Preek op 18-01-2015, 2e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen
CRÈCHE
openingswoord
Broeders en zusters, allemaal van harte welkom op deze tweede zondag door het jaar. Alle feestelijkheden zijn weer voorbij.
En dat hebben wij gemerkt ook, want sinds enige tijd wordt het journaal beheerst door terreuraanslagen en terreurdreiging, niet alleen maar ver weg, maar ook heel wat dichter bij huis. Ik hoor vrijwilligers van onze parochie tijdens de koffie al zeggen, dat ze er bang van worden.
Aanslagen zijn nooit goed te praten. Maar, lieve medeparochianen, zowel onze paus Franciscus als Paus Tawadros II van de Koptische kerk hebben verklaard, dat vrijheid van meningsuiting niet betekent dat alles maar kan. Wij hoeven het ergens niet mee eens te zijn, maar dan hoeven wij andere mensen nog niet belachelijk te maken. Wij kunnen altijd respect blijven tonen.
Paus Franciscus verklaarde, dat vrijheid van meningsuiting eigenlijk niet alleen een recht is, maar zelfs een plicht. Die vrijheid moet echter, zo verklaarde hij, niet misbruikt worden om aanstoot te geven. Het provoceren en beledigen van het geloof van andere mensen is niet juist, zo zegt hij. En Paus Tawadros II zei, dat persoonlijke beledigingen de vrede in de wereld niet helpen en dat zij geen enkele goede vrucht voortbrengen. In het West-Afrikaanse land Niger zijn bij rellen omwille van de nieuwste cartoons alweer vier doden gevallen.
In zijn brief aan de christenen van Efeze, zegt de heilige apostel Paulus, dat wij de waarheid moeten spreken… in liefde! Vrijheid van meningsuiting zou uiteindelijk toch gericht moeten zijn op het herenigen van mensen. Dat kan echter alleen de liefde bereiken.
Vandaag spreekt het evangelie over roeping. Wel, wij zijn allemaal geroepen om te leven en te spreken en te denken in liefde.
Voor de keren, dat wij daarin tekortgeschoten zijn, vragen wij nu samen om vergeving.
openingsgebed
Laat ons bidden. God, onze Vader. In uw grenzeloze goedheid hebt Gij ons geroepen en elk van ons een taak gegeven. Geef ons een hart dat luistert naar uw inspraken. Leer ons zien waar Gij U ophoudt in deze wereld. Wijs ons de plaats waar Gij woont opdat wij bij U blijven. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … . Amen.
GÉÉN KINDERWOORDDIENST
preek
De apostel Andreas heeft Jezus gevonden en hij is zó enthousiast over Hem, dat hij tegenover zijn broer Petrus niet over Jezus kan zwijgen. Iemand ‘vinden’ wil in dit geval niet alleen maar zeggen iemand zien of tegenkomen. Iemand ‘vinden’ gaat hier meer over een innerlijke ervaring: je ervaart iemands liefde en kracht. Als je zwijgt over Jezus, heb je dan werkelijk begrepen, dat Jezus de Zoon van God is, de meest bijzondere mens op aarde, dat Hij je leven een stuk lichter en zinvoller kan maken, dat Hij je gelukkig kan maken over de grens van de dood heen? Zo’n goed nieuws kun je toch niet voor jezelf houden?
Later, na de verrijzenis, werden de apostelen gevangen genomen en weer vrijgelaten op voorwaarde, dat zij over Jezus zouden zwijgen. Maar de apostelen gaven de joodse overheid het volgende antwoord: “Het is voor ons onmogelijk niet te spreken over hetgeen wij gezien en gehoord hebben” (Hand. 4, 20). En het is maar goed, dat de apostelen zo enthousiast en dapper waren, want wij zijn om Jezus Christus te leren kennen helemaal van hun geloofsgetuigenis afhankelijk.
Zijn wij in onze tijd als christenen niet een beetje te zwijgzaam geworden? Niet dat er niet over het geloof wordt gepraat. Hoeveel honderden keren ik niet – vooral van mensen, die nu nog maar zelden of nooit naar de kerk gaan – verhalen heb moeten aanhoren over wat er vroeger in de Kerk allemaal niet goed zou zijn geweest. Maar in gesprekken getuigen van en over Jezus Christus, doen wij dat? Hebben wij zo veel waardering voor wat Hij voor ons heeft gedaan – en nog doet – zijn wij zo dankbaar, dat wij anderen over Hem aanspreken?
Als iemand van de visite opeens flinke hoofdpijn heeft en wij hebben nog een paar paracetamolletjes liggen, dan houden wij die toch niet heel egoïstisch voor onszelf!?
Als wij zien, dat iemand verdrietig is, moedeloos, angstig, vertellen wij dan over Christus, het medicijn bij uitstek, die gezegd heeft: “Komt allen tot Mij, die belast en beladen zijt en Ik zal u rust en verlichting schenken?” Vertellen wij hoe wijzelf in dergelijke omstandigheden troost en kracht in ons geloof hebben gevonden?
Wij leven in een wereld waarin zogenaamd van alles kan en het zijn helaas niet alleen ongelovige mensen, die zeggen, dat dat ook allemaal moet kunnen: abortus, euthanasie, echtscheiding, vrije liefde. Maar wíj moeten Jezus’ standpunt bekend maken. Hij is zelf een en al liefde, trouwe liefde. Hij is een God van ten leven wekken, niet van doodmaken. En Hij zegt: “Wat Ik u zeg in het duister, spreek dat uit in het licht, en wat ge u in het oor hoort fluisteren, verkondigt dat van de daken” (Matteüs 10, 27).
Als Jezus Christus zich aan iemand openbaart als de Heer, de Heerser, dan wordt deze persoon meteen ook aangesteld als zijn getuige. Het Rijk van God, broeders en zusters, wordt niet alleen maar opgebouwd in de harten van de mensen, verborgen, het moet ook worden opgebouwd binnen de samenleving door rechtvaardige structuren. Overal waar mensen lijden onder geweld, overal waar armen en kleinen ‘geknecht’ worden door rijken en machtigen, overal ook waar Gods geboden niet worden nageleefd, daar moeten wij, net als de apostelen, onze stem verheffen, maar in liefde en met veel geduld, veel begrip ook, omdat veel mensen gewoon misleid zijn. Hoe ontzettend groot onze afschuw ook is jegens het handelen – beter gezegd: het mishandelen – van terroristen, het zijn toch allemaal misleide mensen. Helaas kunnen wij het ons niet permitteren om tegenover hen geduldig te zijn. Laten we wel voor hen bidden: dat zij tot inzicht mogen komen.
Getuigenis afleggen kunnen wij op heel wat verschillende manieren doen. Van broer tot broer, zoals Andreas doet tegenover Petrus, of zoals ouders, die samen met hun kinderen bidden. Gelukkig zijn de kinderen, die getuige mogen zijn van het stille gebed van hun ouders.
Wij kunnen het ook doen tegenover een hele menigte, zoals de apostelen deden op de pleinen van Jeruzalem. Als wij iedere zondag trouw naar de Kerk gaan, dan weten de mensen uit onze straat na verloop van tijd wel, dat wij weer naar de Kerk gaan. Het is een stil getuigenis van ons geloof in God, maar tegelijk een openlijk getuigenis tegenover medemensen, en wij mogen weten, dat God dit getuigenis geweldig waardeert en dat Hij zijn waardering op zijn tijd en op zijn wijze ook zal laten blijken.
Niemand van ons is zo maar tot geloof gekomen. Wij zijn van anderen afhankelijk. Anderen zijn weer van ons afhankelijk. Getuigen van ons geloof is een broederdienst. Wij mogen tegenover onze medemensen zijn als Johannes de Doper, die zegt “Zie, het Lam Gods!”
Wij vinden het misschien niet allemaal even gemakkelijk om ook met woorden van ons geloof te getuigen, om vragen te beantwoorden. Maar, beste medegelovigen, heeft Jezus Christus ons niet gezegd dat wij niet bezorgd hoeven te zijn, wanneer wij tegenover de mensen staan, omdat niet wíj het dan zijn, die spreken, maar dat het de Geest van onze Vader is, die door ons zal spreken?
Trouwens, het geven van een geloofsgetuigenis is zó belangrijk, dat wij daar best enige moeite voor mogen doen. In onze parochie zijn er al de nodige mensen, die meedoen aan een of andere vorm van catechese. Of die aan zelfstudie doen. Ook heel goed.
Als terroristen hun acties gaan uitbreiden, zal 2015 een heel bijzonder jaar worden. Laten ook wij er een heel bijzonder jaar van maken… in positieve zin: ons iets meer dan gewoonlijk verdiepen in ons geloof… om er zelf beter van te worden, maar ook om anderen meer in de rijkdom van ons geloof te kunnen laten delen. Misschien nog ietsje meer bidden, omwille van de vrede, die zeker in deze tijd alleen maar een gave van God kan zijn.
God heeft ieder van ons naar zijn Huis geroepen. Hij zendt ons straks allemaal weer heen mét een opdracht: De liefde, die je zojuist in Woord en Sacrament hebt mogen ontvangen, draag die uit naar alle mensen, die op je levensweg komen. Wees wat je bent: een apostel, een gezondene van de Heer. Ook God, broeders en zusters, heeft niets voor zichzelf gehouden. Aan het kruis niet, maar ook straks in de hemel niet. Dan mogen wij Hem zien zoals Hij is, wij mogen elkaar zien, een hele eeuwigheid lang. Getuigen wij van deze allergrootste gave van het geloof. Dan kunnen anderen delen in onze vrede en vreugde. Amen.