Overweging op 09/10-08-2019, 19e zondag d.h.j. C, in de tehuizen, Jannie Ligthart
Openingswoord
Dierbare medegelovigen. Welkom bij de viering in het 19e weekend door het jaar.
In dit weekend worden we opgeroepen om waakzaam te zijn.
Die oproep klinkt zó dikwijls in het evangelie, dat waakzaamheid zeker een kenmerk van ons christen-zijn mag worden genoemd.
Verwonderlijk is dat niet: wie waakzaam is, houdt zijn ogen open, ook voor de nood van de ander.
Wie waakzaam is, heeft verantwoordelijkheidsbesef en is tot dienstbaarheid bereid. Wie zo waakzaam is in het spoor van Jezus hoeft niet bevreesd te zijn om Gods beloofde Koninkrijk mis te lopen.
Om de H. Communie waardig te kunnen ontvangen, vragen we, voor de keren dat we niet waakzaam waren en het ons niet lukte, het Woord van God in praktijk te brengen, vergeving door het samen bidden van de schuldbelijdenis.
Overweging
Lieve medegelovigen, in de brief aan de Hebreeën, van apostel Paulus, kunnen we zijn passie, zijn verlangen voelen. Hij spoort alle mensen aan, open te staan voor de genade van het Geloof. Zoals Paulus zegt: “Door het Geloof worden we ons bewust van de werkelijkheid van onzichtbare dingen”.
Door het geloof in, en in vertrouwen op God is er veel gebeurt, wat de mens zonder God niet had kunnen volbrengen of ervaren. Abraham vertrok uit een voor hem bekende omgeving om zich met zijn hele familie en bezit, elders als vreemdeling te settelen.
Hij en zijn vrouw Sara kregen door het geloof, op hoge leeftijd de kracht tot vruchtbaarheid. Het geloof van Abraham werd door God meerdere malen beproefd. Abraham kreeg zelfs de opdracht om zijn enige zoon Isaak te offeren. Omdat Abraham gelovig en vol overgave, de wil van zijn Hemelse Vader wilde doen, bleef Isaak behouden. God zal ook ons geloof beproeven, en we weten niet op welk moment in ons leven dat zal zijn.
Als we waakzaam zijn, openstaan voor de wil van de Vader, en als onze relatie met de Vader zo is, dat we steeds met Hem in gesprek blijven, dan kunnen we bij een beproeving zijn aanwezigheid ervaren.
Voor mij zegt dit, dat ook al snappen we niet wat ons op onze levensweg overkomt, en we er eigenlijk helemaal geen zin in hebben, we ons steeds nederig, vol vertrouwen naar God moeten richten en het aan Hem overlaten. Uiteindelijk, ook al kan dat lang duren, zullen we ervaren, dat hoe het leven ook gelopen is, Jezus steeds met ons is meegegaan en dat het onder Gods leiding goed gegaan is.
In het Evangelie lezen we dat we waakzaam moeten zijn voor de terugkomst van Jezus, onze Heer. Jezus zegt ons dat we niet bevreesd hoeven te zijn, omdat voor alle kinderen van zijn Vader het Koninkrijk er is. Maar ook al zijn wij kind van onze Hemelse Vader, we zullen niet alleen daarom toegelaten worden. Jezus geeft ons daarom wel weer vele aanwijzingen om er voor te zorgen dat we, als het zover is, er klaar voor zijn.
Het is een oproep om er altijd klaar voor te zijn, om ons aardse leven in Gods handen te leggen. Het bewust in het leven te staan is van groot belang. En de reden is niet dat we bang moeten zijn voor ons overlijden of het einde van de wereld, maar wel om een goed besef te hebben van wat wel of niet belangrijk is in ons leven en samenleven. Het is Jezus’ boodschap, die ons de weg wijst naar waar levensgeluk. Naar levensgeluk hier op aarde en daarna bij Hem in zijn Koninkrijk.
In de laatste zin van het Evangelie staat: “Van ieder aan wie veel is gegeven, zal veel worden geëist, en van hen aan wie veel is toevertrouwd, zal des te meer worden gevraagd”. Ik denk dat we deze zin op ons door moeten laten werken. Aan ons is namelijk veel gegeven.
Want door onze doop zijn we kinderen van God geworden en staan we dicht bij de Vader.
In de H. Schrift is ons door Jezus veel aangereikt hoe te leven. Daarbij heeft Jezus na zijn Hemelvaart ons de H. Geest als helper gegeven.
Voor ieder van ons moet het mogelijk zijn om waakzaam en alert te zijn, en te volharden in het volbrengen van de wil van onze hemelse Vader. Amen.