Overweging op 08/09-01-2016 in de tehuizen, Jannie Ligthart
openingswoord
Beste medegelovigen.
We zijn hier bij elkaar voor de eerste viering in het nieuwe jaar. U hebt denk ik al heel wat handen geschud, en heel veel goede wensen zijn u al toegesproken. Daar wil ik mij ook bij aansluiten, maar bovenal wens ik u van harte toe, dat U Gods aanwezigheid in uw leven mag ervaren.
Afgelopen zondag vierden we dat de Drie koningen door het volgen van de ster, oftewel door het volgen van hun hart, Jezus in zijn kribbe hebben gevonden.
Vandaag vieren we alweer het feest van de doop van Jezus. In het kerkelijk jaar zijn we in één week, 30 jaar verder. Jezus wordt gedoopt met de Heilige Geest, en wordt door God de Vader, zijn welbeminde zoon genoemd.
Door onze doop zijn we ook geliefde kinderen van God, die als een barmhartige Vader voor ieder van ons zorg heeft.
Laten we ons aan het begin van deze viering toevertrouwen aan Gods barmhartigheid, door samen de schuldbelijdenis te bidden.
overweging
Dierbare medegelovigen.
We kijken vandaag nog één keer terug naar kerstmis.
We zien een pasgeboren kind dat ons vertedert, en bij ons gevoelens van Vrede, Geluk en Liefde oproept.
Het is alweer een tijdje geleden dat wij geboren zijn, en ik denk dat, zoals wij hier bij elkaar zijn, wij allemaal dezelfde dag van onze geboorte gedoopt zijn. We zullen het ons niet herinneren.
Vandaag vieren we de doop van Jezus. Jezus werd echter niet kort na zijn geboorte gedoopt, maar als volwassene, 30 jaar later. Een feestelijke gebeurtenis, waarbij de hemel open scheurde. Ik weet niet precies wat we ons daarbij voor moeten stellen. Misschien dat de zon doorbrak door een dicht wolkendek. Wel weten we dat er een duif, de heilige Geest, neerdaalde en er een stem uit de hemel kwam die zei: “Gij zijt mijn Zoon, mijn welbeminde, in U heb ik mijn behagen gesteld.
Het is niet toevallig dat Jezus naar Johannes de Doper gaat om zich te laten dopen. Tegelijk kun je zeggen dat het een beetje vreemd is. Want waarom laat Jezus zich dopen? Waarom zou Jezus, Hij die zonder zonde is, zich moeten laten dopen?
Waarom Jezus zich laat dopen wordt duidelijk in zijn doop. Hij volbrengt in alles de wil van de Vader en precies daarin wordt zichtbaar waarom Hij dat doet en wat het betekent. Iedere keer als Jezus zich klein maakt, nederig handelt, openbaart God iets door of aan Hem.
Vandaag is het voor Jezus dé dag en hét moment dat Hij onomwonden van de Vader in de hemel te horen krijgt waar Hij aan toe is. “Jij bent mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in Jou heb Ik welbehagen.” Jezus, heeft zichzelf, net zoals wij doen, afgevraagd: ‘Wie ben ik? Wat wil God van mij?’ Die vragen hielden hem bezig. En de weg die Johannes wees, sprak hem aan. Hij maakte zich klein met de kleinen, Hij ging de weg van boete met de boetelingen.
Op het moment waarop wij gedoopt zijn, daalde ook in ons hart de Heilige Geest, en werden ook wij de veelgeliefde zoon / de veelgeliefde dochter van onze hemelse Vader.
Het is jammer dat we daar weinig aan denken. Dat we ons weinig ervan bewust zijn dat we geliefd zijn en dat het niet uitmaakt hoe of wat we zijn. Is het niet een heerlijk gevoel dat er ondanks onze tekortkomingen en gebreken er Iemand is die onvoorwaardelijk van ons houdt?
Als we er elke dag even aan denken dat God van ons houdt, is het gemakkelijker om met bijvoorbeeld verdriet, eenzaamheid of pijn om te gaan. Het is niet zo dat Gods liefde voor ons al deze problemen oplost als wij aan Hem denken, maar als we op moeilijke momenten aan zijn liefde voor ons denken, en we deze proberen te ervaren, dan schenkt Hij ons de zekerheid dat we er niet alleen voor staan. Onze onmacht en verdriet worden omgevormd tot een gevoel van innerlijke vrede, en daarmee kunnen we ons aan Gods bedoeling met ons leven toevertrouwen.
We mogen, ook al zijn we op leeftijd, altijd kind blijven. We mogen ons, steeds weer, bij onze hemelse Vader terugtrekken, bij Hem schuilen, bij Hem uithuilen, alles aan Hem vragen. Als wij ons naar Hem toekeren zal hij ons liefdevol optillen en dragen.
Daarover gaat het volgende gedicht:
Ik droomde eens en zie ik liep aan ’t strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen, want ook de Heer liep aan mijn zij.
We liepen samen ’t leven door en lieten in het zand,
een spoor van stappen, twee aan twee; de Heer liep aan mijn hand.
Ik stopte en keek achter mij en zag mijn levensloop,
in tijden van geluk en vreugd, van diepe smart en hoop.
Maar als ik goed het spoor bekeek, zag ik langs heel de baan,
daar waar het juist het moeilijkst was maar één paar stappen staan.
Ik zei toen: ‘Heer, waarom dan toch? Juist toen ‘k U nodig had,
juist toen ik zelf geen uitkomst zag op ’t zwaarste deel van ’t pad…’
De Heer keek toen vol liefde mij aan en antwoordde op mijn vragen:
‘Mijn lieve kind, toen ’t moeilijk was, toen heb Ik jou gedragen…’
Elke keer als we eraan denken dat we een zoon / een dochter van onze hemelse Vader zijn, kunnen we in vertrouwen ons leven in Zijn handen leggen. Amen.