Preek op 05-04-2017, boeteviering, diaken Eelke Ligthart
openingswoord
Dierbare medegelovigen, van harte welkom bij de boeteviering.
Als je zo tegenwoordig de krant leest of de televisie aanzet, dan gebeurt het mij vaak dat ik denk: In wat voor wereld leven wij eigenlijk? Je ziet vaak niets dan ellende: Bomaanslagen in Afghanistan, Bagdad, Syrië. Vele volken op de vlucht, hongersnood in Afrika, werkloosheid in West Europa.
Wat bezielt mensen, wat doen mensen elkaar aan, wat overkomt ons allemaal vragen velen zich af ?
Op die vraag geeft ons Christelijk geloof in God een antwoord en dat antwoord zullen we ook vandaag weer horen in de lezingen.
Ons nederig en kwetsbaar opstellen tegenover God in deze boeteviering is een begin van een ommekeer naar een ander leven, en leven in de liefde van God.
preek
De eerste lezing bevat uitspraken van de profeet Jesaja. Dat zijn wat duistere woorden, die eisen een uitleg. Ze slaan op dramatische situaties die het volk Israel heeft doorgemaakt in Egypte en in Babylon. Maar het kan niemand ontgaan zijn dat de woorden van de profeet erop wijzen, dat God ook in moeilijke omstandigheden bij zijn volk blijft, hen bij staat en de weg wijst.
Er is sprake van een weg door de zee, een baan door de onstuimige golven heen, een weg door de steppe, rivieren door de woestijn, bescherming tegen wilde dieren. Allemaal beelden die aangeven dat er met God altijd hoop is.
Zulke woorden uit die oude tijden slaan niet alleen op die tijd, maar worden ook nu nog steeds herhaald. Deze woorden hebben ook voor ons dezelfde betekenis: Hoop en vertrouwen, de moed om verder te trekken. Deze woorden geven aan dat God bij elk volk aanwezig is, omdat elk volk een Godsvolk is.
De boodschap van de profeet wordt in onze vieringen niet voorgelezen om ons te leren wat er vroeger is gebeurd. De geschiedenis van het verre verleden wordt ons verteld om antwoord te geven op de vraag van het begin: In welke wereld leven wij?
Zoals God bij het volk van Israel was toen ze uit Egypte trokken, zo is Hij ook bij ons, als volk, als parochiegemeenschap en bij ieder persoonlijk onder alle omstandigheden. Je zou het bijna niet zeggen, maar God is ook in onze wereld aanwezig.
Misschien heeft u wel eens zo’n oude prent gezien waarop een open oog staat afgebeeld, met daaronder de woorden: God ziet mij. Ook in sommige kerken is in het plafond een dergelijke afbeelding te zien. Er wordt mee aangegeven dat ons leven zich afspeelt onder het oog van God. Met welke ogen kijkt God naar ons mensen?
Ooit werd er door een schrijver gezegd, dat die allesziende blik van God onuitstaanbaar zou zijn voor de mens. Maar is dat wel zo; kijken en zien kunnen immers veel betekenissen hebben. Wij kunnen ander mensen bekijken met nieuwsgierige ogen, met belangstellende ogen, met vijandige ogen of met dreigende ogen. We zeggen dan ook wel eens: Als blikken konden doden…
Het is daarom belangrijk te beseffen met welke ogen God ons bekijkt. Hoe bekijkt God mij. Kijkt Hij kwaad of is het mild. Wil Hij mij op mijn fouten betrappen of zijn het bemoedigende , begrijpende en vergevingsgezinde ogen.
Het Evangelie dat we lazen geeft daarop een antwoord en wel een bevrijdend antwoord.
Dat verhaal van het Evangelie is zeer duidelijk. Evenals bij de woorden van de profeet gaat het in het verhaal dat het evangelie vertelt, niet alleen maar over een gebeurtenis uit het leven van Jezus. Het verhaal gaat ook over ons. Het geeft ons antwoord op de vraag hoe God ons ziet. Letten we op de houding die Jezus in dit verhaal aanneemt tegenover de vrouw over wie zijn oordeel wordt gevraagd door die schriftgeleerden.
We kunnen daarin zien hoe God aankijkt tegen elke mens, ook tegen mensen die gezondigd hebben.
Wat vertelt het Evangelie? De schriftgeleerden brengen een vrouw bij Jezus die ze op overspel hebben betrapt. Volgens de wet zou ze ter dood moeten worden gebracht door steniging. Ze vragen aan Jezus wat hun te doen staat. Ze willen weten hoe Jezus zo’n situatie beoordeeld en wat nog belangrijker is, ze willen Hem in een pijnlijke situatie brengen: hij moet een uitspraak doen over het leven van een mens.
Uit deze situatie kunnen we ontdekken hoe God ons bekijkt en hoe God ons ziet. Ziet God ons met de ogen van die mensen die die vrouw willen stenigen als straf voor haar fout. Of ziet Hij haar anders? Jezus keurt het gedrag van de vrouw zeker niet goed. Hij zegt niet dat ze goed gehandeld heeft, maar Hij veroordeeld haar niet. Hij spoort haar alleen maar aan om niet meer te zondigen:
“Ook IK veroordeel u niet. Ga heen en zondig van nu af niet meer”.
Jezus laat ons zien dat wij ons altijd en onder alle omstandigheden tot God kunnen keren, dat we altijd welkom zijn.
Dat is een van de belangrijkste gedachten uit de boodschap van Jezus. Denk maar aan de parabel van de verloren zoon. Jezus heeft deze parabel toch verteld om ons duidelijk te maken dat het genoeg is om ons naar God toe te keren om met open armen te worden ontvangen. Immers de verloren zoon werd na zijn losbandig en verkwistend leven zonder enig verwijt of beschuldiging bij God opgenomen.
De blik van God is steeds een aanmoedigende en alles vergevende blik, een blik die enkel naar de toekomst kijkt en ons steeds weer oproept om goed te doen ondanks alles.
Vaak worden wij in de ogen van mensen vastgepind op ons verleden: Eens een dief, altijd een dief. In de wereld van de mensen kan het verleden zwaar wegen. Het kan soms traumatische gevolgen voor mensen hebben. Maar in welke wereld leven wij als wij in God geloven? In de ogen van God heeft het verleden geen gewicht. Wat er in je leven ook gebeurt mag zijn, de weg blijft altijd open naar de toekomst. En waar wij, naar menselijke maatstaven, steeds weer roepen, ja maar, en toen, en toen, en weet je nog wel wat hij/zij.. enz, daar ziet de wereld van God er anders uit: De toekomst ligt open, het verleden laten we achter ons. Voor wie gelooft in God moet de wereld er anders uit zien. Dagelijks bidden we :”Vergeef ons onze schulden, zoals wij ook aan onze schuldenaren vergeven.”
Zo moeten wij de mildheid van God steeds in gedachten houden als wij oordelen over elkaar, als wij soms te gemakkelijk iets over elkaar zeggen. Amen. v