Preek op 03-07-2016, 14e zondag door het jaar C, diaken Eelke Ligthart
openingswoord
Op deze zomerse dag lezen we het verhaal over de 72 leerlingen die door Jezus worden uitgezonden. Uitgezonden om de komst van Jezus voor te bereiden.
Voor van ons is de vakantie begonnen of staat op het punt te beginnen. Iedereen zoekt op zijn of haar manier een weg om tot ontspanning te komen. Of thuis, of een paar weken weg uit de sleur van alle dag. Ons leven schakelt over op een ander tempo, op andere gedachten, andere mensen. Even loskomen van alles wat je dagelijks bezig houdt.
Als je echter het Evangelie van vandaag goed beluistert, merken we dat Jezus alles op scherp zet. Niets rustig aan, niets even vrij, niets even wat anders. Hij zegt: het koninkrijk Gods is nabij. Het is nu of nooit, de beslissende momenten zijn aangebroken. Wie mij en wie jullie als mijn leerlingen niet accepteert, met hen loopt het slecht af. Dat zijn andere woorden, dan over vakantie en even rustig aan doen.
preek
Het verhaal in het Evangelie , dat we zojuist hebben gehoord, is net als vele andere verhalen uit de evangelies. Ze spelen zich a.h.w. af onder de oppervlakte van het gewone leven. Onder de gewone dagelijkse gang van zaken, je werk, je huishouden, of het vakantiegevoel van deze tijd, spelen er vaak dingen die de zaak op scherp kunnen zetten.
Zomaar een gesprek met iemand waarvan je denkt, die heeft een mooi leven, maar die vertelt je dan dat hij al jaren ruzie heeft met een familie lid en dat het nog steeds niet is bijgelegd en uitgesproken. Je ontdekt de pijn in z’n hart, ondanks z’n altijd opgeruimde blik. Onder vele mensen die in onze kerken komen, of misschien niet meer komen, leven zorgen en twijfels, is er vreugde en verdriet, zijn er vragen die niet worden beantwoord. Soms hoor je er wat van, maar meestal blijft het onder de oppervlakte voor elkaar verborgen. Slechts af en toe, in een onbewaakt ogenblik, beseffen we dat er veel mensen voor keuzes staan, dat er altijd momenten en feiten zijn in ons leven die beslissend zijn.
En vandaag komt Jezus met die haast die Hij heeft om 72 leerlingen uit te zenden. Het lijkt op een bijna vlekkeloos uitgestippeld pad met duidelijke instructies voor die wegbereiders. Er is haast geboden. De oogst is groot en staat gereed op het veld. Maar er zijn te weinig arbeiders. En wat gebeurt er als de oogst te lang op het veld staat: Het verrot of verdroogd, het schiet door en het is waardeloos geworden. Als je het juiste moment van oogsten voorbij laat gaan, dan is het nutteloos geworden.
Zo is het ook met de blijde boodschap. Nu is het Rijk van God onder ons aanwezig, ook hier onder ons. Zijn rondgang door de dorpen is er het levende bewijs van. Het Rijk Gods is onder de mensen en nu moet je het dus aannemen, je moet ervan getuigen dat Hij het is die voor ons is gestorven en verrezen. Daarom gaan nu die 72 vooruit, juist op dit moment in deze vakantie periode, om mensen voor God te winnen.
Daar zit echter ook een keerzijde aan. Sommigen hebben daar geen boodschap aan. Die hebben hun leven, en heel voorspoedig hoor, ingericht zonder God. Afgekeerd van de boodschap, staat er verderop in het Evangelie. Verspil daar je tijd niet aan waarschuwt Jezus. Schudt het stof van je voeten en verlaat zulke huizen en dorpen. De mensen moeten het zelf maar weten.
En toch zegt Jezus: “De oogst is groot”. Ja, als mensen eenmaal gezien hebben waar het bij God om gaat, laten wij ons steeds weer uit de tent lokken, om armen te helpen, om rechtelozen een helpende hand toe te steken, kortom om een uittocht te beginnen uit wat mensen dood maakt, om mensen wakker te schudden. Om mensen te vertellen dat de steppe weer zal bloeien en dat de dode weer zal leven als wij maar ruimte scheppen.
Ruimte scheppen om mensen bij elkaar te brengen, ruimte vanuit ons doen en denken, ruimte vanuit het breken en delen van Jezus. Steeds weer dat oude verhaal aan elkaar doorgeven over leven dat de dood overwon. Dat, ondanks alles wat we meemaken, God in ons midden is.
Steeds weer zijn er mensen die worden geroepen en zich laten roepen om uitgezonden te worden, om brengers van hoop te worden, om ons steentje bij te dragen zelfs in financieel moeilijke tijden, om de boodschap van het Evangelie aan elkaar door te geven.
De oogst is groot, ook al twijfelen we vaak of die wel rijp is op ons eigen veld en het veld van mensen met wie we proberen samen te werken.
Het gaat er om of wij God willen herkennen als Hij zich bij ons meldt. Het gaat er niet om of wij alleen maar voorbeeldige mensen zijn zonder fouten of nare karaktertrekken. Het gaat er om aangeraakt willen worden door de liefde van God. De tijd is rijp. Het Evangelie lijkt geen tijd te hebben voor vakantie. Er moet geoogst worden.
In onze vakantie, hoe we dat ook invullen, moeten we proberen met vrede in ons hart te leven naar anderen, naar God. Dan pas dragen wij bij aan de boodschap:
“Vindt rust en vrede op de weg die Hij ons wijst”. Amen.