Preek op 17-04-2017, Tweede Paasdag, pastoor Frank Domen
openingswoord
Allemaal van harte welkom. Een bijzonder woord van welkom voor de vormelingen en de communicantjes en hun familieleden. Vandaag kunnen deze kinderen en een aantal volwassenen zich officieel opgeven voor het ontvangen van de Eerste Heilige Communie of het Sacrament van het Vormsel. Zij kunnen dat doen door ná de heilige Mis in de parochiezaal hun naam op een officiële lijst in te schrijven.
preek
Afgelopen zaterdagavond tijdens de Paaswake, en gisterenmorgen op eerste Paasdag, zijn wij met de jaarlijkse viering van het Paasfeest begonnen in behoorlijk volle kerken (en nu?).
Maar zo is het 2000 jaar geleden niet begonnen! Het begon toen met een tweetal vrouwen, die van het lege graf wegrenden om hun vrienden te vertellen, dat Jezus uit de dood was opgestaan. Het begon met de aankondiging van de Blijde Boodschap, eerst aan Maria Magdalena en haar gezellin, en daarna aan de elf apostelen.
In feite was de opdracht van de engel, die dit goede nieuws verkondigde, zó belangrijk, dat Jezus Christus zelf even later ook nog eens die opdracht gaf: “Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen, dat zij naar Galilea moeten gaan en daar zullen zij Mij zien.”
Hoe zou de geschiedenis zijn verlopen als die twee vrouwen dit goede nieuws voor zichzelf hadden gehouden? Wat als hun angst voor de Romeinse en Joodse autoriteiten het gewonnen had van hun enthousiasme over de ontmoeting met Jezus? Dan zou ons leven vandaag de dag er heel anders hebben uitgezien zien, is het niet!?
Tussen haakjes: onze westerse samenleving is tegenwoordig niet meer zo heel christelijk, maar zij is wel ontstaan op een christelijk fundament. De benedictijner monniken zijn er de grondleggers van. Ikzelf denk, dat één van de belangrijkste opdrachten, die Europa momenteel heeft, is het hervinden van die christelijke wortels. Als iedereen in Europa zich weer eens zou houden aan de eer van God en het welzijn van de medemens, zou de maatschappij er héél wat beter uitzien.
Terug naar ons onderwerp: misschien dat wij ons nog iets kunnen herinneren van onze eigen eerste ontmoeting met Jezus Christus. Waarschijnlijk heeft iemand anders daarin een grote rol gespeeld, onze vader of moeder of een andere goede bekende. Die persoon gehoorzaamde in ieder geval aan de opdracht van de engel om het goede nieuws verder te vertellen.
In zijn exhortatie Evangelii Nuntiandi verklaarde paus Paulus VI, dat er op lange termijn voor het doorgeven van het geloof geen andere manier is dan dat de ene persoon over zijn eigen persoonlijke geloofservaring vertelt aan een andere persoon.
Het is noodzakelijk, dat wij een persoonlijke ervaring met God hebben gehad om het geloof echt met overtuiging te kunnen doorgeven. Wij moeten blijk kunnen geven van een leven vervuld van hoop en van vreugde over de verrijzenis. Wij moeten eigenlijk anders zijn als de andere mensen, zodat zij ons gaan vragen: Waarom ben jij zo vol vrede? Als dat zo is – dat wij vol vrede zijn – dan zijn wij klaar om andermans vragen in bescheidenheid en met enthousiasme te beantwoorden.
Lieve medeparochianen, hebben wij de verrezen Heer al een keer ontmoet? Laten wij ons dan haasten, net als Maria Magdalena, om andere mensen daarover te vertellen. Het feit, dat er nog steeds mensen zijn, die de verrijzenis van Jezus ontkennen, zoals de hogepriesters in Jezus’ tijd dat deden, hoeft ons niet bang te maken. Voordat Jezus Christus aan Maria Magdalena zijn opdracht gaf, zei Hij tegen haar: Wees niet bevreesd! Zo van: Ik sta altijd aan je zijde.
Tegenwoordig horen wij zo vaak over kerksluitingen. Nu, daar hoeven wij ons voorlopig geen zorgen over te maken. Het gaat bij ons redelijk goed.
Kerksluiting hebben mensen zelf in de hand. Waar geen of te weinig mensen naar de kerk gaan, daar worden kerken gesloten.
Maar waarom gaan minder of te weinig mensen naar hun kerk? Het zou kunnen dat een parochie te weinig Gods liefde uitstraalt. Zij heeft haar aantrekkelijkheid verloren.
Het kan ook zijn, dat te weinig mensen aan anderen over Gods liefde vertellen. Ook dat is een voorwaarde voor het voortbestaan van een geloofsgemeenschap.
Jezus Christus heeft de eerste en de belangrijkste stappen gezet: Hij daalde uit de hemel neer; leefde zijn leven 30 jaar lang in de verborgenheid; toen verkondigde Hij drie jaar Gods liefde en vrede in de openbaarheid; aansluitend betaalde Hij met zijn Bloed de prijs voor de verzoening tussen God en de mensheid.
Maar vanaf dan zijn wij aan de beurt. Gelukkig niet zonder elkaar en al helemaal niet zonder Gods hulp, maar wij moeten wel willen verkondigen: aan kinderen en kleinkinderen, aan familie en vrienden, collega’s, op het sportveld, op school, overal waar wij komen. Niet met de Bijbel in de ene hand en een opgestoken wijsvinger aan de andere, maar als het in een gesprek zo van pas komt, en altijd met veel liefde en geduld. Zo kan het geloof verdergaan. Wij kunnen – en ja: wij moeten – de mensen zijn, die anderen in dit leven een houvast geven en de hoop op het eeuwig leven.
Moge het goede nieuws over het lege graf ons kracht geven. Moge onze eigen ervaring van zijn liefde ons vertrouwen geven. Wij hebben het licht van het evangelie in ons. Laten wij het dus delen met andere mensen, die vaak – zonder dat zij het zelf beseffen – zitten te springen om een lichtje in de duisternis. Amen.