Overweging in de tehuizen op 20/21-09-2019, 25e zondag door het jaar C, door Jannie Ligthart

Openingswoord

Dierbare medegelovigen. Welkom in de viering in het 25e weekend door het jaar.

In de eerste lezing van vandaag veroordeelt de profeet Amos op een niet mis te verstane wijze het gedrag van de mensen van Juda: door hun oneerlijke praktijken, misbruiken en verdrukken zij de armen en misdeelden. Het gedrag van de rentmeester in het Lucasevangelie is al even corrupt. De ervaring leert dat rijkdom en bezit nogal eens voortvloeien uit oneerlijkheid. Jezus maant aan tot een eerlijk gebruik van bezit, zodat de verhouding tussen arm en rijk rechtvaardiger wordt. Wij christenen beamen dat Woord van Christus wel, maar kunnen we het in praktijk brengen.

Om de H. Communie waardig te kunnen ontvangen, vragen we, voor de keren dat het ons niet lukte, het Woord van God in praktijk te brengen, vergeving door het samen bidden van de schuldbelijdenis.

Overweging

Lieve medegelovigen. De lezing van het Evangelie gaat over een onrechtvaardige rentmeester! En het kwam op mij, in eerste instantie, vreemd over dat Jezus ons een onrechtvaardig iemand als voorbeeld geeft.  Het volgende zinnetje :

“… Want de kinderen van deze wereld, handelen onderling met meer overleg dan de kinderen van het licht”, bracht me tot nadenken.

Zoals wij hier zitten, zijn we allemaal kinderen van deze wereld, we leven in deze wereld. Die wereld heeft veel invloed op ons doen en laten en we doen vaak, zonder na te denken met de veranderende gewoontes in die wereld mee. Dat blijkt uit allerlei opmerkingen bijvoorbeeld:  Je moet met je tijd meegaan. Dat is niet meer van deze tijd. Dat moet tegenwoordig kunnen.

Het zijn opmerkingen over zaken, gebeurtenissen die vroeger niet getolereerd werden, maar nu goed gepraat worden, omdat iedereen zo lijkt te denken. Heel veel waarden en normen, en dan bedoel ik onze christelijke waarden en normen, zijn uit onze maatschappij verdwenen. Alles moet kunnen, leuk en gezellig zijn, tegenwoordig.

Stel je voor dat je niet meedoet, dan hoor je er niet meer bij!

Jezus stelt de kinderen van het licht, de christenen, tegenover de kinderen van deze wereld. Hij is keihard in zijn stelling: de kinderen van het licht moeten andere kinderen zijn. Beter gezegd: kinderen van het licht willen ervoor uitkomen dat ze kinderen van het licht, dat ze christen zijn, en dat moet zichtbaar zijn in de wereld door hun doen en laten.
Jezus zegt: “Je kunt niet God en ook het geld dienen”. Jezus stelt in feite de vraag: “Bij welke groep wil jij horen?”

De kinderen van deze wereld, handelen onderling met meer overleg dan de kinderen van het licht. Ze willen erbij horen, en dat lijkt soms hun hoogste doel te zijn. Het vergt veel van hun aandacht en energie.

Hoe komt het dat we zo graag meedoen. Dat we onze christelijke mening op belangrijke punten gaandeweg laten verslappen, gaan relativeren, er gemakkelijk in worden.

Wanneer je christen bent, bij Jezus hoort, dan straalt iets van die goddelijke vonk van Hem in ons. Maar hoe meer we ons met wereldse zaken bezighouden, des te minder kan dat licht nog stralen.

Door onze doop zijn we geroepen om kinderen van het Licht te zijn. “We begrijpen wat Jezus bedoelt als Hij zegt: “Ik ben het licht van de wereld, wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten!

Kinderen van het licht zijn hele gewone mensen, met sterke en zwakke kanten, met wensen en dromen.
We zoeken onze weg door deze wereld, en tegelijk weten we door ons geloof dat God ons leven leidt. Ook al hebben we twijfels, het vertrouwen in Gods leiding zit dieper. Ook al ben je soms angstig vanwege een onbekende toekomst, je durft het aan, omdat God je helpt. Je  weet wat Jezus ons heeft geleerd: je kunt niet God dienen en heel veel tijd en aandacht besteden aan geld, goederen en macht. Wij christenen moeten een keuze maken.

Wij kinderen van het Licht, kinderen van onze hemelse Vader moeten ook meer in overleg gaan. In ons doen en laten kunnen / moeten we ons afvragen: “wat zou Jezus doen in deze situatie”, en we kunnen de H. Geest om inzicht, kracht, wijsheid vragen. In gebed kunnen we aan onze relatie met onze hemelse Vader werken. We kunnen nadenken over wat we voor een ander kunnen doen. Bij wie zou ik wat licht in het leven kunnen brengen? Dan zijn we dienstbaar aan onze God en raakt het wereldse op de achtergrond. Amen.