Preek op zaterdag 19-01-2019, 2e zondag d.h.j. C, padre Luis Weel
-Vraag: Wat is de smaak van water?…..Eigenlijk weten we dat niet precies….lijkt smakeloos. Maar ondanks dat weten we wel dat we niet kunnen leven zonder water. Een vastentijd van een maand leven zonder voedsel is mogelijk, maar na een week zonder water te drinken zijn we al dood. Vanaf het begin van ons leven in de moederschoot wentelen we rond in het vruchtwater. Zo ongeveer 70 tot 75 procent van ons lichaam is water. De geboorte van een nieuw leven begint als de vliezen breken en het nieuwe leven opduikt uit het water en bevrijd wordt. Dan gaat het eigen hart kloppen, als of niet ge(re)animeert. Dan begint een nieuw leven met het zoeken van een eigen weg.
-Vorige week, feest van het doopsel van Jezus, zien we dat Jezus door Johannes de Doper in het water gedompeld werd. Toen hij weer uit het water kwam, was hij als herboren en gereinigd. De stem van de Vader klinkt: “Dit is mijn welbeminde zoon….” En de Geest daalt op hem neer in de vorm van een duif. Jezus wordt bevestigd als een nieuwe mens, God-mens. Uiteindelijk worden ook wij in het water van de doop opgeroepen en bestemd om nieuwe mensen te zijn
– De zondag daarvoor, Driekoningen, wordt Jezus ook bevestigd als hoop dat de nieuwe tijd begonnen is. De wijzen uit het oosten knielen voor hem neer, want ze erkennen dat door dit kind een nieuwe fase in de geschiedenis gaat beginnen: een tijd van vrede, vrucht van de gerechtigheid van God, zichtbaar geworden in deze wereld, in een nieuw leven.
-En dan vandaag…. Het nieuwe leven is meer dan water dat rein maakt en een basisvoorwaarde is voor alle leven. We zeggen wel: je moet van het leven iets maken. We moeten er alles aan doen om deel te kunnen nemen aan het feest van het leven. Het leven moet voor ieder van ons een feest zijn. In het evangelie van vandaag, de bruiloft van Kana, ontmoeten we een Jezus die meedoet met het feest: hij, zijn moeder en broers en zijn leerlingen(vrienden).
-Verschillende elementen in dit evangelie maken van deze bruiloft iets speciaals. In de oorspronkelijke tekst van de bijbel begint Johannes met de woorden: “Op de derde dag werd er een bruiloft gevierd in Kana…”Je kunt je afvragen: wat bedoelt Johannes daarmee? Het lijkt duidelijk dat de derde dag de dag is van de verrijzenis uit de dood.” Dan kan het echte feest van het leven beginnen. Maar voor het zover is, moet Jezus eerst door de donkere dagen van lijden en dood heen. De derde dag is onlosmakelijk verbonden met de dagen ervoor. De verrijzenis komt niet vanzelf, evenmin als in ons leven een echt feest niet mogelijk is zonder voorbereiding, inspanningen, zorgen. Je moet er wel wat voor over hebben om van het leven een feest te maken.
-Maria, ik stel me haar voor als de vrouw die op de achtergrond blijft. Kijkend om het hoekje van de keukendeur houdt ze in de gaten of alles wel goed gaat, of niemand iets tekort komt, of de mensen nog dansen en blij zijn. Dan merkt ze dat de fut eruit is. Er zit geen pit meer in. En daar maakt ze zich zorgen over. Als in een verzuchting, niet een vraag, hoor ik haar tegen Jezus zeggen: “De wijn is op..” Jezus zelf lijkt op het eerste gezicht vreemd te reageren. Hij lijkt afstand te nemen van zijn moeder. De letterlijke tekst zegt: “Wat is er tussen mij en tussen u…Mijn uur is nog niet gekomen”. Wat opvalt in deze tekst is dat Maria, ondanks deze opmerking van haar zoon, volledig op hem vertrouwt. Dat blijkt uit de woorden die ze richt tot de bedienden: “Doe alles wat hij jullie zegt….”
-Er staan 6 kruiken bestemd voor de reinigingsrites. In de symboliek van Johannes doet dit denken aan de schepping van de wereld en de mens in 6 dagen. Het zijn als het ware de zes dagen van ons leven en van de aarde. Geboorte, opvoeding, ontdekking van je levensweg, opbouw van een eigen leven, vermoeid worden, afbouwen en dan komt het einde. Kennelijk waren de kruiken niet gevuld of misschien was een groot deel van de inhoud al verbruikt. Jezus beveelt de dienaren de kruiken te vullen met water tot boven toe. Dan moet iemand een beetje water nemen en het naar de ceremoniemeester brengen. Die proeft van het water en snapt er niets meer van. Hij gaat naar de bruidegom en zegt: “Iedereen schenkt eerst de goede wijn en als er dan goed gedronken is, dan de mindere soort (Dat merkt toch niemand, die al aardig dronken aan het worden is), maar u hebt de beste wijn tot nu toe bewaard.” Waarom?
-Als ik zo de kerk rondkijk, zie ik dat er al heel wat mensen bij zijn die verkeren in de fase van de afbouw van het leven. De fut is er al een beetje uit, zou je, menselijkerwijze gesproken, kunnen zeggen. Laatst vroeg ik in een ouderenviering aan de mensen: “Wie van u wil er 105 jaar oud worden?” De meesten zeiden zoiets van: “Nou, voor mij hoeft dat niet.” En datzelfde denk ik ook. Maar moet de ouderdom dan betekenen dat het allemaal niet maar uitmaakt en dat het einde in zicht is? Dan zeg ik duidelijk: Nee, herinner u dit: “Wie optrekt met Jezus in zijn leven en met hem meegaat, krijgt de beste wijn en er zal een uitbundigheid en levensvreugde zijn, die alleen Jezus ons geeft. Daarom: zoek hem, blijf bij hem, eet zijn brood, drink zijn beker met wijn en een grote blijdschap staat u te wachten. God zij dank.
– Morgen hebt u de kans om daar ook van te genieten. Kom opnieuw naar de mis van 10 uur om de verjaardag van de pastoor te vieren en daarna een goed glas wijn te heffen op zijn gezondheid in de parochiezaal. Kom dan nu niet aan met het praatje: Nee, ik ben gisteren al naar de kerk geweest. Dus vandaag ga ik maar niet. Morgen is een heel andere mis en ook de preek van onze diaken is totaal verschillend van de preek van vandaag.