Preek op 22-09-2019, 25e zondag door het jaar C, pastoor Frank Domen
Crèche
Openingswoord
Broeders en zusters, van harte welkom bij deze heilige Eucharistieviering.
Hebben jullie ooit gehoord van die stervende man, die in een loterij 10.000.000 had gewonnen!? De familie was er heel blij mee, maar maakte zich toch zorgen, dat de opwinding de stervende man te veel zou worden en dat hij door de schok meteen zou sterven. En dat was zeker niet de bedoeling.
Daarom vroeg de familie aan de pastoor of hij zo voorzichtig mogelijk het goede nieuws wilde vertellen. Zo gezegd, zo gedaan. Maar toen de man het hoorde, zei hij meteen: Pastoor, ik geef de helft aan de kerk. Dat was zo’n schok voor de pastoor, dat hij ter plekke stierf aan een hartaanval.
Gelukkig is het niet echt gebeurd. Het verhaal gaat over de vraag hoe onze houding is t.o.v. geld en bezit.
De stervende man ging vrij en blij met het geld om. Hij ging toch sterven. Maar de pastoor was een beetje té blij met het aardse geluk.
Laten wij niet te blij zijn met het aardse geluk en niet te droevig onder de aardse ellende. Proberen wij met de hulp van God en van elkaar in alle omstandigheden rustig door te gaan. Vragen wij om het licht van de heilige Geest: dat Hij ons mag helpen om onze vreugde vooral te vinden in het eren van God en in het dienen van de medemens.
Openingsgebed
Laat ons bidden. Heer onze God, Gij neemt het op voor al wat kwetsbaar is en klein en leert ons wat rechtvaardigheid en vrede is. Open ons hart voor de mensen om ons heen; geef dat wij bezorgd zijn voor elkaar, betrouwbaar in het kleine en groot in dienstbaarheid. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.
Kinderwoorddienst
Preek
Beste medegelovigen, in de eerste lezing van vandaag horen wij de profeet Amos tekeergaan tegen de rijken van zijn tijd. Zij knoeien met maten en gewichten en drijven de graanprijs kunstmatig op. Zo worden de armen een speelbal van de rijken aan wie zij zich zelfs vaak als slaaf moeten verkopen.
Laten we niet te gauw zeggen, dat wij zoiets niet doen. Wij horen weleens op het nieuws over bijvoorbeeld de t-shirtjes van 2 of 3 euro, die in ontwikkelingslanden soms onder erbarmelijke omstandigheden worden gemaakt, óók door kinderen. Doordat wij ze kopen, kan die industrie van uitbuiting blijven bestaan.
Laatst las ik nog over stenen met zogenaamd spirituele en geneeskrachtige eigenschappen, in bepaalde kringen een echte hype. Hier heb ik er zo een. Gekregen hoor, niet gekocht! Ze worden bijvoorbeeld in Madagaskar gedolven. Straatarme mensen lopen zonder hulpmiddelen drie keer per dag enorme afstanden met stenen van 50 á 60 kilo en krijgen uitbetaald welgeteld: $1,- per dag. En westerlingen kopen ze. Dat is hedendaagse slavernij.
Laten wij kijken naar de volgende vergelijking. Er was eens een dorp met duizend inwoners. Van die duizend waren er driehonderd heel rijk, en zevenhonderd straatarm.
Die driehonderd wonen in een heel mooie huizen, die van alle gemakken zijn voorzien. De mensen zien er goed doorvoed uit, sommigen zelfs te doorvoed en ze gaan ook mooi gekleed.
Die andere driehonderd wonen in heel eenvoudige huizen, velen zelfs in hutten of krotten. Sommigen zien eruit als levende skeletten en hebben alleen wat vodden om hun lichaam.
Elke week wordt er in dat dorp zo’n 10.000 kilo afgeleverd aan levensmiddelen, drank, genotmiddelen, lectuur, kleding, cosmetica, meubilair, schoeisel en alles wat wij verder nodig hebben.
Die driehonderd rijken halen met wat elleboogwerk 94% van alle afgeleverde goederen uit de winkels weg, dus 9.400 kilo. Die andere 700 mensen mogen de resterende 600 kilo onder elkaar verdelen oftewel 6% van de totale koek, nog niet één kilo per persoon.
Jullie begrijpen wel hoe dit dorp heet: ‘de wereld’. En het is duidelijk – wij zien het nu ook om ons heen gebeuren – dat die 700 armen geen genoegen meer nemen met zo’n klein stukje van de koek. Daarom zien wij niet alleen vluchtelingen uit oorlogsgebieden naar ons toekomen, maar ook economische vluchtelingen, die méér willen dan die ene kilo. Als de verdeling van de rijkdommen zó slecht blijft, zó oneerlijk, zullen de armen desnoods met blote handen vechten om een rechtvaardig aandeel in de goederen van deze wereld. Dat vechten gebeurt trouwens al, gelukkig nog op een betrekkelijk kleine schaal. Maar we zitten op een vulkaan en die is aardig aan het rommelen.
In het evangelie van vandaag vertelt Jezus Christus een parabel over een onrechtvaardige rentmeester. Het door zijn heer aan hem toevertrouwde bezit heeft hij slecht beheerd. Wanneer hij ontslagen wordt, gaat hij knoeien met de schuldbekentenissen van mensen, die bij zijn baas in het krijt staan. Hij gooit het met hen op een akkoordje, en maakt hen zo tot zijn vrienden, Als hij straks op straat staat, kan hij bij hen aankloppen. De ene dienst is immers de andere waard.
Jezus Christus keurt zo’n manier van doen natuurlijk niet goed, maar Hij prijst wel de vindingrijkheid van de rentmeester. “De kinderen van deze wereld handelen onderling met meer overleg dan de kinderen van het licht”, zegt Jezus Christus. Je kunt zeggen: om te kunnen overleven maakt die rentmeester de armen tot zijn vrienden.
Wil onze wereld, willen wij nog toekomst hebben, zeggen vele deskundigen, dan moeten wij de armen inderdaad tot onze vrienden maken. Eerder komt er geen echte vrede in de wereld, want nu geldt alleen het recht van de sterkste en dat mogen we geen vrede noemen. Om ons te kunnen redden, moeten wij niet zo oneerlijk, maar wel even vindingrijk worden als die rentmeester.
Er is de laatste tijd weer iets meer dreiging tussen het Westen en het Oosten – Amerika en Europa, Rusland en China – maar wij mogen nooit de verhouding tussen het Noorden en het Zuiden vergeten. Want, nogmaals, vrede is onafscheidelijk verbonden met rechtvaardigheid.
Waar het geld, de mammon, alleen maar eigenbelang dient, is het een afgod, en houdt het ons van God af, drijft het mensen uiteen, die zich daarna als hongerige wolven tegen elkaar keren. Waar geld gebruikt wordt om armen tot vrienden te maken, komen wij dichter bij God en zijn Koninkrijk van gerechtigheid en vrede.
En vaak is het niet alleen de mammon, die onvrede sticht. Het is alles wat ons zó bezit, dat wij ervan bezeten zijn. Onze eigen taal, onze cultuur, onze eigen grond. Waar al dat eigene eigengereidheid wordt, raakt de vrede zoek.
Laten wij ervoor bidden en eraan werken, dat in deze wereld de kinderen van het licht het winnen van de kinderen van de duisternis. Het kan, broeders en zusters, als wij erin geloven, als wij bidden alsof alles van God afhangt en als wij werken alsof alles van ons afhangt.
Lang geleden plaatste een koning een enorm rotsblok dwars over de weg. Daarna verborg hij zich om te zien of iemand het rotsblok zou wegnemen.
Kooplui en hovelingen kwamen op de weg. Ze liepen rond het grote rotsblok heen. De meesten hadden commentaar en zeiden: “Wie regeert hier in dit land? Een koning die zijn wegen niet kan vrijhouden!?” Maar niemand van hen dacht er ook maar even aan om het rotsblok aan de kant te schuiven.
Toen kwam er een boer met manden vol groenten. Toen hij het rotsblok naderde, zette hij zijn manden neer en probeerde de rots naar de rand van de weg te verschuiven. Na veel duwen en trekken slaagde hij daar uiteindelijk in. Toen de boer zijn mand met groenten terug oppakte, zag hij een beurs liggen op de plaats waar het rotsblok had gelegen. Er zaten vele goudstukken in en een briefje van de koning waarop stond: “Het goud is voor diegene, die het rotsblok van de weg afduwt.”
Er hoeft er maar één te zijn, die een of ander rotsblok wegduwt, dan hebben veel mensen weer een probleem minder. Laten wij die ene zijn. Laat ieder van ons het doen in zijn eigen omgeving. Amen.
Voorbede
Voor onszelf en alle christenen,
rijk of arm, ziek of gezond, jong of oud;
dat wij – in alle opzichten – als eerlijke
en betrouwbare mensen door het leven gaan,
Laat ons zingend bidden.
Voor koningen, regeringen, en alle hooggeplaatste mensen;
dat zij zelf een God-welgevallig leven leiden,
de waarheid spreken en zich dienstbaar opstellen,
en vooral zorg dragen voor de meest kwetsbare mensen.
Laat ons zingend bidden.
Voor alle mensen die niet eerlijk door het leven gaan,
voor wie geld en bezit té belangrijk zijn;
om openheid voor de dingen van God die blijven in eeuwigheid.
Laat ons zingend bidden.
Voor onze parochiegemeenschap;
dat wij graag samenkomen in het huis van de Heer,
en méér en méér met elkaar omgaan als één grote Kerkfamilie.
Laat ons zingend bidden.