Preek op 16-04-2017, Eerste Paasdag, pastoor Frank Domen
openingswoord
Beste medegelovigen, van harte welkom op deze Paaszondag, de dag van de Verrijzenis van Onze Heer Jezus Christus.
Onze kerk is mooi versierd en wij hebben het ook in onze parochiezaal gezellig gemaakt: er hangen en staan mooie paaseieren, paashaasjes, de kinderen mogen morgen in de tuin paaseieren zoeken. Dat hoort erbij: uitwendige tekens van onze innerlijke blijdschap.
Het gaat om iets wat van binnen zit. En het kwam van boven, van Gods almachtige liefde, die zijn Zoon uit de dood deed opstaan, als Eerste van ons allen.
De apostel Paulus zegt in de tweede lezing: “Als gij met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is.”
Laten wij ons hart verheffen tot de Heer, even alle ballast loslaten. Jawel hoor, steken wij ons hoofd gewoon maar even in de wolken. Geen struisvogelpolitiek, maar hemelpolitiek. Ervaren wij zijn verrijzeniskracht, zijn vrede.
Als wij vaker zoiets doen – bidden met hart en ziel – zullen wij anders in het leven staan. De moeilijkheden zullen er nog zijn, maar met de Verrijzeniskracht van de Heer zullen wij alles beter aankunnen. En … zijn verrijzenislicht zal ons de goede weg door het leven wijzen.
vidi aquam
Moge de almachtige God ons reinigen van zonden en ons, door de viering van de Eucharistie, waardig maken eens aan te zitten aan zijn tafel in het Koninkrijk. Amen.
openingsgebed
Laat ons bidden. God, vandaag hebt Gij ons de toegang tot het eeuwig leven ontsloten, want uw eniggeboren Zoon heeft de dood overwonnen. Wij vragen U bij deze viering van zijn verrijzenis: vernieuw ons door uw Geest om met Hem te verrijzen tot het licht van het leven. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.
eerstelezing
preek
Broeders en zusters, wij willen even kijken naar de eerste man, die het lege graf binnenging. Petrus moet bij het graf zijn aangekomen met een mengeling van stormachtige gedachtes en gevoelens; gevoelens die varieerden van schuldgevoel – omdat hij zijn lieve Meester had verloochend – tot hoop, dat de Heer inderdaad weer zou leven.
Wanneer Petrus de lijkwade ziet liggen, netjes opgevouwen, moet hij waarschijnlijk weer terugdenken aan zijn eigen daad waardoor Jezus op zo’n vreselijke manier aan zijn einde is gekomen. “Eerst spreek ik – denkt Petrus – in het bijzijn van anderen over mijn onvoorwaardelijke trouw aan Hem; ik zou desnoods mijn leven voor Hem geven; en als het erop aankomt, ontken ik, dat ik zijn leerling ben en laat ik Hem in de steek. Als Hij werkelijk verrezen is, dan moet ik Hem zien. Hij weet dat ik een lafaard ben en een verrader. Zal Jezus mij nog nodig hebben voor zijn Koninkrijk?”
De gedachtengang van Petrus was zeer negatief, maar Jezus Christus had andere ideeën over het gebeuren. Hij keek in het hart van Petrus en zag niet alleen zwakheid, maar ook een grote liefde. Jezus wist, dat Petrus Hem uit angst had verloochend.
Kunnen wij ons een voorstelling maken van dat eerste gesprekje tussen de verrezen Heer en Petrus? “Heer, waarom zoudt U zich nog langer met mij inlaten? Ik heb gefaald!” Waarop Jezus iets antwoordde als “Petrus, dat is allemaal verleden tijd. Ik ken jouw hart. En Ik ken jouw liefde. Binnenkort komt de heilige Geest en Die zal jou een kracht geven, groter dan jij je kunt voorstellen. Leef dus in vrede. Ik wil, dat jij voor mijn Kerk gaat zorgen.”
Is dit voor Petrus niet al een soort verrijzenismoment? De Heer zelf was doodgeslagen, maar werd weer levend door Gods kracht. Petrus voelde zich lamgeslagen door zijn eigen lafheid, zijn onvermogen om ook in moeilijke omstandigheden trouw te blijven en lief te hebben.
In Den Haag bestaat er een begrip als ‘politieke doodzonde’. Als je iets misdoet waarop kamerleden dat etiket kunnen plakken, dan kun je het wel vergeten; dan moet je opstappen en als je het niet vrijwillig doet, komt er een motie van wantrouwen en word je vervolgens weggestuurd.
Hoe anders is Jezus. In de Kerk kennen wij ook het begrip ‘doodzonde.’ Maar als wij net als Petrus erom huilen, komt de Heer en zegt: Kom maar bij Mij, Ik vergeef je, het was een moment van zwakheid, want Ik weet dat diep in je hart je Mij wilt liefhebben.
Geen motie van wantrouwen voor Petrus. Hij mocht – ondanks wat hij misdaan had – de eerste paus worden. En ook wij worden nooit door de Heer weggestuurd, maar overladen met nieuwe genade, nieuwe kansen.
Hebben wij niet allemaal iets van die Petrus in ons? Hebben wij niet weleens een beetje opgeschept over ons leven of over ons geloof? En dat wij beschaamd stonden toen onze uitspraken door de waarheid werden ingehaald? Of hebben wij niet ooit de plank flink misgeslagen en voelden wij ons toen niet helemaal afgeknapt?
Wat betekent Pasen? Het betekent, dat wij strakjes, na onze lichamelijke dood met onze ziel naar de hemel mogen, dat wij daar al onze goedwillende familie en vrienden opnieuw mogen ontmoeten; én vooral dat wij op het einde der tijden een nieuw en onvergankelijk lichaam zullen krijgen. Dan zullen wij weer ten volle mens zijn.
Mooi, maar wat kan Pasen nú al voor ons betekenen? Want wij willen nu, vandaag, leven, en morgen.
Wij zouden kunnen beginnen om – ondanks mislukkingen in ons leven – niet meer zo negatief over onszelf te denken. In zijn brief aan de christenen van Rome (8,31) zegt de apostel Paulus, dat als Christus vóór ons is, wie kan dan nog tegen ons zijn?
Op de tweede plaats, laten wij luisteren naar Jezus Christus, die zegt, dat Hij weet, dat wij van Hem houden.
Laten wij deze waarheid – dat God altijd van ons houdt – diep tot ons doordringen. Dan vinden wij de motivatie en de kracht om na een valpartij of een ontmoediging weer op te staan. Dan kunnen wij morgen of volgende week zomaar weer een Paaservaring krijgen. “Vrede voor jou”, zegt de Heer dan, “sta op en ga verder met hernieuwde energie.” Geen energie uit een potje, maar uit het Hart van de Heer.
Moge die waarheid ons dezelfde kracht geven als de apostel Petrus ontving. En zoals Petrus deze waarheid verder vertelde, aan iedereen die het maar horen wilde, laten ook wij zo aan familie en vrienden, aan collega’s op het werk, deze waarheid voorhouden. Allereerst door onze positieve levenshouding en – desgevraagd – door een mooi geloofsgetuigenis. Zijn wij allemaal kleine apostelen, mannen en vrouwen en kinderen, die voor anderen goed nieuws hebben: Kom, ook jij hoort erbij.
Ik wens jullie van harte een Zalig Pasen! Amen.