Overweging op 30/06 en 01-07-2017, 13e zondag door het jaar A, in de tehuizen, Jannie Ligthart
openingswoord
Beste medegelovigen. Welkom in deze woord en communieviering op de 13e zondag door het jaar. (Speciaal welkom aan Jaap van Langen die vandaag met ons wil vieren dat hij volgende week zaterdag de leeftijd van 100 jaar bereikt)
We vragen ons, denk ik, wel eens af, hoe en of we God een plaats in ons leven kunnen geven. Misschien doen we dat ook niet omdat we ons gevoel naar Hem wat kwijt zijn en denken dat we zonder Hem het leven wel aankunnen. Laten we dan bedenken dat God constant op ons zit te wachten om Hem in ons hart binnen te laten.
God wil in ons wonen zoals Hij ongezien aanwezig is in onze medemens, arm, rijk, gezond en ziek. In onze medemens komt Hij ons tegemoet, meestal onverwacht, op een ongelegen tijd. Dan rekent Hij op onze gastvrijheid en fluistert in ons oor:
“Al wat je voor de ander doet, heb je voor Mij gedaan.
Al wat je niet voor een ander doet, heb je niet voor Mij gedaan.
Deze God die Zijn leven voor ons heeft gegeven maakt ons ook vandaag duidelijk dat wij, net als Hij, ons leven moeten breken en delen met en voor elkaar.
Omdat we nog vaak tekort schieten in ons doen en laten maken wij het even stil in onszelf en bidden we samen de schuldbelijdenis, om de Heilige Communie waardig te kunnen ontvangen.
overweging
Dierbare medeparochianen. Ik weet niet wat u gedacht hebt bij de lezing van het evangelie. Ik vond het nogal wat, wat Jezus tegen de apostelen heeft gezegd.
Wie zijn vader of moeder meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig, wie zoon of dochter meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig. Dat kan toch niet van ons gevraagd worden? De band tussen ouders en kinderen is zo wezenlijk. Maar hoe wordt het dan bedoeld?
Ik denk dat we het vanuit de context van die tijd moeten proberen te begrijpen. In de heidense wereld van toen kon het gebeuren dat mensen zeer tegen de zin van hun ouders christen werden. En dan konden zij echt voor de moeilijke keuze komen te staan, ofwel kiezen voor de leefwijze van hun ouders ofwel kiezen voor de leefwijze die Jezus hun voorhield. Jezus gaf eigenlijk aan dat je niet een beetje voor Hem kan kiezen, maar, wil je Zijn volgeling zijn, dan horen alle consequenties erbij. Aan de eerste christenen toen, en aan ons nu wordt dus gevraagd een keuze te maken en achter die keuze te staan.
Jezus vraagt aan niemand dat hij of zij meer van Hem moet houden dan van zijn ouders, kinderen, vrienden, van mensen met wie je het leven deelt. Wat Hij wel vraagt is dat iedereen een duidelijke en radicale keuze voor Zijn levenswijze maakt. Als iemand zegt dat hij voor Jezus levenswijze kiest, dan moet hij proberen zich daar voor honderd procent voor in te zetten, in extreme situaties zelfs ten koste van familie- of vriendschapsbanden.
Die oproep om te durven kiezen vinden we ook in de uitspraak: wie zijn kruis niet opneemt, is Mij niet waardig, wie zijn leven vindt zal het verliezen, wie het verliest om Mijnentwil, zal het vinden.
Als je die tekst letterlijk neemt, lijkt het een oproep tot martelaarschap. Dan kun je denken aan de martelaren die, zoals soms beschreven staat: blij waren dat hij hun leven mochten geven voor hun geloof, en in de tijd dat deze woorden gepreekt werden, gebeurde dat soms ook.
Ook hier gaat het om de oproep om een keuze te durven maken en trouw te zijn aan die keuze, ook als dat moeilijk wordt. Zoals die oproep verwoord wordt, gaat het om een heel radicale keuze. Een keuze om zorg te hebben voor elkaar.
Jezus vraagt aan ons om in onze medemens Hem te zien. Jezus vraagt om openheid en gastvrijheid voor elke mens die je ontmoet, met name de zwakkeren en gekwetsten. Mensen in je huis, in je hart opnemen zwervers, kinderen, zieken, wie dat doet, neemt Hem op, die is Hem waardig, die is Zijn volgeling.
Als je voor Jezus’ weg kiest, moet dat je uitdaging en opdracht voor elke dag zijn. En als je de moed hebt dat ook echt te doen, ook als het best moeilijk is, dan kun je er toch zoveel voldoening in vinden, dat je die moeite er graag voor over hebt. Dan is het elke avond God danken voor Zijn genade, dat je volgeling van Jezus Christus mag zijn. Amen.