Overweging op 20/21-07-2018, 16e zondag door het jaar B, in de tehuizen, Jannie Ligthart
openingswoord
Beste medegelovigen. Welkom in deze Woord en Communieviering op de 16e zondag dhj.
In het evangelie van vandaag komen mensen Jezus opzoeken, omdat zij Hem als een echte Herder ervaren, die luistert naar wat mensen vragen en zich inzet voor een betere samenleving.
In Hem wordt de profetie van Jeremia werkelijkheid. In de eerste lezing, lezen we, dat God het de herders van Israël verwijt, dat door hen er schapen verloren zijn gegaan. Hij zelf zal er voor zorgen dat alle schapen terugkomen, dat er geen een verloren gaat. Eigenlijk mogen we mensen geen schapen noemen.
Ook Jezus noemde de mensen die zich om Hem heen verdrongen geen schapen. Jezus zei: “ ze lijken op schapen die naar een herder op zoek zijn” en Hij werd daardoor diep geraakt.
Dit evangelie stelt ons de vraag of wij ons willen laten raken door mensen in onze omgeving, die hulp nodig hebben op wat voor manier dan ook. Zijn wij bereid, in navolging van Jezus Christus, om de herderlijke zorg op ons te nemen waar we dat kunnen?
Omdat wij daar niet altijd voor openstaan, willen we dit aan God en elkaar erkennen en belijden, om de H. Communie waardig te kunnen ontvangen. We bidden samen de schuldbelijdenis.
overweging
Lieve medegelovigen, in het evangelie horen we dat Jezus medelijden heeft met de mensen. Jezus bemerkt, dat ze zijn als schapen zonder herder, zonder leiding. Ondanks dat Jezus en zijn leerlingen naar wat rust verlangden, ging Hij naar ze toe om hen te onderrichten. Om hen richting en leiding in hun leven te geven..
Toen Jezus deze mensen zag vergeleek hij hen met schapen die geen herder hebben, met schapen die ronddolend de weg kwijt zijn. ze waren als schapen zonder herder, ze waren vervreemd van hun oerinstinct dat hun Schepper, onze hemelse Vader, hun had meegegeven. Hun leiders, hun herders van dat moment, schoten tekort in hun taak.
De mensen kwamen naar Jezus toe in de hoop dat Hij hun de juiste weg zou wijzen. En ofschoon Jezus een rustpauze zocht voor zijn leerlingen, die eropuit geweest waren om te getuigen van zijn boodschap, had hij medelijden met die mensen en onderrichtte hij hen.
Als Jezus in onze tijd zou leven, zou hij van velen waarschijnlijk ook zeggen: het lijken wel schapen zonder herder. Als we niet oppassen worden we allemaal van onze ware identiteit: “ het Kind – zijn van God” afgehouden, vaak veel meer dan we zelf in de gaten hebben. We zijn op allerlei gebied van allerlei gemakken voorzien en we hebben het gevoel dat we echt niet zonder kunnen. Maar al deze wereldse zaken houden ons af van onze hemelse Vader, en we laten ons minder leiden door onze Herder, Jezus Christus.
Dan zijn ook wij als schapen zonder herder, maar dan wel behoorlijk eigenwijze schapen, omdat we Hem kennen, en we weten dat Hij van ons houdt. Ook wij zijn op veel punten ons oerinstinct, onze Bron, kwijt geraakt door alle wereldse beslommeringen en we redden het niet te leven zoals Jezus ons heeft voorgeleefd. In ons jachtige bestaan verliezen we het gevoel voor wat werkelijk belangrijk is. We verliezen ons werkelijk doel van ons leven uit het oog, het eens eeuwig bij God mogen zijn.
Ook denken we het allemaal zelf wel kunnen, en vergeten dan dat we altijd hulp en leiding aan onze hemelse herder, Jezus Christus, kunnen vragen. Als we dat niet doen, zullen we verloren lopen en niet gelukkig zijn.
Ook voor ons wil Jezus een goede herder zijn, maar daarvoor moeten we wel naar hem op zoek blijven, juist zoals de mensen uit het evangelie hem zochten. Ook ons wil hij onderrichten, leiding en richting geven, juist als toen, maar daarvoor is het wel nodig dat we momenten van rust zoeken bij Hem, want anders kunnen we zijn woorden, zijn boodschap niet horen.
Jezus wilde met zijn leerlingen ook even een rustpauze, maar hijzelf liet zich leiden door zijn medelijden met al die mensen. Wat hij hen daar verteld heeft, staat er niet bij, maar dat ging ongetwijfeld over zorg en aandacht voor elkaar. Dat komt steeds weer terug in Zijn prediking, in Zijn handelen. Dat hoort ook bij het oerinstinct van de mens, bij het christen zijn: samen optrekken, niet als kuddedieren achter elkaar aanlopen, maar vanuit de overtuiging dat je als mens altijd ook medemens bent en dat vraagt wezenlijk om medemenselijkheid en menslievendheid. Jezus heeft het ons voorgeleefd, door de rust, in de stilte, bij zijn en onze hemelse Vader te zoeken en door barmhartig handelend optreden.
Laten we Hem, onze hemelse Herder ons leiden, en proberen na te volgen. Amen.