Preek op 23-07-2017, de 16e zondag door het jaar A, pastoor Frank Domen

Preek op 23-07-2017, de 16e zondag door het jaar A, pastoor Frank Domen

openingswoord

Broeders en zusters, enige tijd geleden was er in een andere parochie iemand overleden en toen zei de overgebleven partner, dat er geen kerkelijke uitvaart hoefde te komen, want de overledene had het sacrament van de zieken ontvangen; verder had de overledene nooit gestolen of iemand vermoord. Met andere woorden: het komt wel goed. Wij kunnen zo naar het crematorium.

Toen dacht ik: O, o, alsof niet stelen en niemand vermoorden voldoende is om tot vrede te komen; vrede op aarde en de vrede in de hemel.

Deze mensen – en misschien wij ook – zouden eens een uitgebreid gewetensonderzoek moeten doorlezen om te kijken wat God allemaal van ons verwacht.

Als wij ’s morgens opstaan en huisgenoten tegenkomen, dan groeten wij elkaar, toch!? “Goeiemorgen, heb je lekker geslapen?” Wie van ons groet God meteen bij het wakker worden? Zeggen wij onze engelbewaarder gedag? Die heeft nota bene heel de nacht trouw aan onze zijde gestaan om over ons te waken, en wij zeggen niets?

Als wij voor een probleem staan, bidden wij dan even tot Hem van wie wij met recht kunnen zeggen, dat Hij ‘de wijsheid in pacht heeft?’ Welke plaats heeft God in ons dagelijkse leven?

Zo zijn er misschien vele zaken, die in het dagelijkse leven met medemensen heel normaal zijn, maar in ons geestelijke leven staan wij er niet bij stil. Leiden wij überhaupt wel een geestelijk leven? Beseffen wij, dat God ons een nieuwe dag geeft om te groeien in liefde tot Hem en de naaste? Weten wij, dat heel ons leven bedoeld is als een voorbereiding op de eeuwigheid?

Wij hoeven onszelf niet aan de schandpaal te nagelen. Maar wij hoeven onszelf ook niet op een voetstuk te plaatsen. Vragen wij God, dat wij mogen zien waarin wij Hem en onze medemensen af en toe nog teleurstellen. Gaan wij dan die uitdaging om te groeien aan. Alles wat leeft, groeit. Zijn wij ook van binnen levende mensen.

Voor de keren, dat wij God in ons dagelijkse leven te veel aan de zijlijn hebben laten staan, waarmee wij kansen hebben gemist, vragen wij samen om vergeving.

openingsgebed

Laat ons bidden. Heer God, uw wijsheid en goedheid, en uw mateloos geduld, gaan alle begrip te boven. Wij bidden U: bevrijd ons van kleinmoedigheid, geef ons geduld met onszelf en met elkaar in het geloof en het vertrouwen dat Gij alles ten goede leidt. Door onze Heer Jezus Christus, uw …

preek

Vandaag worden wij in het evangelie opgeroepen tot geduld, barmhartigheid, tot niet oordelen en niet veroordelen.

Wij zijn echter zo gewend om alles en iedereen onder te verdelen in hokjes: dat zijn rozen en dat zijn tulpen. Dat zijn stoelen en dat zijn tafels. Dat zijn mannen en dat zijn vrouwen. Dat zijn de goeden en dat …

“Wacht even,” zegt Jezus dan, “wat ga je zeggen!?” Nu, lieve mensen, begeven wij ons – ook al is het zomer – op glad ijs. In gewone dingen – tafels en stoelen, – onderscheid maken is goed en nodig. Maar vandaag gaat het erom, dat wij mensen niet moeten onderverdelen. Oké, mannen en vrouwen, jongens en meisjes, ziek en gezond, jonger en al wat ouder, maar veel andere onderverdelingen dragen niet aan de vrede bij.

