Preek op 06-09-2015, de 23e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen
CRÈCHE
openingswoord
Broeders en zusters, welkom bij deze heilige Eucharistieviering. Vandaag gebeurt er in het evangelie een wonder: een doofstomme wordt genezen. Prachtig! Misschien willen wij aan God ook wel om een wonder vragen. Voor onszelf – of nog mooier – voor een ander.
Er was eens een vrouw, die de hele wereld afreisde op zoek naar de ware God. Zij onderzocht alle kerken en religies en luisterde naar allerlei openbaringen en getuigenissen over wonderen. Zo wilde ze voor zichzelf de ware God ontdekken.
Op één van haar reizen klopte ze aan bij een klooster en vroeg aan één van de monniken of hun God ook wonderen deed.
“Dat hangt er van af wat je een wonder noemt,” antwoordde de monnik. “Sommige mensen denken, dat het een wonder is als God doet wat zij Hem vragen. Maar hier in dit klooster geloven wij, dat het een wonder is als de mensen doen wat God wil.”
Laten wij eerst aan God vragen, dat wij doen wat Hij wil: “Uw wil geschiede op aarde”. Dan kan Hij daarna doen wat wij willen.
Voor de keren, dat wij niet de wil van God hebben gedaan, maar wel van alles van Hem hebben verwacht, vragen wij nu samen om vergeving.
openingsgebed
Laat ons bidden. Heer, onze God, alleen zij die niet willen zien, zijn blind; alleen zij die niet willen horen, zijn doof. Wij vragen U: maak ons ontvankelijk voor al het goede, dat Gij door mensen bewerkt, zodat wij van U kunnen getuigen: “Alles heeft Hij welgedaan”. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon… . Amen.
kinderwoorddienst
preek
Hebben jullie ook weleens de ervaring gehad, dat je ergens op bezoek bent geweest, of je hebt een uur naar de radio geluisterd, een overvloed aan woorden over je heen gekregen, en dat je je daarna afvroeg: Wat is er nu eigenlijk gezegd? Is er wel wat zinnigs gezegd? Natuurlijk, een gezellige avond hoeft niet altijd bloedserieus te zijn, maar wij kunnen toch ook over wat mooie onderwerpen praten, zodat wij elkaar kunnen verrijken!
In psalm 115 staat geschreven, dat er mensen zijn, die wel oren hebben, maar niet horen; zij hebben wel ogen, maar zien niet; zij hebben een mond, maar spreken niet. Dat wil zeggen, dat zij niet wíllen horen en zien hoe de werkelijkheid is, en dat hun eigen gepraat maar leeg gebabbel is. Schone schijn. Een glimmende buitenkant.
Gelukkig maken wij ook het omgekeerde mee: dat een samenzijn heel diep is. Het gesprek wordt als het ware door iets gedragen. Het heeft inhoud, geestkracht. Het kan een kort gesprek zijn, maar het is van hart tot hart. En de oren van je hart vangen die woorden op.
In het evangelie raakt Jezus de oren en de mond van een doofstomme aan. Daardoor kan de man opeens normaal spreken en horen.
Dat zijn lichamelijke functies hersteld zijn is al een wonder, maar dat een doofstomme – die als kind nooit heeft leren praten – opeens ook volop kan spreken, is al helemaal bijzonder. Jezus levert geen half werk af. Hij zorgt voor een echte doorbraak. Een heel nieuw en goed begin.
Het woord, dat Jezus tegen de doofstomme sprak – “Effeta, ga open” – gebruiken wij ook tijdens de doopviering. Na het ontsteken van de doopkaars en het opleggen van het doopkleedje, raken wij een oor en de lippen van de dopeling aan en zeggen: “Effeta”, en wij voegen er aan toe: “Wij wensen je toe, dat je spoedig zijn woord kunt verstaan en verkondigen”. Dus, dat de dopeling te midden van zo vele mensenwoorden ook met interesse gaat luisteren naar Gods Woord en ze met zijn eigen mond gaat verdervertellen.
Misschien hebben sommige gesprekken weinig of geen inhoud, omdat er niet wordt gegeven. Het zijn gesloten gesprekken. Mensen gebruiken wel woorden om met elkaar te praten, maar ze willen zichzelf niet geven.
Ze willen of durven zich zelfs met hun goede kanten niet te laten zien. Ze geven geen getuigenis van de kracht waarmee God in hun leven werkt. Als wij er wel van getuigen, gaat de luisteraar misschien inzien, dat dat hem ook zou kunnen helpen.
En sommige mensen willen vooral hun zwakheden verborgen houden. De gesprekken gaan in feite over niets, alleen maar over koetjes en kalfjes. Gesprekken met woorden, maar tegelijk nietszeggende woorden.
Als mensen bij mij komen biechten en ik denk, dat ik er voor die ander winst uit kan halen, vertel ik ook weleens over mijn eigen zonden en zwakheden. En hoe ik daarmee omga.
Jezus zegt vandaag dat korte woord ook tegen ons: Effeta, ga open! Ga open om in jou een verlangen naar de eeuwigheid te laten wekken, een verlangen naar relatie met je hemelse Vader. Ga open om werkelijk met Jezus en Moeder Maria in gesprek te raken, om werkelijk te bidden, van hart tot hart. Ga open om je geestelijke rijkdom met je medemensen te delen, zodat je kunt getuigen, zodat ervan kunt getuigen hoe God ook voor jou goed is geweest.
Openheid voor mensen. Welke mensen? Familie, vrienden, collega’s, buren, ook die overburen, die een beetje asociaal lijken te zijn? Moeten wij daar ook open voor zijn? Vluchtelingen? Deze maand gaat in Heerhugowaard het AZC open.
Met honderdduizenden overspoelen zij Europa. Waarom doet bijvoorbeeld Saoudi-Arabië niet meer? De kortste afstand tussen Syrië en Saoudi-Arabië is 100 km. Saoudi-Arabië is een enorm groot land, steenrijk. Vorig jaar hebben zij welgeteld 561 vluchtelingen opgenomen. Zij willen blijkbaar geen gedoe.
“Ja, maar, er zitten terroristen tussen de vluchtelingen”, zeggen sommige mensen. Dat zal wel, ik meen bij de Hongaarse grens heeft de politie er vijf opgepakt met allemaal van die vreselijke video’s en handboeken over hoe je het het beste kunt aanpakken.
Wij hebben die enorm aangrijpende foto gezien van dat driejarige dode jongetje op het strand. Als wij alle vluchtelingen terugsturen, zijn ze – ik schat maar – over een jaar allemaal dood. Niet één, maar al die kleine jongetjes en meisjes, moeders, vaders en bejaarden.
Ik denk, lieve medeparochianen, dat er de komende tijd iets meer van onze liefde zal worden gevraagd, een heldhaftige liefde. In de Tweede Wereldoorlog hebben honderdduizenden soldaten, die geen enkele persoonlijke binding hadden met Europa, hun leven gegeven voor onze vrijheid. Ook wij moeten meer en meer gaan geven, ons openen voor medemensen in nood. Denken wij eraan: ook Jezus en Maria en Jozef zijn ooit vluchtelingen geweest. Zij hebben meerdere jaren in Egypte gewoond. Christendom is ook: in de vluchtelingen Jezus zelf opnemen. “Al wat gij voor de minsten der mijnen hebt gedaan, hebt gij voor Mij gedaan”. Amen.