Preek op 19-06-2016, de 12e zondag door het jaar C, pastoor Frank Domen
openingswoord
Een Kroatische vrouw, Marija, gaf eens een lezing over Moeder Maria en haar vriendin, Kat, vertaalde. Maar de vertaalster zag op een gegeven moment in de groep een heel kleine priester staan en van zijn gezicht straalde een onuitsprekelijke blijdschap.
Na de lezing snelde zij naar Hem toe en vroeg hem naar het geheim van zijn blijdschap. Het was een Italiaanse priester en met de onschuldige blik van een klein kind vertelde hij het volgende: “Ik ben 95 jaar. Toen ik 5 was, zag ik tot mijn verdriet, dat de mensen zich altijd over alles en nog wat beklagen en daar schrok ik van. Ik voelde ook, dat dit Jezus pijn deed. Toen heb ik een contract met Hem gesloten en Hem de belofte gedaan, dat ik de eerste 100 jaar van mijn leven me nooit zou beklagen, maar dat ik, in tegendeel, Hem in alles zou verheerlijken, zowel in de goede als in de nare dingen, en dat ik altijd voor de gave van het leven zou danken. En ik kan u zeggen, juffrouw, dat ik mijn belofte ben nagekomen.
Laten wij even in stilte nadenken over de vraag of ook wij soms te veel mopperen, ondankbaar zijn, ons kruis niet willen dragen. Sluiten ook wij dan met de Heer een contract af om voortaan meer dankbaar voor het leven te zijn.
openingsgebed
Laat ons bidden. Heer onze God, uw Zoon heeft het lijden doorstaan en ten einde toe uw wil volbracht. Gestorven voor ons allen, is Hij uw heerlijkheid ingegaan. Geef ons de kracht met Hem diezelfde weg te gaan, om eens thuis te komen bij U. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon… Amen.
preek
In het evangelie vraagt Jezus aan de apostelen wie Hij is volgens de opvatting van de mensen. Zij noemen dan een aantal namen, Johannes de Doper, Elia. Maar dan komt Jezus een heel stuk dichter bij het leven van de apostelen zelf: “Maar Gij, wie zegt Gij dat Ik ben?”
Wij, mensen van deze tijd, met de kennis die wij nu hebben, zouden kunnen antwoorden: “Heer, U bent Degene, die omwille van ons uw kruis hebt gedragen en U hoopt, dat wij – omwille van de vrede in onszelf en omwille van de lieve vrede om ons heen – eveneens ons kruis willen dragen. Wie zijn kruis draagt, opdraagt, verdraagt, binnen de gegeven omstandigheden wat van zijn leven probeert te maken, die heeft vrede in zijn hart en straalt deze vrede ook uit.
Oh, altijd maar weer het kruis! Wij allemaal hebben er wel één of meerdere te dragen: een ziekte of een of ander kwaaltje, wijzelf of een dierbare van ons; werkeloosheid; wij ergeren ons aan sommige mensen of aan onszelf; wij vinden, dat het leven minder goed is voor ons dan voor een ander. En dan zitten wij weleens in onszelf te mopperen of nog erger: wij reageren ons af op onze omgeving. En dat is ergens wel begrijpelijk, want wij zijn door God niet voor het kruis geschapen. God wil ons geluk, maar de weg daarheen gaat dikwijls langs allerlei obstakels. Wij ervaren ze als spelbrekers, maar wij kunnen ze ook gebruiken als uitdagingen om ons leven te verrijken, te verdiepen.
Misschien kunnen wij net als die kleine Italiaanse priester met God een contract afsluiten. Niet voor 100 jaar, maar al is het maar voor één dag, telkens één dag.
Lang geleden was er een monnik, een kluizenaar, die het in de eenzaamheid van zijn kluis bijna niet meer kon uithouden. En hij sprak met God af: “Morgen ga ik weg”. En dat zei hij 40 jaar lang, iedere dag opnieuw: “Morgen ga ik weg”. En zo hield hij het vol, dat kruis van de eenzaamheid.
Er zijn ook in onze tijd mensen, die er inderdaad een soort ‘van-dag-tot-dag-spiritualiteit’ op nahouden. Een Franse zuster, Emmanuel Maillard, sinds 1976 lid van de ‘Gemeenschap van de Zaligsprekingen’ wilde op een dag Moeder Maria een geschenk aanbieden. Maar wat!? Toen kreeg zij opeens het idee – de ingeving – om op één bepaald punt zichzelf 24 uur lang in de gaten te houden. Vanaf haar 14e had zij de ongezonde gewoonte om, soms tot bloedens toe, op haar lip te bijten. Het was een tic waar zij maar niet van af kon komen. Een huidspecialist had haar al gewaarschuwd voor lipkanker met snelle uitzaaiingen. Zij beloofde Moeder Maria om zich 24 uur lang enorm in te spannen niet op haar lip te bijten, maar zij smeekte haar hemelse Moeder wel om hulp.
En het lukte! De volgende dag kon zij Moeder Maria het geschenk aanbieden. Toen kreeg zij de ingeving om Maria de volgende dag weer een geschenk aan te bieden. En waarom niet hetzelfde!? Zuster Emmanuel leefde van dag tot dag en na zeven dagen was zij van haar tic genezen.
Broeders en zusters, wij allemaal hebben wel een of andere tic. Of mensen zijn verslaafd aan alcohol of drugs of aan porno, verslaafd aan internet. Misschien zouden wij allemaal eens kunnen nadenken over een kruis in ons leven waar wij grote moeite mee hebben. Wij kunnen er niet goed mee omgaan. Het veroorzaakt onvrede, in onszelf en in onze omgeving. In het kader van de gedachte “Gisteren is voorbij, morgen is er nog niet, ik kan alleen vandaag liefhebben” zouden wij ons kunnen voornemen om 24 uur lang onze aandacht speciaal op dat kruis te richten.
Een voornemen, dat zich uitstrekt over een heel jaar, is eigenlijk veel te lang. Dat houden wij niet vol. Één maand is al te veel van het goede. Maar 24 uur, dat kunnen wij goed overzien.
Iedereen wil vrede. Bidden en werken wij 24 uur lang aan de vrede, in onszelf en in onze omgeving, door ons lastigste kruis met overgave te dragen. En bieden wij het dan aan, aan Jezus, aan Moeder Maria. De kans, dat het lukt, is heel groot.
“En gij, wie zegt Gij dat Ik ben?” Wel, Gij zijt Degene, die ons bij de hand wil nemen, iedere dag opnieuw om ons en mensen in onze omgeving het leven een stuk aangenamer te maken. Amen.