Preek op 06-04-2017, donderdag in de 5e week van de Veertigdagentijd, diaken Eelke Ligthart
Dierbare medegelovigen, Abraham wordt oud en zijn hoop om ooit nog kinderen te krijgen wordt met de dag kleiner. Hij kent de wetten van de natuur, maar hij zal daardoor niet minder op God vertrouwen. Met God heeft Abraham bijzondere ontdekkingen gedaan. God is voor Abraham altijd een reisgenoot geweest. Abraham ervoer God als iemand die met hem door het leven ging. Niet als een soort afgodsbeeld, maar als een vriend. Abraham heeft ontdekt dat als je met God gaat, het zekere wegen zijn, je valt niet in een afgrond, het pad is duidelijk. Die zekerheid heeft Abraham. Abraham heeft alleen nog geen eigen nageslacht, ondanks dat God het hem heeft beloofd. En zo talrijk nageslacht als er zandkorrels aan het strand zijn en sterren aan de hemel. En Abraham vertrouwt op de Heer.
Dat vertrouwen van Abraham op God is de basis van het verbond dat God met hem sluit. “Gij zult vader worden van een menigte volken”. Het gaat blijkbaar niet in de eerste plaats om het fysieke vaderschap, maar om het geloof en de trouw aan God. Abraham zijn levenskrachten nemen af, hij staat al dicht bij de dood. Wanneer hij dan toch nog een zoon krijgt, ontdekt hij dat geloof in en trouw aan God al het menselijke en zelfs de wetten van de natuur overstijgen.
Daar kunnen wij mensen met ons verstand en wetenschap niet bij. God heeft krachten in de mens gelegd die de dood overstijgen. Het is een bron van God in de mens, van leven over de dood heen.
Als we die bron aanboren, door geloof en trouw, zullen we Gods eeuwige goedheid ervaren. God wil niet dat de mens ten ondergaat. Hij wil dat we leven. Isaak is er het bewijs van. God geeft daarin een teken, dat we door geloof en trouw zullen leven.
Abraham is niet ongerust over de toekomst, want het is God zelf die het in handen heeft genomen. Wat doet een groot nageslacht er toe, moet hij gedacht hebben, als ik de bron van alle leven de Heer zelf, maar niet uit het oog verlies. Aan Hem vertrouwt hij zich toe. Niet de mens, maar God doet leven. Hij heeft een verbond met de mensen gesloten, een eeuwig verbond: “ Ik zal uw God zijn, en de God van uw nakomelingen”.
Jezus heeft het in het Evangelie over dat verbond, een verbond waarin alle mensen in kunnen delen. “Als iemand mijn woord onderhoudt, zal hij in eeuwigheid de dood niet smaken”. Toch hebben de joden het niet begrepen. Dood is immers dood. Maar Jezus spreekt over eeuwig leven bij zijn Vader. De vader niet kennen, zijn woord niet onderhouden en er niet naar leven, geeft geen eeuwig leven zegt Jezus.
In deze veertig dagen tijd zou het mooi zijn om het vuur, het geloof zomaar eens een nieuwe kans te geven, zodat we in geloof op Hem durven vertrouwen, om met hem met Pasen op te staan om het leven aan te kunnen. Amen.