Preek op 19-04-2019, Goede Vrijdag, pastoor Frank Domen

Preek op 19-04-2019, Goede Vrijdag, pastoor Frank Domen

Het is een oude traditie om op Goede Vrijdag tussen 12.00 en 15.00 uur ‘s middags een soort ‘heilige stilte’ te onderhouden. Er staat in het evangelie van Lucas het volgende: “Het was nu omtrent het zesde uur; er viel duisternis over heel de streek tot aan het negende uur toe, doordat de zon geen licht meer gaf” (Lucas 23,44-45).

De joden beginnen te tellen vanaf 06.00 uur ‘s morgens. Dus het zesde uur is 12.00 uur ‘s middags.

Duisternis kwam over de aarde toen Jezus Christus aan het kruis hing. Wij verenigen ons met al de mensen, die om welke reden ook op Golgotha aanwezig waren. Wij sluiten ons aan bij de in de eerste lezing genoemde volkeren en koningen, die vanwege van wat zij hadden aanschouwd, met stomheid geslagen waren. Ook wij zijn geschokt vanwege de wreedheid waarmee de Godmens Jezus Christus is behandeld.

Voor de toeschouwers op Golgotha en voor die in de eerste lezing genoemde hoogwaardigheidsbekleders is de stilte al heel dramatisch. Maar voor ons heeft zij nog een diepere dimensie. In het lijden van Jezus Christus zien wij onze eigen zonden. Wíj zijn er de oorzaak, dat Hij zo moest en wilde lijden. In de wreedheid van zijn beulen zien wij een weerspiegeling van de manier waarop mensen van vroeger én van nu soms met elkaar omgaan. Wijzelf waarschijnlijk niet zo extreem als die mensen van toen en als sommige mensen van nu, maar toch met een zekere passie – met een opwinding – waarvan we weten, dat het verkeerd is.

Elke zweepslag, die Jezus gegeven wordt, ontneemt ons de adem. En ze gaan met door. Geen Joodse geseling, die na 39 zweepslagen stopte, maar een Romeinse, die veel langer duurde, en ook met een gemener martelwerktuig: riemen met metalen bolletjes eraan. Wij vergeten de wereld om ons heen en voelen ons alleen met Hem. Wij zijn verbijsterd over wat wij Hem blijkbaar hebben aangedaan en hebben ontzag voor zijn oneindig barmhartige houding.

Er is nog een tweede Iemand, die stil is. Jesaja in de eerste lezing zegt, dat het de lijdende dienaar zelf is. Hij zegt, dat Hij als een lam, dat naar de slachtbank wordt geleid, en als een schaap, dat verstomt voor zijn scheerder, zijn mond niet heeft geopend. Hij heeft het allemaal laten gebeuren zonder te protesteren. Hij was onschuldig, maar onderwierp zich in gehoorzaamheid en nederigheid aan zijn beulen. Deze nederigheid beginnen we langzaam aan te begrijpen. Hij betaalde met zijn leven een prijs, die eigenlijk wijzelf moesten betalen, maar omdat wij dat niet konden, heeft Hij onze schuld op zich genomen.

Net als de gemartelde dienaar uit de eerste lezing bleef Jezus stil en nederig in gebed gedurende heel zijn lijden. Zoals heel ons leven in en door deze wereld een opgaan naar het eeuwige leven in de hemel is, zo was heel Jezus’ leven één lange mars naar de berg van Calvarië. Alles wat Hij deed en zei, stond in het teken van zijn onzelfzuchtige liefde. Toen Hij op de berg aankwam, had Hij alles gezegd wat Hij moest zeggen. Nog slechts enkele woorden waren er nodig om het Koninkrijk te kunnen vestigen: nog zeven woorden.

“’Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen”.
Tegen de Goede Moordenaar: “Voorwaar, Ik zeg u: Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs”.
Tegen Maria en Johannes: “Vrouw, zie daar uw zoon. Zoon, zie daar uw moeder”.
Tegen de Vader weer: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?”
En: “Ik heb dorst”.
“Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest”.
En tenslotte: “Het is volbracht”.
Het zijn maar weinig woorden, maar wel allemaal even raak, even cruciaal, letterlijk. Zij bewerken vrede met God en met elkaar.

Proberen ook wij vandaag en morgen deze heilige stilte binnen te gaan. Kijken we naar het Kruis en zien wij Jezus; zien wij zijn liefde, zijn stil getuigenis tegenover zijn aanklagers en heel de mensheid. Moge deze stilte over ons komen en ons vullen met verwondering, met dankbaarheid en liefde. Bedenken wij, dat Hij dit alles voor ons heeft gedaan, ondergaan, voor ieder van ons. Dat zijn liefde ons meer tot zwijgen moge brengen, tot meer verdraagzaamheid, tot offerbereidheid, niet alleen vandaag, maar alle dagen van ons leven. Amen.