Overweging op 03/04-03-2017, 1e zondag van de Veertigdagentijd, jaar A, in de tehuizen, Jannie Ligthart
openingswoord
Beste medegelovigen. Welkom in deze woord en communieviering in het eerste weekend van de vasten.
Welkom in de woestijn met zijn ongebaande wegen, en zijn onzekere gebeurtenissen. In deze vastenperiode trekken we met Jezus door de woestijn.
Jezus had daar voor gekozen, omdat Hij in alle rust en kalmte wou nadenken over wie Hij ten diepste is en over wat de essentie van zijn leven voor Hem is. Alternatieven voor zijn levensweg werden Hem in de woestijn aangeboden. Genoeg te eten, aanzien en macht.
Hoe aanlokkelijk de voorstellen ook zijn, Jezus kiest resoluut voor zijn opdracht in het leven, die de Vader Hem heeft gegeven. God en de mensen te dienen, En hoe zit dat met ons?
Blijven wij écht geloven in de Blijde Boodschap als we zelf in een woestijn terechtkomen? Of willen we zelf de regie in ons leven vasthouden als het leven anders loopt dan gehoopt ?
Het is daarom goed om met Jezus de woestijn van het leven in te gaan, om ten diepste te ontdekken wie we zijn en wat onze levensopdracht, ons door God gegeven, is.
Maken wij het stil in onszelf en bidden we samen de schuldbelijdenis, om de Heilige Communie waardig te kunnen ontvangen.
overweging
Dierbare medegelovigen. We lezen in het evangelie over beproevingen. Wij kunnen het leven ook als een beproeving ervaren voor onszelf of voor de ander. We worden geconfronteerd met vluchtelingen in mensonwaardige kampen, met oorlogen in het Midden-Oosten, met kinderarbeid in Congo etc…en kijken we dichterbij om ons heen, dan zijn er liquidaties in het criminele circuit, zijn er rellen in buurten en krijg je te maken met verlies van dierbaren en/of gezondheid in je familie. Als het kwaad goede mensen treft, ervaren we dat als een beproeving. Dan hoor je mensen zuchten: “Waarom laat God dat toe?” Of: “Hoe kan God dit willen?”
In het evangelie van vandaag lezen we hoe Jezus beproefd wordt. Het Evangelie geeft duidelijk aan dat het niet God is, die Jezus beproeft. Het is niet God die Hem bekoort of verzoekt. Het is de bekoorder die de mens van God wegvoert, die ons niet naar Gods Koninkrijk leidt. Het Evangelie geeft hem een naam: die bekoorder is de duivel. Dus als ons iets overkomt, als wij beproefd worden, moeten we niet denken dat het de wil van God is.
Jezus moet de confrontatie aangaan met de bekoorder en de bekoring, omdat de Vader het vraagt. Jezus opdracht in zijn menselijk leven, is ons te verlossen. Dus moet Hij ook onze bekoringen meemaken, ondergaan en ervaren. Dat kan niet anders, want hoe kan Hij anders ons de weg aantonen om, in beproevingen, stand te houden?
Na veertig dagen heeft Jezus werkelijk honger en de bekoring wordt groter. Waarom zou Jezus niet een steen in brood veranderen? Mag Hij dat niet. Wat is erop tegen?
Jezus maakt hier mee wat het volk Israël lang geleden meemaakte in de woestijn. Toen moest het volk leren op God te vertrouwen. “Waar halen we in de woestijn brood vandaan om al die mensen te voeden?” God voedde hen met manna.
Jezus moet ook in de woestijn op zijn Vader vertrouwen. Juist nu, op het moment waarop de nood het hoogst is. Juist nu moet Hij niet zelf in zijn behoefte voorzien maar vertrouwen dat zijn hemelse Vader in alles voorziet. Dat is het wat de verleider probeert te ondermijnen.
Jezus moet tot het uiterste volhouden in zijn vertrouwen op de Vader. Daarom is zijn antwoord: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat komt uit de mond van God.”
En dat blijven vertrouwen, is vaak zo lastig voor ons. We zagen het in de eerste lezing. Wat gebeurt er als je het vertrouwen in God verliest. Dat overkwam de eerste mens. Toen was de slang de verleider, de duivel die het vertrouwen ondermijnde, en erin slaagde. De eerste mens eigende zichzelf iets toe, in plaats van, in vertrouwen, te wachten tot God het hem geeft.
Aan het einde, nadat alle bekoringen door Jezus zijn overwonnen, lezen we: “Daarna liet de duivel hem met rust, en er kwamen engelen om hem te dienen.” God houdt zijn belofte, maar de vervulling komt pas als we door de beproeving heen zijn gegaan. God weet hoe zwak wij zijn. Jezus zelf zegt het tegen Petrus in de Hof van Olijven: “De geest is gewillig, maar het vlees is zwak. Blijf bidden dat je niet op de beproeving ingaat.” En elke keer als we het Onze Vader bidden, zeggen we: “breng ons niet in beproeving.” Jezus leert ons om aan God te vragen dat Hij ons niet in beproeving brengt. Jezus heeft ondervonden hoe moeilijk het is om sterk en vol vertrouwen een beproeving te doorstaan. Wij zijn niet zo sterk als Jezus, de tegenstander is veel sterker en slimmer.
Uit eigen kracht zullen wij de beproevingen niet kunnen weerstaan. Maar Jezus heeft het ons voorgedaan, Hij is ons grote voorbeeld. Dus met Hem samen, als we met Hem onze levensweg gaan, kunnen we erop vertrouwen dat we met Gods Woord de beproeving kunnen overwinnen. Alles zal op Gods tijd tot voltooiing komen.
We gaan, deze heilige vastentijd, door de woestijn heen om te leren vertrouwen op Gods belofte en Gods voorzienigheid. Amen.