Enige tijd geleden hoorde ik van een collega, dat er op een vergadering gesproken was over de vraag: wanneer mag iemand zich een ‘parochiaan’ noemen? Waar een mens zich niet al druk over kan maken!

Is iemand parochiaan als hij gedoopt is, regelmatig naar de kerk komt? Is dat als iemand zijn contributie, de kerkbijdrage, betaalt? Of moet iemand in ieder geval het in grote lijnen eens zijn met de leer van de Kerk? Welke plichten moet je nakomen om in de Kerk ook rechten te hebben?

Het zijn misschien interessante vragen, maar wij moeten heel voorzichtig zijn om heldere en soms harde grenzen te trekken! Om met het evangelie te spreken: je kunt o zo gemakkelijk met het onkruid ook de tarwe uittrekken.

Trouwens: wat is onkruid? Er werd ooit op televisie een heilige Mis uitgezonden waarin hetzelfde evangelie als dat van vandaag werd voorgelezen. Tijdens de voorlezing liet de camera op afstand een prachtig bloemstuk zien. Maar toen de camera inzoomde – wat dichterbij kwam – bleek er ook onkruid tussen te zitten. Dus … wat is onkruid en wat niet én … wie maakt dat uit?

In plaats van snel te oordelen is het beter net als God in de eerste lezing van vandaag voorzichtig te zijn en geduldig. Hij geeft altijd nieuwe kansen waar mensen hebben gezondigd.

Dezelfde voorzichtigheid en geduld leert Jezus ons ook met zijn verhaal over de dorre vijgenboom, die maar geen vruchten wil dragen. Jezus zegt: laat de boom maar staan, misschien geeft hij ons volgend jaar wel vruchten.

Van zichzelf zegt God, dat Hij het geknakte riet – dat is de zondige, gebroken mens – niet zal breken en dat Hij de walmende vlaspit – de opgebrande mens – niet zal doven en dat Hij zon en regen geeft aan goeden en slechten.

Laten wij dus oppassen om mensen in allerlei hokjes in te delen. Dat is misschien gemakkelijk, maar God is het er niet mee eens!

Het is beter, dat wij ervoor zorgen, dat wijzelf tot de tarwe worden gerekend, tot de goeden. En één van de manieren daarvoor is: omgaan met wat door anderen onkruid wordt genoemd, omgaan met zogenaamd slechte mensen.

Want dat was toch een groot verschil tussen Jezus en de wetgeleerden. Deze laatsten gingen niet om met tollenaars en zondaars, maar Jezus zocht ze juist op, ging met hen in gesprek. In plaats van hen uit te roeien – wat je normaal met onkruid doet – ging Jezus midden tussen hen staan. Hij ging zelfs met hen aan tafel, en ook zijn leerlingen deelden met hen het brood.

Brave en rechtzinnige gelovigen, die het kaf van het koren willen scheiden, gauw het onkruid tussen de tarwe willen weghalen, maken drie fouten: ten eerste denken zij al te gemakkelijk dat zijzelf onder de tarwe gerekend worden. Ten tweede hebben zij te weinig geduld met mensen, die – niet van kwaad tot erger, maar – van kwaad tot goed kunnen komen. Hebben wij het op het journaal gehoord? Dat rugby-project in verschillende Noord-Hollandse gemeenten voor ontspoorde jongeren? Het werkt als een medicijn tegen drank, drugs en diefstal. Ongeveer 80% van de jongeren komt goed terecht. En ten derde doen sommige gelovigen iets – over anderen oordelen – wat alleen aan God toekomt.

Broeders en zusters, wij willen allemaal dat God gunstig over ons oordeelt. Wij hoeven het kwaad van andere mensen natuurlijk niet goed te praten. Maar wij hoeven, ja, wij mogen niet over hen oordelen. Laten wij de energie, die wij daaraan verspillen, liever gebruiken om voor deze mensen te bidden en om met hen – indien mogelijk – in gesprek te gaan. Dan dragen wij bij aan een betere wereld. Amen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments