Preek op 31-03-2019, 4e zondag van de Veertigdagentijd, pastoor Frank Domen

Preek op 31-03-2019, 4e zondag van de Veertigdagentijd, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Lieve medeparochianen, allemaal van harte welkom weer, fijn, dat jullie zijn gekomen. Wij zijn op weg naar Pasen. En zoals dat voor Jezus Christus een moeizame tocht was – Hij moest zichzelf overwinnen om op weg te gaan naar Jeruzalem, niet alleen de stad van de verrijzenis, maar daaraan voorgaand ook de stad van lijden en dood – en zo moest Hij ook die soms weerbarstige apostelen ervan overtuigen, dat deze smalle weg – zo noemt Hij het zelf – de enige juiste weg was en nog steeds is.

Het lijkt een vreemde wens, maar hopelijk is het ook voor ons een moeizame weg in die zin, dat wij enige moeite doen om ons op Pasen voor te bereiden, om ons innerlijk voor te bereiden. Dat strakjes, zondag 21 april, niet alleen ons huis en onze kleding en ons kapsel op zijn paasbest zijn, maar vooral ons hart. De Heer wil zijn intrek nemen in ons hart.

Bieden wij Hem dat hart aan; geven wij Hem de kans ons te zuiveren. Dat kán soms een beetje pijn doen, maar uiteindelijk zullen wij ons er heel goed bij voelen.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Goede God, wij hebben gezondigd, wij zijn verlamd en niet bij machte uit eigen kracht weer op te staan. Wie immers kan verzoenen dan Gij alleen? Zie neer op ons geloof, wees voor ons een barmhartige Vader omwille van uw Zoon, die de vergiffenis is van alle zonden: Jezus Christus, onze Heer. Die met U leeft en heerst … Amen.

Kinderwoorddienst

Preek

Wij hebben zojuist geluisterd naar wat misschien toch wel het mooiste en belangrijkste verhaal van de heilige Schrift, de Bijbel, is. En ergens is het jammer, dat in de Willibrordvertaling van de Bijbel, die wij in de heilige Mis gebruiken er als koptekst een ietwat misleidende titel boven het verhaal staat: ‘het verhaal van de verloren zoon’. Het gaat wel over die zoon, maar er is nog een andere, oudere, zoon en vooral: er is ook nog een vader, een zéér barmhartige vader, en hij speelt in het gebeuren eigenlijk de hoofdrol. Het thema is de oneindige liefde van de hemelse Vader voor ieder van ons en voor ons allen samen.

Er zijn twee verschillende zonen – het hadden ook twee dochters kunnen zijn, of een zoon en een dochter – en die barmhartige vader gaat met ieder van hen anders om – logisch, ze hebben elk hun eigen leven – en dus kunnen we minstens twee zaken van dit verhaal leren. Eigenlijk drie, want de vader leert ons het belangrijkste.

Naar aanleiding van het gebeuren rond de jongste, die de goede weg even helemaal kwijt was, wil God, dat wij weten, dat iedereen zijn liefde moet leren kennen, óók en vooral zijn vergevende liefde. En inzake de oudste zoon, die nog steeds heel veel goed doet, maar enige correctie nodig had, wil God, dat iedereen zijn liefde nog beter leert kennen. Dat is trouwens ook de doelstelling van de geloofscursus, die aanstaande woensdag weer in onze parochiezaal wordt gegeven: God beter leren kennen.

In feite was de situatie met de jongste zoon zó ernstig, dat hij innerlijk dood was. Hij had zijn deel van de erfenis opgeëist. Dat krijg je normaal gesproken pas als je ouders/grootouders zijn overleden. De vraag om zijn deel van de erfenis was dus eigenlijk een doodswens. Hij wenste zijn ouders dood, want dan kon hij zijn erfdeel krijgen.

Nu, dat was een doodssteek in het hart van zijn ouders. Een geestelijke moord. En dat losbandige leven heeft natuurlijk ook niet bijgedragen zijn de kwaliteit van zijn innerlijke leven. Maar toen het berouw in zijn hart begon op te komen en zeker toen hij weer thuis kwam en de armen van zijn barmhartige vader stevig om zich heen voelde, leefde hij weer helemaal op. Gods heilige Geest kwam weer helemaal in hem.

Jezus Christus gebruikt het leven van deze jongeman om te beschrijven hoe oneindig groot Gods liefde is voor mensen, die Hem nog niet hebben aanvaard of Hem zelfs hebben afgewezen. Zij moeten zich bekeren, zich omkeren, thuiskomen bij God, ze zijn van harte welkom! Met betrekking tot de nieuwkomers in het geloof zouden we dit ‘een eerste bekering’ kunnen noemen.

