Overweging op 19/20-02-2016, de 2e zondag van de Veertigdagentijd, de Vasten, jaar C, in de tehuizen, Jannie Ligthart
openingswoord
Beste medegelovigen. Welkom in deze woord en communieviering in het 2e weekend van de veertigdagentijd. De veertigdagentijd is een tijd waarin we proberen nog meer stil te staan bij de zin van ons leven, en wat Gods bedoeling met ons leven is.
In de lezingen uit de H. Schrift worden we ook dit weekend weer aangespoord, om geloof en vertrouwen in God te hebben, en krijgen we richtlijnen om ons geloof en ons vertrouwen in Zijn leiding te behouden. We bezinnen ons op de levenswijze van Jezus Christus, we denken na over zijn aanwijzingen en proberen deze na te volgen.
De H. Paulus spoort ons vandaag aan om steeds weer naar Hem te luisteren, en zijn aanwijzingen ter harte te nemen. Telkens weer, elke dag opnieuw hebben we Zijn leiding nodig.
Ondanks Zijn liefdevolle leiding moeten we erkennen, dat we in doen en laten toch steeds weer tekort schieten. We willen onze tekortkomingen in vertrouwen bij Hem neerleggen, om straks de H. Communie goed te kunnen ontvangen.
overweging
Dierbare medegelovigen, ons leven, dat van U en mij is vaak een zoektocht. Hoe loopt het leven, wat komt er allemaal op ons pad? Wij christenen hebben gelukkig het Woord van God in de H. Schrift, dat ons aanwijzingen, richtlijnen voor ons leven geeft.
Door het luisteren naar de lezingen van de H. Schrift. Door erover na te denken en te beseffen dat God deze woorden voor iedereen, ook voor u en mij heeft bestemd, kan het gebeuren, dat je, soms ineens, het leven begrijpt en accepteert zoals het zich voordoet.
In de afgelopen 5 minuten hoorden we 3 lezingen.
Paulus in zijn brief aan de Filippenzen en Lucas in zijn evangelie, hebben het belangrijk genoeg gevonden om deze op te schrijven. Belangrijk voor de mensen toen en voor ons nu. Maar wat kan ik met deze verhalen. Wat zegt mij de droom en de angsten van Abraham en het visioen van de leerlingen op de berg?
Laten we met Jezus de berg opgaan. Boven op een berg wordt het stil om je heen, wordt het stil in jezelf.
Jezus, zoekt steeds weer de stilte en de rust op om te bidden. In het bidden ervaart Hij contact met zijn Vader. In dit contact ervaart Hij zich gesteund en gedragen door de liefde van zijn Vader. Dit ervaren vervulde Hem met zo’n grote vreugde, dat Hij omgeven werd met een intense uitstraling.
Datgene wat in Hem leefde tijdens het gebed, kwam als het ware naar buiten. In zijn bidden ervoer Jezus bij wie Hij thuishoort, ervoer Jezus als het ware al de heerlijkheid van de verrijzenis die zal volgen op zijn komende lijden en sterven in Jeruzalem.
Jezus was alleen in gebed. De apostelen waren in slaap gevallen. Het bidden duurde waarschijnlijk lang en de apostelen hadden, denk ik, nog niet in de gaten dat Jezus de Messias was die aan het bidden was. Ze waren zich niet bewust van het belangrijke moment, evenals in de hof van Getsémane, waar ze ook in slaap vielen toen Jezus aan het bidden was.
Op het moment dat ze wakker worden ervaren ze dat ze iets zien wat niet van deze wereld is. En de eerste reactie van Petrus is dan ook dat hij deze Godservaring het liefst vast wil houden.
Petrus is zo onder de indruk van het hele gebeuren dat hij meteen aan het werk wil om 3 tenten te bouwen. Maar dan worden ze door een wolk overschaduwd. In de Bijbel is de wolk een teken van Gods aanwezigheid. Een stem uit de wolk maakt hen duidelijk dat Jezus, Gods zoon, de Uitverkorene is, en dat zij naar Hem moeten luisteren. De leerlingen moeten doen wat de Heer hen opdraagt en niet wat zijzelf het beste vinden. Dit wil God ook van ons.
Dus mogen ze niet blijven hangen in deze vreugdevolle, verbazingwekkende ervaring. Het leven moest gewoon doorgaan. Jezus neemt hen mee weer de berg af. Wel bewaren de leerlingen de ervaring met ontzag en blijdschap in hun hart. Er is hen iets belangrijks geopenbaard.
Zo kunnen ook wij in deze heilige veertigdagentijd, in ons gebed, de berg op, de stilte in. In deze vastentijd worden we daar meer dan anders toe opgeroepen en ik hoop, dat ook wij dan zullen ervaren dat we bij onze hemelse Vader thuis horen. Dat het ons vreugde geeft dat we zijn welbeminde zoon/ dochter mogen zijn. Dat we die ervaring, evenals de apostelen, met ontzag en blijdschap in ons hart bewaren.
Zoals voor Jezus op het moment van zijn verheerlijking op de berg, zijn lijden en sterven nog moest gebeuren. Zo zijn er op onze levensweg nog beproevingen te verwachten. Maar als we door ons bidden steeds weer mogen ervaren dat God onze Vader, ons steunt en dat zijn Liefde ons draagt, zullen we de kracht en de moed hebben om ons leven te leven zoals God dat voor ons voor ogen heeft. Amen.