kracht toe hebben. Die kunnen we hier ontvangen, bij het altaar van Onze Heer Jezus Christus. “Mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank”, zegt Jezus in Johannes 6, 55. En wie net als ik en steeds meer andere mensen in de parochie denkt, dat hij daar niet voldoende aan heeft, dat hij meer inzicht, kracht en wijsheid nodig heeft, die zou eens één keer in de week aan de dagelijkse Aanbidding kunnen gaan meedoen. Jezus zelf vraagt in de Hof van Olijven aan de apostelen – en dus ook aan ons – of wij niet één uurtje met Hem kunnen waken!?
Dat vraagt natuurlijk een offer. Het kost je een uur extra. Maar hebben wij niet voor veel zaken in het leven offers over!? Wie zich openstelt voor kinderen, wint enorm, maar verliest ook een stuk vrijheid, krijgt een grotere verantwoordelijkheid.
Beste mensen, is het brengen van offers niet de taal van de liefde!? Een vader en een moeder brengen vele offers om hun kinderen te voeden, te kleden en te beschermen. Zonder offers is er geen liefde. De geest van het offer is de geest van het christelijk leven. Jezus offerde alles uit liefde voor ons en voor onze redding.
Zijn wij bereid een offer te brengen uit liefde voor Hem, zodat onze parochie, dorp of stad, Hem kan eren door Eucharistische Aanbidding!?
Als wij één uurtje vol geloof en vertrouwen bij Jezus in het heilig Sacrament verblijven kunnen er ergens in de wereld – misschien wel in onze eigen familie – heel mooie dingen gebeuren. Eén uurtje aanbidding kan olie betekenen voor heel wat lampjes.
Wij moeten natuurlijk altijd klaarstaan voor onze medemensen, hen helpen, maar het belangrijkste wat wij voor medemensen kunnen doen is bidden. Bidden is echt niet alleen maar om in de hemel te komen, nee, er zijn mensen, die dankzij het gebed een nieuwe baan hebben gekregen, gezondheid, of een ander huis.
Doen wij het eens paar keer, één uurtje aanbidding. Een klein offertje met grote goede gevolgen! Amen.