Preek op 14-12-2016, boeteviering, pastoor Frank Domen

Preek op 14-12-2016, boeteviering, pastoor Frank Domen

Broeders en zusters, als mensen vaak het woordje ‘ik’ gebruiken – ik dit en ik dat en ik hier en ik daar – lijkt het alsof zij vinden, dat heel het leven om hen draait. Met zo’n houding krijgen wij op den duur moeite. Wij allen zijn inderdaad door God geschapen individuen, maar het leven in de Kerk en in de samenleving is toch meer een kwestie van wij allen samen. Ieder mens op zich is inderdaad door deze wereld heen op weg naar God. Iedere mens moet uiteindelijk verantwoording afleggen alleen over zijn eigen leven, maar het onderweg zijn is toch ook en vooral een kwestie van wij allen samen. Niemand kan het alleen. Wij hebben God nodig. Wij hebben elkaar nodig.

In de eerste lezing uit de profeet Jesaja gebruikt Jesaja namens God vaak het woordje ‘Ik’: Ik dit en Ik dat, Ik hier en Ik daar. Hij heeft daar een bijzondere reden voor. Bijvoorbeeld dat sommige mensen vergeten zijn van wie al het goede, dat wij om ons heen zien, afkomstig is. En zij zien niet, dat God met hen onderweg is. God heeft alles geschapen. Hij heeft een plan, dat alle tijden omvat: het verleden, het heden en de toekomst. Hij weet hoe op het einde alles zal zijn, hoe Hij wil dat het wordt. En Hij alleen weet welke weg ieder mens en wij allen samen daartoe het beste kunnen gaan. En omdat Hij niet wil, dat mensen onderweg verloren raken, wijst Hij hen er met kracht op: bij Mij moet je zijn! Ik ben de Heer! Ik boetseer het licht en Ik maak de duisternis!

Vervolgens laat de profeet Jesaja zien hoe God de mensen met zijn genade bijstaat: als de dauw. De dauw bedekt alles, geen plekje ontkomt, alles is doordrenkt. Zo wil God alle mensen met zijn heil raken.

En als God dat dan heeft uitgelegd, begint Hij opnieuw te verklaren, dat wij bij Hem moeten zijn: Keert u tot mij om gered te worden; iedere knie zal voor Mij buigen; allen die tegen Mij opstaan, zullen beschaamd worden.

In het evangelie zien wij eigenlijk hetzelfde. Twee leerlingen vragen namens Johannes de Doper of Jezus de Redder is of dat zij een ander moeten verwachten. Jezus antwoordt dan, dat zij maar eens om zich heen moeten kijken: blinden zien en lammen lopen; doven horen en doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd. Overal komt nieuw leven te voorschijn, nieuwe vrede en vreugde. Bij Hem moeten wij zijn!

Beste medegelovigen, ik neem aan, dat wij later allemaal in de hemel met elkaar gelukkig willen zijn. Maar dat willen wij hier op aarde ook: wij willen gelukkig zijn en anderen gelukkig maken. Zo is God ook: Hij is gelukkig en Hij maakt gelukkig. Maar het verschil tussen Hem en ons is dat zijn handelen volmaakt is en dat wij hier en daar de plank misslaan. Maar gelukkig wil Hij dat van harte vergeven. En daartoe zijn wij hier samengekomen: om uit zijn handen vergiffenis te ontvangen.

Als wij een kleed buiten leggen en de dauw komt er overheen, dan is het door en door nat. Zo wil God ons doordringen met zijn genade, nu met zijn vergevende en reinigende genade. Met name als wij het sacrament van Boete en Verzoening willen ontvangen zijn wij door en door schoon. Als een kind tot ontzetting van moeder met modderlaarzen de pasgepoetste keuken binnen rent, en het kind zegt “sorry mama”, dan kan de moeder het wel vergeven, maar daarmee is de keuken niet weer schoon. Door de woorden “Ik ontsla u van uw zonden” worden wij tegelijk weer volkomen rein. Geven wij God de kans om ons weer te herscheppen naar zijn beeld. Amen.

GEWETENSONDERZOEK

Nader ik tot het sacrament van boete en verzoening met het oprechte verlangen naar zuivering, of beschouw ik het als een last die ik ontvlucht?
Heb ik bij vorige biechten zware zonden vergeten of bewust verzwegen?
Heb ik de opgelegde boete volbracht? Gedaan onrecht hersteld? Voornemens in praktijk gebracht?

Ik ben de Heer uw God. Gij zult geen afgoden vereren, maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen.
Welke afgoden heb ik? Kijk ik te veel televisie? Drink of eet ik te veel? Is mijn werk of hobby een afgod? Welke waarde heeft geld voor mij? Bid ik ’s avonds en ’s morgens? Bid ik aan tafel? Dank ik God ook voor het goede? Bid ik met aandacht? Tracht ik God echt te beminnen?

Gij zult de Naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken.
Heb ik gevloekt? Spreek ik met eerbied over God? En over zijn Kerk? Zie ik enkel mijn eigen mening? Vraag ik ook een priester om raad? Zoek ik te zeer mijn eigen eer? Kom ik op voor God en het geloof?

Wees gedachtig, dat gij de dag des Heren heiligt.
Bezoek ik ’s zondags de heilige Mis? Ben ik aandachtig in de kerk? Dwaal ik al te gemakkelijk af? Is mijn Misbezoek een automatisme? Leef ik gejaagd? Vertrouw ik op Gods bijstand?

Eer uw vader en uw moeder.
Heb ik eerbied voor vader en moeder? Profiteer ik enkel van hun zorg? Ben ik mijn ouders dankbaar? Was ik kortaf, misschien brutaal? Ben ik hulpvaardig? Draag ik bij tot een goede sfeer? Ben ik snel geprikkeld? Egoïstisch? Ben ik zorgzaam voor mijn kinderen? Ben ik als christen hun een voorbeeld?
Gij zult niet doden.
Laat ik mensen links liggen? Kijk ik op mensen neer? Haat ik bepaalde personen? Spreek ik negatief over anderen? Luister ik ook echt naar de ander? Gun ik een ander voorspoed en geluk? Tracht ik ruzies bij te leggen? Kan ik vergeven?
Gij zult geen onkuisheid doen.
Heb ik eerbied voor mijn lichaam? Viel ik in zelfbevrediging? Leef ik al voor het huwelijk samen? Ben ik trouw in het huwelijk? Bedreef ik overspel? Beleef ik het huwelijk naar Gods wil? Eerbiedig ik wat de Kerk in dezen zegt?
Gij zult niet stelen.
Respecteer ik het openbaar bezit? Respecteer ik het bezit van anderen? Heb ik gestolen? Heb ik gedaan onrecht hersteld? Heb ik schulden goed gemaakt? Ben ik eerlijk aan zaken gekomen? Heb ik de belasting ontdoken? Heb ik de ander aandacht onthouden?
Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen.
Heb ik gelogen? Bezorgde ik mensen een slechte naam? Deed ik mee met roddel? Kwam ik voor een ander op? Verdraaide ik de waarheid? Was ik bang vrienden te verliezen?
Gij zult geen onkuisheid begeren.
Zijn mijn gedachten zuiver? Zet ik verkeerde gedachten van me af? Is mijn oog altijd zuiver? Keek ik naar onzedige afbeeldingen? Hoe keek ik naar mensen? Zoals God? Of keek ik enkel naar de buitenkant?
Gij zult niet onrechtvaardig begeren, wat uw naaste toebehoort.
Ben ik tevreden met wat ik heb? Ben ik jaloers? Help ik hen die minder hebben? Denk ik alleen aan mijzelf?

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments