Preek op 10-12-2017, 2e zondag Advent, jaar B, pastoor Frank Domen
openingswoord
Het aansteken van de tweede kaars op de adventskrans …
openingsgebed
Laat ons bidden. Almachtige en barmhartige God, laat geen zorg of bezigheid in deze wereld ons hinderen, nu wij op weg zijn, uw Zoon tegemoet. Moge de ware wijsheid die wij van U leren, ons verenigen met Jezus Christus, onze Heer. Die met U leeft en heerst … Amen.
kinderwoorddienst
preek
Toen er in de oorlog alleen maar slecht nieuws was, en de mensen hoorden over bombardementen, razzia’s onder de joden, tekorten in de hongerwinter, verzetsmensen die werden opgepakt en gefusilleerd; en toen de Duitsers iedere dag schreven en schreeuwden, dat de geallieerden op alle fronten aan de verliezende hand waren, klonk er gelukkig zo nu en dan ook ander en beter nieuws uit een verboden radio ergens op zolder of verborgen in een kleerkast: “Volgend jaar vieren we Kerstmis in een vrij land.” Het was de stem van Radio Oranje. Dat andere geluid, die stem van de hoop, hield de mensen op de been, en gaf hun de nodige kracht.
Zo’n stem van de hoop was ook Jesaja uit de eerste lezing van vandaag. De Bijbel vertelt, dat hij zich door God geroepen wist om zijn volk te troosten en te bemoedigen.
Het is – denk ik – nog steeds de taak van geloofsverkondigers mensen te troosten, en hun moed in te spreken. En het is in een soms hopeloze wereld de taak van onze Kerk stem te zijn van de hoop. Overal zoeken mensen troost: bij elkaar of in de spreekkamer van psychotherapeuten. Of ze zoeken verkeerde troost in drugs of alcohol. Of in het altijd maar werken en geld verdienen.
Maar dat alles blijkt geen echte troost, en altijd maar voor even. De troost echter, die wij in het geloof zoeken, en soms vinden en doorgeven, is dat die helpende God van Jesaja nog altijd met mensen begaan is. Hij is een medelijdende en begrijpende God, die eens een eind maakt aan alle verdriet, en alle kwaad ooit ten goede keert. Wij zijn bij Hem in goede handen. Jesaja schrijft: “Als een herder zal Hij zijn schapen weiden, in zijn armen ze samenbrengen, de lammeren dragen tegen zijn boezem, de schapen met zachte hand geleiden.”
De hoop, dat God alles ten goede keren zal, en er alles aan zal doen om die soms rotte wereld te genezen, moet leven in ons als een bron van troost. En als een stem van Radio Oranje moet de Kerk die hoop gaande houden: alles komt goed dankzij God.
Maar God kan het niet alléén, zegt Jesaja er meteen bij. En datzelfde zegt Johannes in het evangelie, die ons vraagt God de ruimte te geven en met Hem mee te werken: Bereid de weg van de Heer. Maak de paden recht. Bekeer je. Laat je dopen. Spoel het kwade van je af, en word een nieuwe mens. Laat je gezeggen door Hem, die na mij komt. Laat je door Hem begeesteren. Hij doopt je met zijn vuur.
Laat geloof in God een troost voor ons zijn. Dat wel, maar laat het ook een uitdaging zijn om met Hem mee te werken. Wij moeten slinkse wegen en allerlei sluiproutes verlaten. Maak de paden recht. Dicht de valkuilen voor een ander, en leef rechtuit; dat wil zeggen: doe gerechtigheid. Dan geef je God de ruimte om samen met jou de zieke wereld te genezen.
Die na mij komt – zegt de Doper – zal het voordoen: mensen troosten en bemoedigen. En Hij zal ons vragen te zijn zoals Hij. Een herder zal Hij zijn, die zijn schapen hoedt met zachte hand. Hij omarmt de lammetjes; de kwetsbaarsten dus drukt Hij tegen zich aan.