Preek op 22-06-2015, de 12e zondag door het jaar B, diaken Eelke Ligthart, Dionysiusparochie, Heerhugowaard
Allemaal van harte welkom waar we vieren Gods aanwezigheid in ons midden.
Vandaag lezen we het verhaal in het evangelie over het schip op het meer in de storm. Vissers die bang worden van de storm, ondanks dat Jezus in hun midden is, maar Hij lijkt te slapen. Het lijkt een verhaal van mensen uit die tijd van Jezus, maar is het niet meer een verhaal van onze tijd, is het niet meer ons persoonlijk verhaal?
Het gaat over mensen in nood, mensen die roepen, die bidden om redding. Het is een verhaal van de kerk zelf. De jonge kerk en de kerk van nu die de Heer aanroept in geloof en twijfel tegelijk. Is Hij, Jezus de Heer die ten hemel voer, werkelijk de levende heer die zijn kerk nabij wil zijn, of is Hij werkelijk in slaap gevallen. Bidden we ook vandaag weer met aandacht: Heer ontferm u over ons.
preek
Dierbare medegelovigen,
Vandaag gaat het dus over mensen in nood, over de kerk. Die twee zijn nauw met elkaar verbonden en nog meer verbonden met God, met Jezus onze roerganger.
Mensen in nood om hun bestaan, mensen van toen en mensen van nu. Mensen verzameld hier in de kerk, verzameld rond Zijn Altaar.
Verzameld omdat we ons soms stuurloos voelen, ons geluk zijn verloren door de dood van een geliefde, je kinderen en kleinkinderen niet die wegen gaan die je had gehoopt in geloof en maatschappij.
Omdat je mensen ziet worstelen met de vraag waar ze nog houvast aan kunnen hebben, wat is de zin van het bestaan, hoe ga je om met het naderende einde?
Je ziet de zinloosheid van allerlei zaken in de maatschappij, de twee deling die steeds verder lijkt te worden doorgevoerd.
Over de kerk gaat het vandaag, over haar lotgevallen, over het geloof van de genen die aan boord zijn en zij die op de kade zijn achtergebleven.
Voor velen is de kerk een zinkend schip geworden. Er zijn er, die maar van boord zijn gegaan, ze zien het niet meer, is er wel een roerganger, een God, die mijn storm kan laten bedaren?
Weer anderen zijn niet aan boord gegaan, want wat moet je met zo’n kerk. De kerk heeft geen boodschap meer waar je jezelf in terug kunt vinden zeggen ze. Mensen maken zich boos op de kerk om allerlei maatregelen, om gebrek aan vrijheden in het persoonlijk geloof. Ook zijn er mensen die verdriet hebben dat er zoveel verloren is gegaan en dat ervaren als een gevoel dat is verdwenen een gevoel van veilig meevaren op dat schip van de kerk.
Er zijn echter ook velen die aan boord blijven. Ze ervaren de storm en soms de dreiging van en gevoel dat het schip zinkt, maar het schip is hun te dierbaar en te vertrouwd om het te verlaten.
Het verhaal van de kerk is ons verhaal, van u en van mij. Ook ik denk vaak, en daar hou ik mij aan vast, dat je moet leven vanuit het geloof dat de Heer aan boord is, dat Hij onder ons aanwezig is, ook al ervaren we Hem soms slapende.
Als het vandaag gaat over de kerk in nood, dan gaat het over de mensen in nood. Het gaat niet allereerst om het schip, het gaat om de mensen op het schip, die zoeken redding, die zoeken de hulp van God. En is dat dan die slapende Jezus?
De slapende Jezus temidden van de storm en het geweld van het water, temidden van het geweld en de zorgen van elke dag van elk van ons persoonlijk.
Is Hijzelf niet het teken van een volstrekt vertrouwen in Gods nabijheid en zijn reddende kracht? En als je het zo mag zien en het ook zo kunt zien, dan is het geloven in Jezus, geloven in die God die je leven leidt, een roerganger waar je op kunt vertrouwen. Hij heeft het laatste en beslissende woord over de storm en de vloed. Zoals in de lezing van Job staat geschreven, stelt Hij het bestek vast en bepaald Hij de maten: Tot hier en niet verder, hier breken uw trotse golven.
Waar het nu in de kerk en met ons geloof op aankomt, is dat wij met elkaar dat geloof in de levende Heer vasthouden, dat wij bereid zijn alles te behoeden wat het geloof ondersteunt en versterk. Bidden en veelvuldig bidden om een oplossing voor al die problemen die wij mensen ondervinden zoals ik die heb genoemd, maar ook doen wat ons geloof zichtbaar maakt in de omgang met elkaar.
Je laten overvallen door angst en kleinmoedigheid omdat de storm ons wellicht in de greep zou kunnen krijgen, is niet de weg die Jezus ons heeft meegegeven. We zullen elkaar vast moeten houden en laten zien dat, tegen de angst van de storm in, ons geloof in de levende Heer de moeite waard is.
En waar we kunnen, moeten we blijven samenkomen om te bidden, tegen de angst van de storm in.
“Heer doet U het niets, red ons, wij vergaan”. Laten we moed houden in het vertrouwen dat het de Heer is aan wie wind en water gehoorzamen.
Laat zo ons geloof zijn. Amen.