Overweging op 12/13-07-2019, 15e zondag d.h.j. C, in de tehuizen

Overweging op 12/13-07-2019, 15e zondag d.h.j. C, in de tehuizen, Jannie Ligthart

Openingswoord

Dierbare medegelovigen. Welkom bij de viering in het 15e weekend door het jaar.

In de Schriftlezingen van deze zondag, worden we gewezen op het belang van het “doen” van het Woord van de Heer.
In het Evangelie maakt Jezus duidelijk dat men, luisterend naar zijn Woord, er al doende achter komt, wat echte naastenliefde betekent.
In de evangeliën geeft Jezus steeds aanwijzingen om te leven, om te doen en te laten, zoals God het voor ons bedoelt.

Te leven naar Gods bedoeling gaat niet vanzelf. Als we hierover vragen hebben, kunnen we het antwoord in het evangelie, in het Woord van God, vinden.

Deze antwoorden kunnen we in het dagelijkse leven toepassen. In het Evangelie van vandaag wordt de vraag gesteld: “Wie is mijn naaste”.

Om de H. Communie waardig te kunnen ontvangen, vragen we, voor de keren dat het ons niet lukte, het Woord van God in praktijk te brengen, vergeving door het samen bidden van de schuldbelijdenis.

Overweging

Lieve medemens. De Schriftgeleerde in het Evangelie geloofde heilig in het eeuwig leven en wilde er alles aan doe om daar te komen, net als U en ik. Hij kende de wet en wist wat er in staat:  “God beminnen met geheel je hart en met heel je ziel, met al je krachten en verstand, en je naaste als jezelf.” Je naaste beminnen als jezelf, dal klinkt heel mooi, maar wie is je naaste in de concrete omstandigheden van je leven?

Jezus, geeft op de vraag van de Schriftgeleerde: “Wie is dan mijn naaste?“ een heel concreet antwoord en tegelijk draait Hij de vraag om: “voor wie kun jij een naaste zijn?” Je kunt natuurlijk heel mooi praten over je naaste beminnen, en naastenliefde hoort bij het christen zijn, maar als je het concreet gaat maken, kom je toch bij de vraag: voor wie kan ik een naaste zijn, voor wie kan ik iemand zijn die ik een helpende hand biedt, een luisterend oor, een hartelijk woord?

We ontmoeten veel mensen, bijvoorbeeld bij een verjaardagsfeestje. Dan beleef je een stuk verbondenheid met elkaar. Maar stel je voor dat je naast iemand komt te zitten bij wie pas een ernstige ziekte is geconstateerd. Op jou vraag: hoe gaat het ermee, komt er een vloedgolf los van alle akelige ervaringen rond de ziekte. Dan kun je neiging hebben om te zeggen: dat is heel erg maar laten we over iets anders praten want we zijn hier toch op een feestje. In feite loop je met een boog om iemands probleem, verdriet heen. Dan kies je ervoor om niet de naaste te zijn van die mens.

We ontmoeten ook mensen in verdrietige omstandigheden, bijvoorbeeld bij een begrafenis, ook dan wordt er een stuk verbondenheid beleefd. Vaak zeggen we dan: ik kom je nog eens gauw opzoeken. Maar in de drukte van de dag komt het er niet altijd van, of omdat men ertegen op ziet. Dan loop je ook in een boog om een mens met verdriet heen, dan ben je geen naaste voor die mens.

Dit zijn een paar voorbeelden en we weten allemaal wat naastenliefde is. Maar het valt ons moeilijk om de naastenliefde die vorm te geven zoals Jezus ons heeft voorgedaan. Vaak willen we zelf uitmaken wie voor onze naastenliefde in aanmerking komt en zelf het moment bepalen dat het ons gelegen komt.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan maakt ons echter twee dingen duidelijk: je naaste zoek je niet zelf uit, die kom je tegen al dan niet toevallig, die vind je langs de weg die je door het leven gaat, én er wordt niet gekeken of het je al dan niet uitkomt. Het gebeurt gewoon.

Die joodse priester en leviet die in een boog om die halfdode man heenliepen, zijn in onze ogen harteloze en liefdeloze mensen. Toch denk ik dat niet. Zij maakten dezelfde fout die ook wij vaak maken. Bij ons gebeurt het ook dat , “het niet uit komt”, we denken “nu even niet”, en “ook dat nog”.   Voor jezelf kan het op dat moment een “goed” excuus zijn om door te lopen. Jezus, denkt daar heel anders over en maakt duidelijk dat dit geen goed excuus was.

Het is daarom belangrijk dat we in ons dagelijks leven er bewust van zijn dat Jezus, ook op die momenten, met ons meegaat. Dan kunnen we proberen met Zijn ogen, naar onze mede mens te kijken, en laten we ons hart spreken.

Die Samaritaan, die heiden op wie de joden neerkeken, die laat wel zijn hart spreken, die heeft geen mitsen en maren. Hij reageerde vanuit zijn hart. Misschien kwam het hem ook ongelegen maar hij deed het gewoon. Hij was echt een naaste voor de gewonde man.

Laten we, bij omstandigheden die vragen of je een naaste wilt zijn voor iemand die je misschien wel of niet mag of er wel of geen band mee hebt, of het komt je helemaal niet uit, denken aan de uitleg van Jezus hierover.

In het kort gezegd is de uitleg: “niet jij kiest je naaste uit, maar de ander vraagt jou een naaste voor hem of haar te zijn. Dan in actie komen is de naastenliefde die Jezus ons heeft voorgeleefd. Amen.