Preek op 19-05-2019, 5e zondag van Pasen, jaar C, pastoor Frank Domen

Preek op 19-05-2019, 5e zondag van Pasen, jaar C, pastoor Frank Domen

Openingwoord

Allemaal van harte welkom in onze Dionysiuskerk. Een pastoor moet een hoop doen in de parochie en in de kerk: kinderen dopen, zondagmiddag mag ik een volwassen vrouw dopen, Lara Margaret; de Mis vieren, catechese geven; het Allerheiligste uitstellen voor de Aanbidding, enz.

Laatst moest ik in mijn eentje ook een stel van die zware banken achterin de kerk verplaatsen. En toen dacht ik: poeh, mijn conditie is niet meer wat het geweest is. Daar moet ik weer wat aan gaan doen. In Alkmaar nieuwe hardloopschoenen gekocht en nu maar weer langzaam de conditie opbouwen: minstens drie keer in de week hardlopen, ‘s morgens heel vroeg. Wie wil meedoen …

Maar, lieve medeparochianen, hier in dit Godshuis zijn wij om onze geestelijke conditie te verbeteren. Soms merken wij, dat er in bepaalde moeilijke omstandigheden toch wel erg veel van ons geloof wordt gevraagd; onze hoop wordt soms zwaar op de proef gesteld; er wordt een grote liefde van ons gevraagd. Zijn we daar wel klaar voor!?

Kijken en luisteren wij naar onze persoonlijke coach, Jezus Christus. Er is niets wat Hij ons niet kan leren. Wij hoeven Hem alleen maar te vragen ons te helpen. Sprekende mensen zijn te helpen.

Voor de keren, dat wij te veel onze eigen gang zijn gegaan, te weinig met Hem – en met elkaar – gesproken hebben, vragen wij samen om vergeving.

Openingsgebed

Laat ons bidden. God, Gij opent de poort van het geloof voor alle volken van alle tijden. Wij vragen U: roep ook in deze tijd mensen, die zich wijden aan het gebed en de bediening van het woord. Vermeerder het aantal leerlingen, die van harte geloven in uw Zoon en elkaar liefhebben, zoals Hij ons bevolen heeft. Die met U leeft en heerst … Amen.

Preek

In het evangelie roept Jezus op om elkaar lief te hebben. Nou, als we rondkijken in de kerk, en we denken aan onze eigen familieleden, dan is dat liefhebben over het algemeen toch vrij eenvoudig, niet waar!? Wij zijn aardig tegenover de meeste mensen. Wij geven af en toe wat geld aan een of ander goed doel. Prima toch!? Maar is dat precies wat Jezus bedoelt? Of heeft Hij een ander idee? Laten we eens kijken naar de context van zijn oproep om lief te hebben.

Voorafgaand aan het evangelie van vandaag heeft Jezus zijn leerlingen de voeten gewassen en kort daarop heeft Judas het gezelschap van de Twaalf verlaten om zijn Meester te gaan verraden. Jezus weet dus, dat Hij nog maar enkele uren bij zijn vrienden kan zijn. De harde realiteit van het Kruis komt in zijn gedachten steeds meer op de voorgrond. Wanneer Hij zijn apostelen oproept om elkaar lief te hebben zoals Hij van hen houdt, dan is het dus de bedoeling, dat hun liefde een weerspiegeling wordt van zijn liefde; een liefde, die belangeloos is, opofferend, een liefde, die voortkomt uit Gods eigen onvoorwaardelijke liefde voor ieder mens op aarde.

Deze manier van liefhebben zou ons, leerlingen van Jezus, een aparte positie moeten geven, want de meeste mensen denken bij het begrip liefde aan iets heel anders. Liefde is voor veel mensen bijvoorbeeld aardig zijn voor je familie en vrienden en vooral voor jezelf.

Maar Jezus heeft ook de voeten van zijn verrader gewassen. Hij vergaf zijn beulen, die Hem aan het Kruis nagelden. Zijn liefde overschreed de culturele grenzen, die de joden en de Samaritanen en heidenen stelden, zo van met die anderen wensen wij niets te maken te hebben. Hij genas de randfiguren in de maatschappij en ook tegenstanders.

Het is het soort liefde, dat in de eerste eeuw veel mensen voor het Koninkrijk heeft gewonnen. Buitenstaanders zagen christenen zorg dragen voor de verschoppelingen, voor weduwen en wezen, en zij bezaten alles ook gemeenschappelijk. Niemand noemde iets het zijne.

Maar ook door de eeuwen heen heeft het christendom veel mensen voor zich gewonnen door bijvoorbeeld slachtoffers van besmettelijke epidemieën te verzorgen. Hoeveel mensen hebben niet daarbij hun eigen leven verloren. Mensen riskeerden hun leven door tijdens de Tweede Wereldoorlog joden te verbergen. En nog maar enkele tientallen jaren geleden vergaf Paus Johannes Paulus II de man, die hem op het Sint-Pietersplein neerschoot.

Ik hoop, dat wij groot ontzag voelen voor de heiligen van de Kerk, maar wij mogen niet denken, dat een dergelijke onvoorwaardelijke liefde alleen maar voor hen is weggelegd. Jezus Christus heeft ook ons leven aangeraakt. Hij leeft in ieder van ons, net als bij de heiligen.

Hoe zij het voor elkaar kregen? Zij hebben Gods liefde ervaren. Zij werden helemaal warm van zijn grootheid. Zij hadden ook gesmeekt om de grootheid van zijn liefde te mogen ervaren. Dat stond bovenaan op hun verlanglijstje. En die ervaring veranderde hun leven voorgoed. Zij werden een andere Jezus. Wel, dat kan ook met ons gebeuren. Dat is allereerst goed voor ons. En de wereld om ons heen heeft ook dringend dergelijke mensen nodig: mensen met een goddelijke liefde.

Vragen wij met heel ons hart om zulke mensen te mogen zijn. Amen.

Voorbede

Voor alle bisschoppen, priesters en diakens;
dat zij ons – de leerlingen, de gelovigen – altijd bevestigen
in een goede gesteldheid, en aansporen in het geloof te volharden.
Laat ons bidden.

Om zegen voor heel Europa,
eens zo stevig gebouwd op een christelijk fundament;
dat de regeringsleiders werken aan een nieuwe aarde,
door goede wetgeving, eerlijke politiek,
meer aandacht voor de gezinnen en kwetsbare medemensen,
zoals God graag ziet.
Laat ons bidden.

Voor alle mensen die het moeilijk hebben;
dat zij mogen ervaren dat God met hen is,
en kunnen geloven dat alles nieuw en goed zal worden.
Laat ons bidden.

Voor onze Parochiegemeenschap;
dat onze onderlinge liefde duidelijk maakt
dat wij leerlingen van Jezus zijn.
Laat ons bidden.