Overweging in de tehuizen op 1/2-11-2019, Allerzielen, Jannie Ligthart

Overweging in de tehuizen op 1/2-11-2019, Allerzielen, Jannie Ligthart

Openingswoord

Lieve mensen. Welkom in deze woord en communieviering waarin we Allerzielen vieren.

Vandaag viert de Kerk  Allerzielen. Vandaag is het Allerheiligen en eren (eerden) we alle overledenen die voor eeuwig al bij God zijn, of ze nu heilig verklaard zijn of niet. Zij vormen de ontelbare menigte die Johannes in een visioen zag, zij zijn onze voorsprekers bij God.

Op Allerzielen  herdenken we allen die gestorven zijn. Het is een dag waarop we meer aan de dood, maar vooral meer aan een leven na de dood denken. We denken met liefde en met veel respect aan alle mensen die ons zijn voorgegaan. Het gaat om alle zielen, maar wij voelen ons vooral verbonden met degenen die ons heel nabij waren. Wij dragen hen mee in ons hart. Zij zijn niet meer in ons midden, maar toch voelen wij op een of andere manier duidelijk hun aanwezigheid.

Nu wij vandaag onze dierbare doden herdenken, komen er gevoelens naar boven van verdriet, pijn en gemis, maar hopelijk ook van dankbaarheid voor dit leven. Dankbaarheid, omdat zij deel mochten hebben aan ons leven.

Omdat wij vaak vergeten dankbaar te zijn voor al het goede in ons leven,  en ons hart niet te openen voor God, vragen wij Hem en elkaar om vergeving, om de H. Communie waardig te kunnen ontvangen. We bidden samen de schuldbelijdenis.

Overweging

Dierbare medegelovigen. Vandaag en morgen herdenkt de Kerk allen die overleden zijn. Allerheiligen – Allerzielen.

Degenen die ons zijn voorgegaan in de dood, zijn vandaag  dichter bij ons.  Ze zijn meer in onze gedachten, en we hopen en bidden dat zijn nu in het Licht bij God zijn.

We hoorden in de eerste lezing uit de Openbaring van Johannes, dat er een nieuwe hemel, en een nieuw aarde zal zijn. Dat God met ons zal zijn. Elke traan wordt uit onze ogen gewist. En nooit zal de dood er meer zijn, geen rouw, geen geween en geen smart; want het vroegere is voorbij!

We weten allen uit ervaring dat sterven een realiteit in het leven is. De lichamelijke dood hoort bij elk leven.  We hebben allemaal van dierbaren afscheid moeten nemen.

Het dode lichaam, de tempel van de ziel, was het laatste wat we van hem/ haar hebben gezien. In ons verdriet bij het afscheid van dit dode lichaam ervaren we in ons het verlangen, dat deze ziel een toekomst heeft bij God.

Dit verlangen naar een leven over de dood heen heeft iedere mens, of hij nu gelovig is of niet. Wij christenen kunnen en mogen vertrouwen op dit ingeschapen verlangen. Na dit aardse leven, zal de ziel verder leven in het Licht van Jezus Christus, bij de Vader in de hemel.  Wij geloven dat, door het leven, lijden, sterven en verrijzen van Jezus. Hij  heeft voor ieder van ons, die Zijn geboden onderhoudt,  de weg vrijgemaakt naar Zijn en onze  hemelse Vader.

En toch, als je aan een graf staat, en je er een dierbare moet achterlaten, wat is het dan moeilijk om dit in vertrouwen te geloven. Op zo ‘n moment lijken we op de Emmaüsgangers. Deze leerlingen waren ook in vertwijfeling en verwarring na de kruisdood van Jezus. In hun verwarring verlieten ze Jeruzalem waar alles had plaatsgevonden.

Onderweg konden ze hun verhaal kwijt aan een “vreemde”. Ze waren in rouw, waren verdrietig en teleurgesteld. Hetgeen ze van Jezus gehoord en geloofd hadden, was dat dan toch niet waar??

Door het op weg gaan, door over alles te praten wat er gebeurd was, en door het uiten van hun teleurstelling ontstond er in hun innerlijk weer ruimte om ook aan de mooie momenten van het leven van Jezus te denken en konden zij in het zegenen, breken en delen van het brood door “de vreemdeling”, de levende Jezus herkennen.

Zo kunnen ook wij op onze levensweg, waarop we zeker weten rouw, verdriet en teleurstelling meemaken, door de H. Eucharistie en het ontvangen van de H. Communie, moed, vertrouwen  en inzicht in het leven, nu en in een toekomstig leven bij God, krijgen. Door ons te blijven verdiepen in de Heilige Schrift, het Woord van God, kunnen we ons volledig overgeven aan ons verlangen naar een beter leven. Wij christenen mogen geloven dat de dood niet het laatste woord heeft.

Speciaal op Allerzielen bidden we voor onze doden, en ook dat is een teken van ons geloof in de verrijzenis. Als we bidden voor de doden zeggen we allereerst dat ze nog bij ons horen, dat onze liefde voor hen er nog is, maar dat we hen in Gods aandacht aanbevelen opdat het goed met hen gaat. In feite nemen we door ons bidden, het voor hen op. Door het bidden willen we goedmaken en aanvullen waarin ze eventueel tekort zijn geschoten. Wij weten allen dat we tekort schieten in ons leven ook al doen we ons best.

Allerzielen is dan ook niet een herdenken in eenzaamheid, maar een ervaren van verbondenheid. We voelen ons over de dood heen verbonden met allen die bij ons leven hier op aarde  hoorden. Zo zal het altijd zijn. Wij horen bij onze doden, de doden horen bij ons. Amen.