Iets aan de Vasten doen, is in deze Veertigdagentijd natuurlijk belangrijk, onmisbaar voor een vruchtbaar Pasen: dit of dat een beetje minderen, iets meenemen voor de voedselbank of een envelopje voor de Vastenactie.

Maar gebed is ook onontbeerlijk. En nu we dit Bijbelverhaal hebben gelezen, kunnen we weten, dat wij God een héél groot plezier kunnen doen door te bidden voor mensen, die zijn liefde nog niet kennen én voor die mensen, die Jezus en zijn Kerk zelfs de rug hebben toegekeerd. Hebben ouders en grootouders geen intense pijn en verdriet als er geen contact is met een van de kinderen!? Zo voelt God dat ook, nog sterker dan wij, als er mensen zijn, die niet beseffen, dat God bestaat, dat zij uit God geboren zijn, en dat heel hun leven eigenlijk is een op weg naar God zijn. Zonder dat inzicht is hun leven eigenlijk een doelloos ronddwalen.

De oudere broer van de verloren zoon droeg nog steeds het goddelijke leven in zich. Hij was zijn ouders trouw, een echte harde werker. Maar ook hij had bekering nodig. Een tweede bekering. Hij mocht dan wel gehoorzaam zijn aan zijn ouders, maar koesterde in zijn hart en geest soms toch veel zondige gedachtes en gevoelens.

Toen zijn jongere broer weer thuiskwam en er werd een groot feest voor hem aangericht, kwam de wrok en boosheid als lava in een ontploffende vulkaan in hem naar boven. Hij heeft dus voortdurend bekering nodig, een onafgebroken waakzaamheid. Want de boosheid en wrok sluimerden in hem, waren voortdurend aanwezig, maar naar aanleiding van deze in zijn ogen grove ongerechtigheid explodeerde hij en weigerde binnen te komen.

Lieve medeparochianen, hebben wij het besef, dat wij – zelfs als wij elke dag bidden en regelmatig naar de kerk gaan – steeds bekering en innerlijke genezing nodig hebben!? Wij doen neem ik toch aan allemaal ons best om een goed leven te leiden en om voor onze gezinnen en families te zorgen. Maar dat neemt niet weg, dat wij soms toch kunnen vastzitten in een veroordelende houding, in zelfingenomenheid, dat wij egoïstisch en egocentrisch kunnen zijn. En daarom vraagt God ons om zich tot Hem te richten voor vergeving, hulp en genezing.

Het derde, dat wij van dit verhaal kunnen leren, is de houding van de vader: ook wij moeten tegenover anderen – en tegenover onszelf – barmhartig zijn. Wie in de loop van zijn leven toegroeit naar oneindige barmhartigheid, die zal al tijdens zijn leven op aarde een man of vrouw van vrede genoemd worden en na zijn dood zéér spoedig in de hemel zijn.

Mocht iemand nu denken: pastoor, ik heb geen flauw idee waar je het over hebt, zeg dát dan tegen God. En zeg iets van: God, het kan zijn, dat de pastoor gelijk heeft, maar ik snap het niet, ik zie het niet, of: ik vind, dat het wel goed met mij zit, maar God, open mijn ogen, laat mij zien wie U bent, wie ik ben, dat ik de waarheid mag leren kennen.

Broeders en zusters, God verwelkomt iedereen, die zoekend en vragend bij Hem komt. Of onze zonden nu groot of klein zijn, Hij ontvangt iedereen met open armen. Ook voor ons wil Hij een barmhartige Vader zijn. Laten wij dát in ieder geval nooit vergeten! Amen.

Voorbede

Voor alle mensen die bij de Kerk horen;
om de gezindheid van Jezus Christus,
die de fouten van de mensen niet heeft geteld,
maar een boodschap van verzoening bracht.
Laat ons zingend bidden.

Voor alle regeringen en politieke leiders;
om meer zorg en aandacht voor jongeren,
die de goede weg, door het leven heen, zijn kwijtgeraakt.
Laat ons zingend bidden.

Voor alle ouders die een ‘verloren zoon of dochter’ hebben;
dat zij niet de moed verliezen,
maar blijven bidden voor, hopen op en uitkijken naar hun terugkomst.
Laat ons zingend bidden.

Voor onze parochiegemeenschap;
om interesse en dankbaarheid voor de verhalen, die in de Bijbel staan,
waardoor God, die liefde is, zich bekend heeft gemaakt aan ons.
Laat ons zingend bidden.