Preek op 14-04-2019, Palmpasen, jaar C, pastoor Frank Domen

Preek op 14-04-2019, Palmpasen, jaar C, pastoor Frank Domen

Preek

Het is me nogal wat, wat Jezus vandaag en de komende dagen allemaal meemaakt. Al dat lijden. Misschien als je zelf al een heel groot lijden hebt meegemaakt of nog steeds, dat je het je een beetje kunt voorstellen. Wat we wellicht het beste kunnen doen is proberen in zijn schoenen te gaan staan.

Wij allemaal hebben héél vaak een kus of een zoen gehad van mensen, die intens veel van ons houden. Vaak een knuffel erbij. Mensen wrijven tegelijk met een hand over onze rug, om ons hun warme liefde letterlijk te laten voelen. En dan kijken ze ons even aan met een warme glimlach. Omgekeerd is het ons ook overkomen – hopelijk veel minder vaak – dat enkele mensen heel lelijk tegen ons deden. Soms mensen van wie we het niet verwacht hadden. Dat doet dan weer extra pijn.

Jezus maakte een combinatie mee. Hij werd verraden, met een kus, door iemand van wie je dat helemaal niet zou verwachten. Judas, één van de twaalf apostelen, was drie jaar met Jezus meegetrokken; had zijn prachtige verhalen gehoord, werkelijk duizenden wonderen gezien. Hoe kun je dan nog niet tot geloof gekomen zijn of in ieder geval niet de nodige diepgang hebben!? Hoe kun je je Meester, die jou zelfs ‘mijn vriend’ noemt (Joh. 15,15) dan nog verraden met een kus!? De heilige Simeon kondigde Maria aan, dat haar Hart met een zwaard zou worden doorboord (Luc 2,35), maar deze ‘Judaskus’ moet voor Jezus toch ook als een dolksteek in de rug zijn geweest.

Hebben wij het weleens meegemaakt, dat iemand ons opzettelijk pijn deed en er nog bij stond te lachen ook!? Dan hebben wij een idee van wat passie is. Hebben wij ooit ervaren, dat familie en vrienden ons in donkere en woelige tijden hebben verlaten!? Dan hebben wij een idee van wat passie is. Hebben wij soms beleefd, dat mensen leugens over ons vertelden in een poging onze goede naam en reputatie te vernietigen!? Dan hebben wij een idee van wat passie is. Zijn wij af en toe de dupe geworden van pijnlijke, misplaatste grappen!? Dan hebben wij een idee van wat passie is.

Was dit alles leuk, plezierig? Alles behalve. Heeft het ons diep gekwetst? Zeker weten! Voelden wij ons boos, vernederd? Zonder meer! Kwamen er zelfs gevoelens van wrok in ons naar boven? Dat zou zo maar kunnen; niets menselijks is ons vreemd!

Jezus Christus als de Godmens is natuurlijk heel anders als wij. Alles wat Hem overkwam, deed Hem wel intens pijn, lichamelijk én geestelijk, maar als Hij zich zou hebben overgegeven aan woede en wrok, zou heel het verlossingsplan van God als een kaartenhuis zijn ingestort en zou Hij ons niet hebben kunnen redden. Maar gedurende heel deze beproeving handelde Jezus Christus als een lam, dat ter slachtbank wordt geleid. Hij kwam niet op voor zichzelf, in tegendeel, Hij kwam op voor ons. Hij vocht niet terug. Hij zei alleen: “Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen” (Luc. 23,34).

Vele mensen worden op een bepaald moment in hun leven wel geconfronteerd met valse beschuldigingen, met misbruik van welke aard ook, of met verraad. Waarschijnlijk hebben de meesten van ons al het een of ander meegemaakt.

Wij zouden er vandaag toe kunnen besluiten, nu wij weer gehoord hebben over de passie, het lijden van Jezus, om zo genadig, zo barmhartig mogelijk te zijn voor iedereen, die ons pijn heeft gedaan, bespot, verraden of onze reputatie aangetast. Laten wij ons voornemen om ook zelf nooit meer iemand te ondermijnen of pijn te doen.

Nadenken over Jezus’ passie, zijn lijden, veroorzaakt een moment van verdriet in ons, van intens medelijden. Het doet ons pijn Hem zo te zien lijden, nota bene omwille van ons. Maar zijn lijden kan ons ook helpen, dat is zelfs de bedoeling. Vol bewondering voor Jezus’ vergevingsgezindheid kunnen wij God vragen ons te helpen en meer te worden als Jezus.

De mensen van Jeruzalem riepen op zondag “Gezegend de Koning, die komt in de Naam van de Heer”, maar al op vrijdag riepen diezelfde mensen “Kruisig Hem, kruisig Hem”. Het zullen je vrienden maar zijn. Inderdaad, maar Jezus wil toch hun vrienden zijn, in de hoop, dat zij nieuwe mensen worden. Laten wij zijn als Jezus: vriendelijk voor iedereen, voor vriend en vijand. Wie weet hoe veel mensen wij voor het Koninkrijk van God kunnen winnen. Amen.