Preek op 01-02-2017, woensdag in de 4e week door het jaar I, pastoor Frank Domen

Preek op 01-02-2017, woensdag in de 4e week door het jaar I, pastoor Frank Domen

Het zal niet eenvoudig zijn, maar proberen wij ons even voor te stellen, dat wij weer een tiener zijn, een jaar of 18. Wij hebben onze vader gevraagd of hij ons en onze vrienden met de auto naar de bioscoop in de stad wil brengen, maar het enige wat hij doet is in stilte ons diep in de ogen kijken. Dan komt er een grijns op zijn gezicht. Hij doet zijn hand in zijn jaszak en hij geeft ons de sleutel van zijn gloednieuwe auto. “Vanavond is hij helemaal van jou,” zegt hij. “Wees voorzichtig.” Even later raken wij geëmotioneerd als wij de sleutel in het contact omdraaien. Er komt een gezonde dosis angst in ons op. Er is ons iets van grote waarde toevertrouwd.

Dit voorbeeld staat niet ver af van de werkelijkheid, want God heeft ons iets gegeven, dat veel kostbaarder is dan een nieuwe auto. Hij heeft ons zijn genade toevertrouwd. En Hij heeft ons de opdracht gegeven om die genade te delen met alle mensen om ons heen. “Past op,” zegt Hij, “dat niemand van u de genade van God verspeelt” (Hebr. 12, 15).

Welnu, hoe kunnen wij Gods genade met anderen delen? Om dat te weten te komen kunnen wij het beste de handleiding raadplegen, die de eigenaar van deze genade ons heeft gegeven: de heilige Schrift. De oproep om de genade niet te verspelen staat te midden van een oproep om te leven in eenheid met elkaar. Relaties zijn dus de sleutel om de genade niet te verspelen. Als wij met anderen omgaan op de barmhartige manier waarop God met ons omgaat, zullen die anderen Gods genade ervaren en die genade zal hen dichter bij Hem brengen.

De heilige Schrift vermaant ons: “Streeft naar vrede met alle mensen… Laat geen bitter, schadelijk onkruid opkomen, dat uw hele gemeente vergiftigt” (Hebr. 12, 14-15). Hebben wij een relatie, die niet vreedzaam is? Vragen wij dan de heilige Geest om ons te helpen om de kring van genade uit te breiden tot die persoon, ongeacht de vraag wie er gelijk heeft. Bidden wij voor die persoon. Laten wij in ons hart vergeving schenken. Het kan zelfs helpen om dat hardop te zeggen. Of misschien moeten wijzelf om vergeving vragen. Vragen wij God de genade om dat te kunnen doen; laten wij die persoon op een of andere manier gaan dienen. Verwachten wij er niet iets voor terug. Richten wij ons enkel op het voorrecht om Gods genade te mogen uitdelen. Het evangelie eindigde met de opmerking van Jezus, dat Hij verwonderd stond over hun ongeloof. Laten wij het zo doen, dat Hij blij verwonderd is over ons geloof. Amen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments